GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 21

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

17 Somtijds is het eene gebeurtenis, die den dichter treft, diep ingaande in zijne ziel, dan een enkele lichtstraal, doorbrekende door donkere wolken, of ook eene stemming, die langzaam over hem komt. Maar altoos gevoelt hij die ontsluiting als iets dat, van zijnen wil onafhankelijk, hem aangrijpt, als eenen geest, die over hem macht krijgt. Dat is het, wat de Griek bedoelt met zijn £!/&f5--, en analoog daarmede is wat de H. Schrift uitdrukt, wanneer zij zegt, dat de Geest rust op iemand, of vaardig wordt over hem, zoodat hij profeteert. Een Nederlandsch dichter van onzen tijd drukt zich aldus uit: „De heusche maker van poëzie zijn niet wij zelf, maar dat onbekende wezen, diep in ons binnenste, dat de ouden den bezielenden God hebben genoemd." 22) overdrijft ook hier weer, wanneer hij zegt, dat de dichter zittende op den drievoet der Muze, niet bij zinnen is, maar als eene bron, die het aanstroomende water willig toelaat. 23) Is ook het dichten niet eene werking van den geest, die door den wil wordt opgewekt, daaruit volgt nog in geenen deele, dat het buiten het bewustzijn zou omgaan. Eer het tegendeel is waar. De drijving des geestes, die den dichter aangrijpt, spant alle gaven zijner ziel, het verstand niet uitgesloten, en brengt ze tot hoogere actie: de blik des geestes wordt klaarder en scherper dan hij te voren was. 24) Er is echter onderscheid. Bij den lyrischen dichter is het enthusiasme krachtiger, maar ook korter, dan bij den epischen zanger of den dramatischen poëet. PLATO

Het mag echter ook bij deze gave niet worden voorbijgezien, dat zij in de menschelijke natuur zelf haren grond heeft, doch den waren dichter in bijzondere mate geschonken is. Onder bijzondere omstandigheden treedt zij aan het licht ook bij hen, bij wie zij in den regel als verborgen sluimert, zooals wij bij DEBORA, bij HANNA, de moeder van SAMUEL, bij MARIA, bij ZACHARIAS en bij SIMEON vermoeden mogen. Wanneer de profeten door de bijzondere werking van den Heiligen Geest worden bezield en gedreven, moeten we aannemen, dat de natuurlijke gaven van het dichterlijke enthusiasme hun geschonken was, en als het ware den ondergrond vormde voor de hoogere werking des Geestes. Met de inspiratie staat in onmiddellijk verband de dichterlijke taal; In haren oorsprong beschouwd is de taal dichterlijk: zij berust op aanschouwing, niet op redeneering; zij drukt het al-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's