GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verdienste of genade? - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdienste of genade? - pagina 41

Rede ter gelegenheid van de achtenzeventigste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

nimmer verdienen. Daarom wordt het pelagiandsme en ook het semipelagianisme afgewezen en nog steeds wijst Rome — in de discussie over de verdienste — naar het concilie van Carthago in 418 en naar dat van Orange in 529, waar gezegd wordt, dat het voor goede werken, die waarlijk verdienen, noodzakelijk is, dat de genade voorafgaat ^^^). Dit wordt o. a. geïllustreerd met het gebed. Wanneer — aldus Orange — iemand zegt, dat het gebed van de mens toch genade ten gevolge heeft en dus een zekere prioriteit heeft t. a. V. de genade, dan wordt herinnerd aan Jesaja, die zegt dat God te vinden was voor hen, die niet naar Hem vroegen ^^), terwijl voorts in dit verband Paulus wordt aangehaald: „wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen?" "'^). Er is geen mogelijkheid om vanuit onszelf iets te verdienen, iets te ontvangen „ad salutem", nl. door de kracht der natuur ^^*). Immers: hier geldt het woord van Christus: „Zonder Mij kunt gij niets doen." Alle natuurlijke daden missen de aansluiting op de bovennatuurlijke genade ^^^), een centraal motief in de gehele R. K. theologie ^^^), dat met name in Trente vertolkt wordt, wanneer gezegd wordt, dat we tot de genade geroepen worden, zonder het aanwezig zijn ^^) „Nullis mentis gratiam praeveniri. Debitur merces bonis operibus, si fiant; sed gratia, quae non debitur, praecedit, ut fiant" (Denz. 191). ^^*) „Inventus sum a non quaerentibus me; palam apparui his, qui me non interrogabant" (Denz. 176; vgl. Jesaja 65 : 1; Rom. 10 : 20); Diekamp II, pag. 485. ^^) Denz. 179. Zie voorts uitvoerig over de kritiek van Rome op Pelagianisme en semipelagianisme: M. J. Scheeben, Handbuch der kath. Dogmatik VI (3e Auflage, H. Schauf, 1957, pag. 114 v.); voorts mijn: Conflict met Rome, hfdst. IV en mijn artikel: Anti-semipelagianisme?, Geref. Theol. Tijdschrift, 1941. ^^^) „Per naturae vigorem" (Denz. 180). Vgl. de dogmatieken van Pohle, Scheeben, Diekamp, Bartmann en Schmaus, die hierin alle overeenstemmen. ^^^) „Daher kann keine natürliche Zustandlichkeit jemals eine übernatürliche Form oder Gabe als naturgemasze Erganzung erlangen oder erzielen" (Diekamp II, pag. 486). i28j Vgl. de bespreking van de verdienste bij Thomas: „Utrum homo possit aliquid mereri a Deo" (S. Theol. I, II Qu. 114, art. 1). De vraag wordt bevestigend beantwoord, maar „non quidem secimdum absolutam justitiae rationem, sed secundum divinae ordinationis quandam praesuppositionem." De verdienste is altijd: „manifestatio suae bonitatis."

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's

Verdienste of genade? - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's