GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

A propós, van d „jongeren”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

A propós, van d „jongeren”.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met belangstelling las ik de uiteenzetting van D's. Knoppers omtrent „den nood van de rijpere jeugd". Ini izijn eerste artikel daarover onderscheidt hij deze in: afwijkers in de leer, afwijfcers in het levjen, (hetzij in grover of „beschaafder" vorm), èn een derde groep, die izich ei'gert aan veler contrast tusschen leer en leven, en verlangt naar eene uitbreiding van de belijdenis, naar herziening; der liturgische geschriften en vooral hiernaar, „dat onze kerken haar roeping in onze ernstig© tijden meer en meer zullen verstaan en de kerk zich meer intensief bezig zal houden met de vragen van onze bange dagen". In een volgenden izin wordt er bijgevoegd welke roeping de „rijpere jeuigd" bedoelt, n.l. de kerkelijke roeping „ten opzichte van Staat en Maatschappij", . ton op; zichte van „die wereld”.

Onder het lezen kwam de wensch bij mij op: kwamen deze ; , rijpero jeugdigen" nu zelf majar eens aan het woord! Wat hen bezwaart, vernemen wij schier uitsluitend Uit de t w e e d e, vaaJc zelfs uit de d e r d e hand; want in de groote steden wordt de gemeentelijke teekening grootendeels door de ouderlingen', niet door de predikanten-Bchrijvers bewerkt.

Maar, dit daargelaten, heb ik iets anders op te merken. Over de twee eerste groepen^ door Ds. K. genoemd, ban ik kort izijn. Alleen de tüchtoefenin'g kan hen en moet hen benaderen. En deze is toch uit de Geref. Kerken niet verdwenen?

Maar aan de derde groep .zou ik willen vragen: wat bedoelt gij toch eigenlijk met die „kerkelij'ke roeping" ten opzichte van Staat en Maatschappij? Wat bedoelt gi) met dat izich meer intensief bezig houden met de vragen onzer bange dagen? Ifc zou dit dadelijk begrijpen^ wanneer zij: dien eisch stelden aaiW het organisch kerkwezen, a'an de christeinheid met positief gehalte. Immers, hoe meer Ware belijders van den Christus hun beiginselen Uitwerken ew doorvoeren in Staat en Maatschappijl, des te meer wordt de orgïinisch-kerkelijko „roeping" betracht. , Maar volgens Ds. K. spreken zij van „onze kerken" in het meervoud, en willen zij dus die taak opleggen aan de geïnstitueerde kerken. Maar laat er dan toch in vredesnaam eene duidelijker omschrijv ing komen! In den Efeizer brief is klaarlijk aangeduid waartoe de kerkelijke leeraars geroepen izijn, en het ütgt volop in den aard der zaak, dat bij eene grondige Schxiftuitlegging en eene toepasselijke aJanwending van Gods Woord gedurig de rechte levens beginselen voor allerlei terreinen en sferen worden genoemd. 'Men kan in een piakhuis waar kostbare en nietswaardige en schadelijke voorwerpen opgestapeld door elkaar liglgen, geen heldere lamp hoog ophangen ol er komt ondersciheidingi. Als vanzelf brengt dus eene goede gereformeerde predikinig handwijizers op den levensweg „in Staat en Maatschappij". Maar uu vorder? Wat kunnen of moeten de kerkelijke instit'uteln, of de geïnstitueerde kerken meer doen? Laat de bezwaarde „joiigeren" dit na een» aan­ geven.

’s-Gravenhage, 9 Febr. 1921.

GIJBEN.

Met groote belangstedlinjg begon ik niet kennis te nemen van wat door Br. S. te H. onder „Stemmen uit onze Kerken" in no. 19 van „De Reformatie" voor „izoekenden naar izekeriieid" geschreven werd. Met het lezen daiarvan aan 't einde gekomeni, was ik echter .grotelijks teleurgesteld.

Br. S. dan raadt den bekommerden lalan nieit alleen te bidden om, maar ook te d ia n k e n voor de vergeving der izonden, omdat Gods Woord de vergeving van^ zonden toezfigt aaai wie z'n zonden belijdt.

Mij bevredigt dat niet. Integendeel, bang ben ik, dat aan bovengenoemde kranken 'n verkeerd medicijn geboden wordt. Laat me beginnen met te aegganj dat ik het geheel eens ben met het kanselwoord tot de bekommerden gericht, door Br. S. met instemming aangehaald: „Als gij van harte Uwe zonden den Heere hebt beleden, dan gebiedt u Gods Woord te gelooven, dat uwe aonden U veiigeven zijn. Als gij', opgestaan na zulk een gebed nog twij'felt aan de vergeving uwer zonden, , is deze twijfel schuldig ongeloof”.

Accoord! Maar dan' volgt: „Edoch •— de ervaring heeft mij geleerd, dat er nog een andere stap gedaan dient te worden, ©er de blijdschap der zekerheid der sch'uldvergeving in zoete bevinding wordt genoten". En die andere stap bos'baat dan, aooals boven gezegd, in het „danken" voor de vergeving der zonden.

Ik vraag me aelf af: is hier danken op z'n plaats'! Wordt daardoor niet juist bet bloot histO'risch geloof aangekweekt! Wordt door zulk een „dankzegger" niet iets g'aziegd, waarO'p zijn hart geen „amen" zegt; niet iets genomen, wat hem niet toebehoort? Zal zulk danken in de ruimte steUen, en levenskracht en blijdschap geven?

Mij dunkt dat den bekommerden wat anders moet worden gezegd, en wel dit: „Wanneer ge O'precht Uw Z'onden beleden hebt, dan gebiedt Gods Woord u te gel'ooven, dat uw iaondan U vergeven zijini. En wamieer ge desondanks niet gelooven kujnt, vanwege de kracht der inwonende verdorvenheid, — begi'n dan niet met danken, maar met aeer diep voor God u 'te verooitm'Oedigen, te veroolmoedigen over Uw ongeloof, , en te vragen, of de Hee're door Zijn Geest die macht des oogieloofs ter neder werpen wil, opdat ge op Zijn Woord, dat tO'Ch de Waarheid is, van' harte ^, amen" mooigt aqggen, en op Zijn b'eloften kinderlijk vertrouwend moiogt leeren steunen”.

Ik wenschta wel, dat iemiand die zielf dezen strijd kent en Uitgestreden heeft, hierover in den' breede eens schreef. Zeer velen in onze Kerken zou hij daarmede een grooten dienst bewijzen.

J. B. JANSEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

A propós, van d „jongeren”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's