In memoriam Ds. P. J. W. Klaarhamer.
Wederom heeft het God den Heere behaagd een uit de oude garde onzer predikanten tot zich te nemen. Nauwelijks was Sikkel ons ontnomen, of ook Klaarhamer ging heen. Klaarhamers kracht was reeds gebroken. Een ernstige krankheid-van het hart sloopte hem. En zijn arbeidstaak in onze Kerken was reeds afgeloopen, toen hij als emeritus predikant Utrecht verliet en naar Hilversum, waar hij 't eerst predikant was geweest, 'terugkeerde. Maar rusten kon Klaarhamer niet. Hij bleef Zondag aan Zondag prediken. Nog pas had hij Dr. de Moor ingeleid bij de gemeente te Utrecht. Zelfs toog hij daarna nog naar Amsterdam om als deputaat der Kerken de colleges bij te wonen. En toen kwam plotseling de dood. Het hart begaf hem. En hij ging heen in de eeuwige rust.
Maar Klaarhamer's naam zal in ons midden niet vergeten worden. Hij was een man van groote kracht. Het meest bleek dit, toen hij in Zeeland stond en door zijn machtig bezielend woord de Zeeuwsche broederen tot reformatie riep van de Kerk, en niet alleen in Middelburg, maar in heel Walcheren en ver daarbuiten zijn woord weerklank vond. Zoo werd ^hij, om in de taal van het volk te spreken, een der Vaderen der Doleantie. Dat is Jiet glorietijdperk uit zijn leven geweest.
Daarna trok hij naar Utrecht, waar bij jaren lang de Kerk met trouwen ijver diende. Ook hier was zijn taak niet gemakkelijk. Want Klaarhamer was een man uit één stuk, een man van onverzettelijk beginsel, een man die van plooien en strijken niet weten wilde. Maar al botste en kraakte het soms, Klaarhamer hield stand, en wat toch altoos weer hem de overwinning schonk, was ae machtige prediking, die van hem uitging. Een predir king, die zoo diep indrong in de conscientiën, maar ook zoo rijk de liefelijkheid van het Evangelie deed hooren.
Ook in ons kerkelijk leven in het algemeen is Klaarhamer een man van beteekenis geweest. Tevreden met veel wat hij om zich heen zag opkomen, was hij niet. Hij was en bleef een boeteprofeet. Verzwakking van het beginsel, dat hem zoo heilig was, zag hij maar al te veel. En zijn woord kon toornend daartegen uitgaan als van een Elia.
Maar , men droeg het van hem, omdat men wist, hoe ernstig en oprecht hij het meende. En aan zijn liefde voor onze Kerken twijfelde men nooit.
Het is wel droef, wanneer God de Heere zulke mannen uit ons midden wegneemt. Maar we hebben Hem te danken voor wat Hij in hen ons geschonken heeft.
Moge God zijn weduwe en kinderen troosten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1920
De Heraut | 4 Pagina's