GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Barthianisme en katholicisme - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barthianisme en katholicisme - pagina 20

Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

terug tot het waarlijk objectieve, tot het ambt, tot de sfeer der kerk; "Gott in Christus in der Kirche", waarin de subjectieve correlatie verbroken is. En daarin stelt hij dan het probleem der dialectische theologie in zooverre juist, dat hij de vraag naar de autoriteit in het centrum plaatst, de vraag naar de gehoorzaamheid des geloofs en van den vollen dienst van God, maar de laatste verwijzing van Przywara is dan altijd de verwijzing naar de volstrekte autoriteit der kerk als láátste garant: oftewel: "das letzte Entscheidende: der sichtbare geringe Mensch als amtlicher Träger von Gottes Autorität" 47). Het Woord Gods, waarin alle ambt zijn fundament en bestand heeft en waaraan het zijn autoriteit ontleent, vindt in Przywara's constructie zoo goed als geen plaats. Het behoeft ons dan ook niet te verwonderen, dat de Roomsche kritiek op het dialectisch kerkbegrip Barth nog allerminst heeft gebracht tot de harmonie der "katholische Objektivität". Met scherpe wendingen hebben zoowel Przywara als Feuerer de zwakheid van Barth's kerkbegrip trachten aan te toonen 48) en men kan hun kritiek samenvatten in het reeds gememoreerde woord van Dr Kasteel: fictieve ecclesiologie. Barth heeft in het jaar 1927 voor een Roomsch gehoor zijn kerkbegrip ontwikkeld en ging daarbij uit van de bekende woorden uit den catechismus Romanus in verband met de kerk: "fide solum intelligimus". "Wenn wir über den Sinn dieser drei Worte einig wären, dann gäbe es keine Kirchenspaltung". Want in dat "geloof" in zijn correlatie tot de werkelijkheid der kerk ligt opgesloten, dat het hier alleen en uitsluitend gaat om Gods genade. In die genade Gods over de kerk ligt opgesloten, dat de mensch over deze genade en dus over de kerk nimmer "verfügen" kan. De relatie, die in het geloof ligt opgesloten, is niet wederkeerig en van hieruit kan men alleen ten volle de eenheid, heiligheid, catholiciteit en apostoliciteit der kerk verstaan. Daarin ligt juist de "schroffe Antithese zu der römischkatholischen Kirche" en dit beginsel van de correlatie des geloofs omvat een felIen strijd tegen alle menschelijke dynamiek der kerk, waarin de genade is omgevormd in menschelijke vorming en continuïteit. Przywara heeft in het jaar 1929 Barth toegestemd, dat het inderdaad in de woorden van den Catechismus Romanus ging om de kern van de controvers, maar hij meende uit den Catechismus Romanus te kunnen aantoonen, dat het Roomsche kerkbegrip involveerde een rusten van het "fide solum" in het "ecclesia solum" 49) en dat in de Roomsche gedachte van de 18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1940

Inaugurele redes | 51 Pagina's

Barthianisme en katholicisme - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1940

Inaugurele redes | 51 Pagina's