GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verdienste of genade? - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdienste of genade? - pagina 53

Rede ter gelegenheid van de achtenzeventigste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

en perfecta ^®^), waarbij — in de boete-problematiek — kennelijk ruimte wordt gelaten voor d e attritio. Wel wordt ze omschreven als voortkomend uit overwegingen over de lelijkheid der zonde en uit vrees voor de straf der hel en andere straffen^®®), maar dat houdt geen disqualificatie in, omdat reeds in het decreet over de rechtvaardiging de vrees voor de goddelijke gerechtigheid ter sprake kwam in verband met de praeparatie voor de genade ^^''). De attritio voert zonder het sacrament wel niet tot rechtvaardiging, maar bereidt er wel o p voor^*^). Het zioh onthouden van een keus inzake attritio en oontritio brengt ons in aanraking met een probleem, dat in directe relatie staat met de complexiteit van het verdienstenbegrip ^''^). En toen de strijd na Trente zioh voortzette m. n. in de 17e eeuw, kwam het tot het zg. attritio-decreet van Alexander VII in 1667, waarin zonder beslissing aan de strijdende partijen het halt wordt toegeroepen •^'°). Wederzijdse verkettering wordt verboden, totdat over dit geschil een beslissing zal zijn genomen door de i«s) Denz. 898. ^^^) jjVel ex turpitudinis peccati consideratione vel ex gehennae et poenarum metu" (Denz. 898). 167) Ygi oyer de „modus praeparationis": Denz. 798. i«8) Denz. 898. 1*8) G. J. Spykman (Attrition and Contrition at the council of Trent 1955, Stelling II) spreekt van de syncretistische uitspraak van Trente en Poschmann wijst er op, dat het attritionisme zich sindsdien ,,um so sieghafter gegen die Kompliziertheit der gegnerischen Auffassung durchsetzen konnte" (a. w^. pag. 107). Terecht verwerpt Anciaux (Het sakrament der boetvaardigheid, 1957, pag. 123) de poging om aan te tonen, dat in de attritio reeds een beginnende caritas-liefde vereist is (vgl. Denz. 798). Het zou een boeiende zaak zijn, de R. K. attritiocontritio-problematiek te vergelijken met Max Schelers beschouwingen over het echte berouw. Zie M. Scheler, Reue und Wiedergeburt (In: Vom Ewigen im Menschen, 1923, vooral pag. 32 v.), die echter ondanks waardevolle perspectieven geen enkel begrip toont voor Luthers en Calvijns inzicht in de boete (pag. 29 v.). i'^") „De contritione perfecta et imperfecta" (Denz. 1146). De opvattingen worden aldus omschreven: „Sive negantem necessitatem aliqualis düectionis Dei in praefata attritione ex metu gehennae concepta, quae hodie inter scholasticos communior videtur, siv'e asserentem dictae dilectionis necessitatem." Over de dogmahistorische complicaties van attritio en contritio zie men o. a. het artikel van Von Heynck, Attritio sufficiens. Franziskanische Studiën, Bd. 31 (1949), pag. 76—133, over H. Dondaines studie: L'attrition suffisante, 1943. 51

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's

Verdienste of genade? - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's