GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 10

Rede uitgesproken ter gelegenheid van den Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

De overige wetenschappen werden niet meer beoefend, met uitzondering wellicht van de geneeskunde, die echter in dezen tijd haar kracht meer zocht in practische handigheid dan in wetenschap *). De rechtswetenschap, weleer beoefend door alle hoogerontwikkelden, was geworden tot een specialiteit van weinigen ®). De philosophic verdorde tot een droge commentariëering van oudere auteurs en een schrale feitenkennis ®). In plaats van behoefte aan wetenschap was getreden een curiositas, de lust om te vernemen, niet te doorgronden, de mirabilia, de delectabilia en andere wetenschappelijke snorrepijperijen, zooals we die in de werken van Gellius en Macrobius als in een achttiende-eeuwsch rariteitenkabinet verzameld vinden'). Maar op het gansche terrein van het geestelijke leven deed de rhetorica haar dictatuur gelden en over de grenzen van haar rijk heen annexeerde zij haar protectoraatsgebieden. Terecht spreekt dan ook Marrou van de cultuur van den lateren keizertijd als van een ,,culture oratoire" *). Evenwel de orator van weleer was geworden tot den declamator van thans; van de drie eischen, die de orthodoxe rhetorica den redenaar stelde, dat hij moest docere, flectere en delectare, was in de practijk alleen de laatste overgebleven. Bovendien had het verlies der politieke vrijheden de ars oratoria in haar uitoefening van een levend bedrijf tot een studeerkamerwerkzaamheid gemaakt, een papieren bezigheid, waarbij van den geletterde geëischt werd, dat hij al wat hij schreef tot op een grein stilistisch afwoog, niet naar hetgeen zijn hart hem ingaf, maar naar wat de techniek hem voorschreef. Zoo ontstaat er een stilistisch raffinement, dat den modernen lezer, in wiens taal het woord rhetorica een ongunstige beteekenis heeft, aanvankelijk afstoot, maar dat hem, bij voortgezette studie voert tot een zekere bewondering, die op haar beurt overgaat tot de verbazing, welke hem behoedt voor een ontsporing van zijn literairen smaak. Alleen wat aldus rhetorisch gestileerd geschreven was, gold voor literatuur en was lezenswaard; al het andere was barbaarsch en het werd voor onmogelijk gehouden, dat in zoo onliteraire taal iets van beteekenis kon worden meegedeeld. Deze zoo minutieus verzorgde stijl echter droeg in zich alle kenmerken van decadentie. Spraken reeds Tacitus en Quinti8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1939

Rectorale redes | 34 Pagina's

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1939

Rectorale redes | 34 Pagina's