GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 50

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

48 zij eens anderen mans wordt^ terwijl de man leeft, zoo zal zij eene overspeelster genaamd worden;" etc. en ook met het oog op wat 1 Cor. YII: 39 staat geschreven: »Eene vrouw is door de wet verbonden, zoo langen tijd haar man leeft j maar indien haar man ontslapen is, zoo is zij vrij, om te trouwen dien zij wil, alleenlijk in den Heere." Mij dunkt, die plaatsen kunnen moeielijk voldoenden steun verstrekken voor het gevoelen, dat ook trots overspel de huwelijksband bestaan blijft. Immers mag toch de regel, dat het huwelijk onontbindbaar is, wel worden vermeld, zonder dat daarbij telkens ook de uitzondering met name wordt herdacht. En bovendien, waarvan was sprake, als de Heiland zeide: »wie zijne vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en eene andere trouwt, die doet overspel?" Niet slechts toch van een feitelijk verlaten, een opheffen dersamenwoning, maar over scheiding van den echt in den strengeren zin des woords. Behalve echtbreuk, — een woord niet minder karakteristiek dan de uitdrukking wederhelft, — hebben velen gemeend, op grond van de Schrift, ook de dusgenaamde kwaadwillige verlating als een verbreken van den echt te mogen beschouwen. En zulks bepaaldelijk uit kracht van wat in den eersten brief aan de gemeente van Gorinthe, hoofdstuk VII, door den apostel Paulus wordt geschreven in antwoord op tot hem gerichte vragen ^), waarmee dan nog werd in verband gebracht de vermaning, in den tweeden brief aan die gemeente te lezen: »Trekt niet een ander juk aan met de ongeloovigen: want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid? en wat gemeenschap heeft het licht met de duisfernis ?" ^) Op grond van die plaatsen in den Bijbel is reeds vroegtijdig geleerd, welk gevoelen nog vóór korten tijd ook Dr. Boedenbeck bepleit heeft % dat de uitspraken des Heilands omtrent de ontbindbaarheid van het huwelijk ,niet in allen deele toepasselijk zouden ') 1 Cor. VII: 12—16 en 39. 2) 2 Cor. VI: 14. s) T. a. p., p. 75.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 50

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's