GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. ALMANAK VAN HET STUDENTENCOKPS ES QUAERIT INTELLECTUM" VOOR HET lAAR . Kampen. Ph. Zalsman — 1919.

Evenals de Almanak van het Studentencorps r VRIJE UNIVEESITEIT heeft die van het entencorps onzer THEOLOGISCHE SCHOOL recht op een bespreking en al is het dan buiten mijn schuld, wat laat, voldoe ik gaarne aan.

Door de goede zorgen van den uitgever ZALSziet dit Jaarboek, wat druk en band beer goed uit. De band met goud op den maakt, in deze dagen van in typographic steeds heerschende karigheid, zelfs den welben indruk van weelde, i nu de inhoud.

De meihode om achter den KALENDER de het Corps gedenkwaardige dagen te plaatis nog zoo kwaad niet. Dat de Dies Nader V. U. op 21 inplaats van 20 October gezet, is een licht te overziene drukfout, de Rubriek: THEOLOGISCHE SCHOOL van »De formeerde Kerken in Nederland" dunkt iet opnemen ook van lijsten der Hoogleeraren ïctoren, die vroeger aan de school werkzaam geweest, uit historisch oogpunt navolgensüg. Een overzicht van het ten vorlgen op de colleges behandelde acht ik ter plaatse, het KORT VERSLAG der THEOLOGISCHE OL in deze Rubriek ontneem ik, dat het •1 corpsleden met 13 Novieten vermeerderd en daardoor van 48 op 58 gebracht, telt daarbij enkele niet-corpsleden en reunisten, komt men op 63; dat Ds. G, ELZINGA, dent-Curator, den 24en Augustus is gestordat, toen »de vele vragen, die de nieuwe met zich brengen", ook de KAMPERcommilitenes verontrustten, zij, mede door het, als «prekers in hun midden optreden van PEOF. BAVINCK en PROF. NOORDTZY, bij vernieuwmg voelden, dat »de oplossing alleen gezocht moet worden in de Openbaring Gods.”

Uit de Rubriek: STUDENTENCORPS > FIDES QuAERiT INTELLECTUM" aan de Theologische Schooi te KAMPEN zij vermeld, dat afgevaardigden werden gezonden naar de Dies van het Studentencorps der VRIJE UNIVERSITEIT, van UNIE DER GEREFORMEERDE MEISJESSTUDENTEN, van SüCiETAs STUDIOSOEUM REFORMATORUM en dat de Gemeenschappelijke Besturen-Vergadering te AMSTERDAM, in de 2e week van Januari, werd bijgewoond door heel den Senaat en de daar genomen besluiten omtrent de Gereformeerde actie unaniem door het Corps werden aangenomen.

En nu nog het MENGELWERK, de hoofdschotel van 'n Studenten-Aimanak.

Het opent met de Lustrum-Rede van den Rector-Corporis. Uit deze Rede breng ik hier naar voren de, naar het ook mij dunkt, in onzen tijd niet overbodige »waarschuwing tegen alle gewichtig doen, tegen een gebukt gaan onder problemen" en ik ben het goed met den redenaar eens wanneer hij daaraan toevoegt: > Dit kan zoo licht een pose worden, een meedoen met een onwaarachtige mode”.

In het bellitristisch gedeehe van dit Mengelwerk overweegt het proza de poëzie.

Eén versje en drie korte stukken in ongebonden stijl.

Van een Studentencorps, welks leden door HONIG in Nederlandsche, door ESSER in Grieksche en Latijosche Taal en Letterkunde en door HOEKSTRA in Psychologie gedoceerd worden, ware op den akker der fraaie letteren zeker meerdere vruchtbaarheid te verwachten. Maar ik zal er den heeren niet al te hard over vallen

Het is niet alleen de KAMPER Studenteoalmanak, die aan steriliteit op esthetisch gebied lijdt.

Zit 'm niet onwaarschijnlijk in het gebuktgaan der hedendaagsche Spes Patriae onder de problemen.

Dan hoe dit zij, de qualiteit staat ook in dezen Almanak in omgekeerde verhouding tot de quantiteit.

Het eenige vers, waarboven uit GOETHE'S Iphigenie als motto staat: Da fing mein Leben an wenn ich dich liebte^ gaat over de wondere attractie van »das ewig Weiblichec en is, met zijn doorvoelde tegenstelling tusschen liefdegemis en liefde-genietmg in manlijk-menschleven, van mooie lyriek. Het staat, evenals de drie prozastukken, in het teeken der »Nieuweren».

Van deze drie is TEauMEEKi, juister ware STILHEID, 'n echt stemmmgsstukje.

Het weeïg-droeve, gewekt door de zinsgewaarwording der stilheid van den in avonddonkering wegstervenden zomer-zocnedag, wisselt er met het vreeïg-blije, gewekt door de innerlijke gewaarwording van die stilheid der ziel, te midden waarvan zij de stem van haar God beluistert.

Het tweede is HANSKE.

HANSKE, het acht-jarig voorkind uit het eerste huwelijk van zijn vader, weet niet dat ELZA, diens tweede vrouw, zijn lief > Moesje€, z'n Moeder niet is. Het is den auteur gelukt zich intevoelen in het zielebeweeg van den Vader op den verjaardag van zij a zoontje, jaardag ook van het sterven zijner eerste.

Het derde proza-stuk heet MEISJESLEED.

Het vertellen van een, in onbevredigd verlangen naar hem dien zij mist, verbloeiend leven.

De schrijver zag haar > avond aan avond bij het grauwe hek van het oude huis.

De beelding van het milieu staat niet achter bij die van het vorige stuk, maar de invoeling is niet zoo gelukt.

Was ook zooveel moeilijker.

Ten slotte de niet minder dan, als ik goed geteld heb, op den kop af 70 VARIA.

Als heel dit literatuur-genre, draagt ook deze species ervan een inter-communaal karakter. Maar zooveel is voor den buitenstaander er toch wel uit te merken, dat ook in den kring der Kamper-studenten de humor en het jolijt nog spring-levend zijn.

En dit acht ik 'n verblijdend verschijnsel.

2. P. J. VAN MELLE, predikant te Nijkerk ke REPETITORIUM DER CHRISTELIJKE ETHIEK. Nijkerk. — G. F. Callenbach, 1919.

Dit Repetitorium, hetwelk Ds. VAN MELLE schreef ten behoeve van de Theol. Candidaten, die zich onder zijn leiding voorbereiden tot hei doen van Proponents-examen in het HERVORMD KERKGENOOTSCHAP, is reeds vroeger hier door mij besproken.

Thans verscheen het in derde, vermeerder­ den druk.

Iets wat wel op zijn doelmatigheid wijst.

VAN MELLE omschrijft de Ckristelijke Ethiek als „de ontvouwing van den aard en den eisch van het Christelijk zedelijk leven" en verdeelt haar in een Algemeen en Bijzonder deel.

De geschiedenis van het leervak neemt er ook nu weer een ruime en eervolle plaats in

Het boek is rijk van inhoud en in bevattelijken vorm geschreven.

Bij de behandeling van de , , gemeenschapskringen" dunkt mij echter, dat die der „Maatschappij" wat heel stiefmoederlijk is bedeeld.

Overigens valt uit dit Repetitorium, welks schrijver overtuigd is, dat „de Dogmatiek de Ethiek bepaalt en niet omgekeerd" (p. 11) veel leering op te doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1920

De Heraut | 4 Pagina's