Verdienste of genade? - pagina 63
Rede ter gelegenheid van de achtenzeventigste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
heeft gesteld.'^'*"). Maar deze aarzeling fungeert verder niet en rustig vervolgt Küng: Trente reageerde „auf die extrinsezistische Übertreibung mit Recht scharf" en „auf den massiven Angriff der Reformatoren folgte ein ebenso massiver Gegenangriff" ^°^). Het ging z. i. tegen de uitwendige exclusiviteit en daarom protesteerde Trente tegen het „sola". Enerzijds dus het katholieke „sola", op grond van de onmogelijkheid tot zelfrechtvaardiging^"^), anderzijds een protest tegen de Reformatie, tegen het „sola imputatione"^"*), tegen de „sola peccatorum remissio" ^'^), tegen de fiducia sola^os). Küng wil nadruk leggen op het complementaire karakter van Trente tegenover de eenzijdigheid van de Reformatie^""). Ik zou echter d e stelling willen verdedigen, dat de qualificaties forensisch, imputatief en declaratorisch allerminst op hetzelfde niveau liggen als „uitwendig". Het was Luther en Calvijn niet te doen om uitwendigheid tegenover inwendigheid, maar om de dimensie van het „van boven", de dimensie van het om niet, van de waarlijk souvereine genade, de vergeving der zonden. Het ging niet om een uiteenrukken van rechtvaardiging en heiUging, niet om heihging als „nevenverschijnsel", als „appendix" van een afgesloten justificatie, maar om het uitzicht op de genade, op de vergeving en op het radicale „niet uit ons", dat met de genade samenvalt vanwege de verdienste van Christus. Er is dan ook alle reden voor de aarzeling van Stakemeier en Küng in verband met Trentes afweer tegen de Reformatie en met name tegen Luther. Hoezeer hier een probleem ligt, blijkt uit het feit, ^0) Küng, pag. 215. Vgl. H. Rückert, Die Rechtfertigungslehre auf dem Trident. Konzil, 1925, pag. 103 v. 2Ö1) Kung, pag. 215. 202) Küng, pag. 244. 203) Denz. 821. 2M) Denz. 821. 206) Denz. 822. 206) Küng wijst ook op Denz. 799: „non modo reputamur sed vere justi nominamur". Vgl. ook Denz. 821. Men zie voor de beschouwingen van Küng i. v. m. Barth en Trente: P. Smulders, Karl Barth verzoend met Trente? (Bijdragen Ned. Jezuïeten, 1958, pag. 77—87); J. C. d e Groot, Zijn Barth en Rome het eens inzake de rechtvaardiging? (Het Schild, 1957, pag. 247-259) en mijn: Recent developments in Roman Catholic thought, 1958, pag. 55 v.
61
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958
Rectorale redes | 92 Pagina's
![Verdienste of genade? - pagina 63](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/verdienste-of-genade/1958/10/20/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958
Rectorale redes | 92 Pagina's