GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 67

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 67

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

65 sterk is, dat velen onzer tijdgenooten de taal van- vóór twee eeuwen al niet meer verstaan en, om iets te noemen, een omwerking onzer Statenoverzetting voor het tegenwoordig geslacht noodig was.

Gelijk nu in de

taal, zoo ondergaat ook, onder het bestel Gods, het mensclielijk bewustzijn in het algemeen in den loop der tijden zijn gedaanteverwisseling. En wanneer ik nu spreek van aansluiting voor de etliiek ook aan het heden, dan bedoel ik hier met name die gedaanteverwisseling van het bewustzijn die zich in het heden kenmerkt door den overgang van het mechanische tot een betere erkenning van het organische.

Kort uitge-

drukt, of wij ons het universum denken als een kunstig ineengezette machine, waarbij alles werkt door druk en stoot, dan wel als een levend organisme, waarvan de immanente kracht alle deelen saamhoudt en op en voor elkander doet werken.

•sJmJiJt^'^

Deze erkenning van het organisclie uu is geen vrucht van den tijdgeest maar van Gods Geest, die de mannen der natuurstudie er toe heeft geleid om door hun arbeid tot een ontsluiering van zoovele geheimen van Gods schepping te komen.

Door een beter inzicht toch in het wezen

van het sche])pingsleven heeft de denkende mensch onzer eeuw een ooggekregen voor de immanente kracht welke in die schepping leeft en haar doet leven, en zien wij. Calvinisten, in die kracht de almachtige en alomtegenwoordige kracht van God.

Dit zien van ong, menschen van dezen

tijd, is veel rijker dan dat wat aan de vroegere generaties gegund was.Want, zeker hebben ook de vaderen deze immanentie beleden,

zelfs

gepoogd haar in het leerstuk der „gratia communis" een uitdrukking te geven, en er, gelijk VOETIUS, al mag hij niet fot de

„mystieken"'

gerekend, in . de mystiek van het hart de waarde van erkend,

maar

toch mag niet worden ontkend, dat zij zich de verhouding van den mensch tot de natuur, tot zijn medemenschen, tot God, dus zoowel de physische, als ethische en religieuze zijde van het ééne en ongedeelde leven, naar onze begrippen, vaak te uitwendig hebben gedacht.

Wat

nu uit deze betere erkenning van het organische volgt voor de beoefening der ethiek is dit.

Het raakt vooral de religieuze verhouding, of

die van den mensch tot God.

In de oude Gereformeerde ethiek is deze

te uitsluitend als een rechtsverhouding gedacht.

Zeer zeker is zij ook

dit, want Gods recht om den mensch Zijn Wet op te leggen, rust in Zijn recht als Schepper.

Dan, Hij is niet alleen maar Schepper gelijk 5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 67

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's