GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 28

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

[3] Testen, meten en wegen Jacques Dane

In augustus 1929 schreef Jan Waterink in het christelijke gezinsweekblad Op den uitkijk een artikel over het pas opgerichte Psychotechnisch Laboratorium aan het Amsterdamse Valeriusplein.1 Veertig jaar geleden, aldus Waterink, bestond het begrip psychotechniek nog niet. Pas aan het einde van de negentiende eeuw is het uitgevonden: ‘Practisch hebben mensen met een gezond verstand alle eeuwen door aan psychotechniek gedaan. Immers ieder wist, dat de één iets kon, wat de ander niet kon. Men wist, dat de één musikaal was en de ander niet; men wist, dat de één vlot kon spreken en de ander niet, en men kende het spreekwoord: wie voor een stuiver geboren is wordt nooit een dubbeltje.’2 In duidelijke taal wist de vu-hoogleraar in 1929 het nieuwe vak onder woorden te brengen: het kunnen inschatten van menselijke vermogens door mensen met elkaar te vergelijken. De pioniers van de psychotechniek wilden met hun technische toepassing van de psychologie het psychische welzijn en het maatschappelijke functioneren van de mens verbeteren. In de eerste decennia van de twintigste eeuw groeide de psychotechniek uit tot een vorm van toegepaste psychologie op bijvoorbeeld het gebied van de personeelsselectie. Door het afnemen van aandachts-, concentratie‑ en vermoeidheidsproeven wilde men ervoor zorgen dat de juiste man of vrouw op de juiste plaats terecht kwam.3 Waterink behoorde tot een generatie psychologen die intensief gebruik maakte van de psychotechniek. Hij paste deze toe op meisjes en jongens in de puberleeftijd, die voor school‑ en beroepskeuzetests bij hem langskwamen op zijn Psychotechnisch Laboratorium – na de Tweede Wereldoorlog het Laboratorium voor Toegepaste Psychologie (ltp) geheten. Waterink gebruikte de inzichten van de psychotechniek óók bij (probleem)kinderen die zich aanmeldden op zijn spreekuur: na een dagje testen kregen ouders te horen of opname van hun kind in het Paedologisch Instituut (pi) wenselijk was of ontvingen ze advies over de opvoedkundige aanpak en eventueel de schoolkeuze.

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 27 2e proef

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's