GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

NIEUWJAAR.

Dat zal, hopen we, spoedig voor ons aanbreken, over enkele dagen slechts.

Wel zal er groot versch 1 zijn tusschen nu en een jaar geleden. En zeifs de jonge lezers zullen daarvan wel reeds iets bespeurd hebben.

Geen schoolatlas, die vóór et n jaar nog deugde is meer goed, geen kaart van Europa meer bruikbaar. Drie keizerrijken zijn veranderd in lepublieken. Sommige staten kregen nieuwe grenzen. Nieuwe rijken ontstonden. Vorsten weiden onttroond. Miihoeuen meoschen leden gebrek. Denk maar aan Weeaen, waar de nood zoo hoog steeg.

Maar ook buiten dat al, is er nog zooveel in het afgeloopen jaar veranderd, zoowellen goede as ten kwade. De een is op school iu eeu hooger klas gekomen, de ander werd door ziekte verh nderd voort te leeren. De een ging van den zomer prettig uil, de ander moest thuis blij.en, wijl vader of moeder niet mee kon. De eenc koopman of fabrikant deed goede zaken, de andere leed zware verliezen. Het zomerde dit jaar weinig, gelukkig bracht het land veel voort. En zoo was er allerlei wisseling met den dag. In het eene huis bracht de dood droefenis, lu het andere verblijdde men zich wijl een kindje geboren was.

Kortom, we begrijpen als we ouder worden wat de Schrift bedoelt als zij spreekt van de «bewegelijke dingen", 't Zijn de aardsche, die wisselen en vergaan.

Maar diezelfde Schrift zegt ons ook, dat er ook onbewegelijke dingen zijn, die blijven zullen, en zij spieekt vaneen onbewegelijk Koninklijk, dat alle ontvangen, die in den Heere, deu Onvergankelijke, hun sterkte hebben. Daarom zegt het lied :

Een hebben wij van nooden Die, ziet Hij de aard' vergaan. De heem'Jen wegge vloden. Kan zeggen: Ik blijf staan. Die met de wentelingen Van tijd en eeuwen spot En in hun wisselkringea Zijn grooten naam schrijft: God

In 't koninkrijk van dien Eereu zal geen oudof nieuwjaar meer gevierd worden. Want «daart zal geen tijd meer zijnt.

Vijf-en-öertig eeuwen geleden reisde een man door de barre woesdjn van Noord Arab.ë. Hij was even over de tachtig. Toch was zijn oog niet verdonkerd, zijn kracht niet vergaan. Wam hij, Mozes, de man Gods, kon nog veerlig jaar lang een groot volk leiden en besturen op den weg van Egypte naar Kan» an.

Ook die krachtige grijsaard had wel zeer veel veranderingen aanschouwd, allereerst in zijn eigen leven. Reeds bij de geboorte bedreigde hem de dood. Wonderbaar gered, werd hij als Egyptisch prins opgevoed. Groot geworden, zag hij zich door eeu onvoorzichtige daad genooozaakt te vluchten, veertig jaar Oud. De tweede veertig bracht hij door ais herder in de woestijn. De laatste eveteens, doch nu als leidsman van een groot volk, dat het Egyptische diensthuis verlier, om rust te hebben in het beloofde lauo Kanaan. Hij was als klein kind ternauwernood aan de woede van den Etyptischen Farao ontkomen; Na tachtig jaar stond bij voor een anderen Farao, om dien Gods oordcel aan te zeggen. Hij had den vorst met zijn leger zien verdrinken in de Roode Ze, en het volk Isiaël heenijk beviijd. Hij had de wonderen des Heeren in de woestijn aanschouwd, gelijk de boosheid van het volk dat bij geleidde.

Veel was veranderd, veel weggevallen, veel gekomen, lief en leed, goed en kwaad. Maar de Heere was dezelfde gebleven, en Mozes dtdichter sprak het uit in den negentigsten Psalm, waarvan het eerste vers zegt:

Gij zijt, o Heer, van d' allervrcegste jaren Voor ons geweest een toevlucht m gevaren. Eer berg en rots uit niets geboren waren. Eer d' aarde lustt' op bare grondpilaren. Van eeuwigheid, o God, de eeuwig leeft, Zijt Gij de God, die eind noch oorsprong heeft.

En nu wij zelf.

Wat zal het nieuwe jaar ons brengen: blijdchap of droefheid, vreugde of leed, gezondheid f ziekte, voorspoed of tegenspoed.

Dat is den Heere alleen bekend, en Hij alleen eschikt er ook over. Ojze dagen 2ijn bij Hem eteld, onze tijden in zijn hand. En dat is een egen. Want waar zou het heen, itdien wij alles esturen moesten? Wij zijn veranderlijk, nu oopvol, dan ontmoedigd, nu zwak, dan sterk. aar van den Heere God staat geschieven, dat ij onveranderlijk is, gelijk de Psalmist zegt:

Maar schoon 't alles om moog keeren. Gij blijft staande, o Heer der Heeren.

Laat ons daarop vertrouwen en dien God reezen. Dan zal Hij ons leiden, voor ons orgen, bij al ons doen en laten, in huis, op chool, in de werkplaats, op kantoor, overal. oe het dan ook loope, het nieuwe jaar zal ns dan etn goed jaar, een jaar des Heeren ijn.

En voorts zij 1920 voor alle vrienden en riendinnen rijk gezegend voor tijd en eeuwigeid?

BRIEFWISSELING.

R. E. Uw vraag kwam wel wat laat, daarom lechts dit: Schrikkeljaren komen om de vier aar voor. Wil men weten, of het jaar na 1600 en schrikkeljaar is, dan deele men de tnee aatste cijfers door 4. Gaat dat op, dan is het aar een schrikkeljaar. De eeuwjaren tellen slechts m de 400 jaar mee 1600, 2000, enz.

A. M. J. te S. (H.). U omvangt of ontvingt en afzonderlijk schrijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 december 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 december 1919

De Heraut | 4 Pagina's