GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET DOEL DER „JONGEREN”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET DOEL DER „JONGEREN”.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

De „jonomigeren" willen ook', dat na al de (zeer gewis nooiidzaKeliJke) waarschuwingfen ten opziclite van Ide „moderöe cultuur", het acoent eenB 'düildelijk gelegid aal woi-den op d© positiievie roeping, v, ain Üen ohrilsten in Idezen. Zij' willen, dat na Iden diepen klaaig'zlajig 'pver , de jammerlijke ontaajJdiOig van dez'en tijd, ook duidelijk gehoorid wordt een frjssche dainMoon om de subliemte gaven, die Grold over lonis uitstort in de nieuwe cultuur.

Stelt de ontmbeiLinjg met dezfe reuisachtige wereld van Inieuwe feiten en gedaohten deïi jj'ong'er'e" voor vraag'stukben, die hi| Maar niet eensldapis met een beroep op ide ouidè traditie oplossen kam en nog minider als onnoodijge „veïmöedenis des vleesches" ontwijkteo. wil, — dan wien'scht hij niet terug'geöuwd te worden met het gieestig scheïdwoord „piroblemen-Sjouwer", maar wil hij van de „vooraanstaande" mannen erkienniag en voorlichting.in zij'n eörlijken Strijd.

Vindt d© „jongere" die eerbiedenis voor zijh ernstig vragen op de kansels en ki de pers-tathedete, vanwaar weiek! aan week voor het volk het liohtwoord woridt ontsloten?

Wij gelooven, dat de „jongeren" niet onbillijk: zijn, wanneer zij klagen, dat het accent in den regel gelegd wordt op de nejgaitieve waarschuwing tegen de nieuwe oultu, ur, „de god dezïer eeuw", en te zeldzaam reüsening gehouden wordt met het contact, dat Grod, de iK|onin, g der eeuwen, eischt tusschen het Waoiid en den tijd, dien Zijh© voorzienigheid baart.

De taal naar het hart de!r „jongeren" spreekt een man als pirof. Bavinok, wanneer hij' (in zijïi orajtie „Modernisme en Orthodoxie") getuigt: „Niemand, die meeleeft met zijb. tijd, kan in elk op'zicht tegen al het mlddtem© geÈant zijn. Zooals de moderne Iheolagie over het algem'een nog veel sterker uit de christelijke traldiltie denkt : en leeft dan zij zelve vermoedt, zoo staat ock de orthddoxie, tenzij zij' feich geheel van hare omgfeving afsluit, in zwakker of sterkeoi mate onjder den invloed van de geesteSistroomkigen dezer eeuw." En verder: „Zooals Bunsen al voor jaren het Semitische van het Christendom in het Japhetische wilde omizetten en Carlyle de Hebreeuwsche gewaden voor de heden-'daagsche chriistenen niet mfeer p.as'send vond, zoo zijn alle richtingen en partijen in mteeröere of mindere mjaifie aan een „Neubau" bezig, en stellen !zij pogingien in het werk, om het .aloude Christenldom te versoenen miet de moderne cultuur. Dat is eene eig© naar d ighei d niet van é éne richting, bijv. de moderne, maar van alle richtingen zonder onderischeid; fen de vraag is alleen, of men bij deze pogingen tot verzoening het Christenidom', althans wat zijn wezen aangaat, behoudt of verliest-Denkt bij'v. aan de talrijke en ingewikkelde vraagstukken, die bi; J de historische critiek van Oud-en Nieuw-Testament, bij d© dogmatiek en de ethiek, bijl de evangeli'sati'e, de aenlding en de armenzorg, bij het straireoht, de isociale wetgeving, en de igrenis der staatsinmenging zich voordoen, en ieder jgevoelt, dat wij' allen nog toekende zijn en het laatste woord nog niet spreken kunnen. (Spatiëering van toij', W.)

Laat ik hei zoo algemeen, en tegelijk zoo duidelijk nioigelijk, 'zeggen: In de sfeer ider „jongeren" is een beginsel van onrust fen ontstemming, omdat in de officieel© kerkelijke wereld teveel en te een-^jdig het acoent gelegid wordt op de h a n d h a v i n g van de oud© traditie', en zij begeeren daaïom, dat nu eens ernst zal woeden gemaakt met den echt-reformatorischen plicht van ontwikkeling en vooruitgang. Hun doel is niet, dat de kerk als zoodanig, vooraits, tr©vend zal zijb, — de keirk op zichzelf mag evenmin progressief zij'n als conservatief, — maar wel, dsit doofr de tijidigei verlegging van het accent .het, voor den bloei van het kerkelijk leven noddaakelijikiej organische evenwicht zal worden bewaard.

In „de critiek, der jongeren" laat Aalderte zich uit: „Ik voel het als een plicht dit' uit te spreken, dat de toon, die in onze kerkelijke pers over het algemeen aan hetj wop-rid is Xguïi^stige uitzonderingen nieit te na gesproken), ontegenzeggelijk |de conservatieve sitroomiiig, velTaadt. Vanldaar yeler ontevre'denheiid.

Boelde men zich toch niet in, Hat de meening onzer kerken zuiveir vertolkt wordt, wanneer zoo afdoenide isicherp; ge-ja veroordeeld wordt in de z; aak Netelenboisi, in de verhoulding tot d© N. iCi, S. V., in de waaiidieering van de Ethijschen. Men zwijigti ja, maar velen, ook onder de predikanten, zijn een andere meening ^toegedaan. Het publieke P; ersooi€eel is nog niet Iti^l^^fideel der Giereformeerde kerken.”

Men houde in het oog, 'dat Aalders dit ischreief idrie jaren geleden. Er is sinds dien wel iets verarideiid. D© nevels won'den dunner, en daar waait een lente-koieltje door |de lucht. Maar nog blij'ft dit woord van kracht, — en het is echt een woord der „jongeren": „M.i. vraagt de tegenwoordige feituaiti© onzjer kerken, dat offi'Cieel en publiek tO't uiting komte d© mleer yooruitlstiievenlde richtmg. Wat er werkt (en woelt én gist moet in het Ucht gebracht." En dat idcKie drang naar ver}ongin, g geen bolsjewistische bestorming van het oude, in trouwe traditie bewaande leven, is, bewijlst Aalders mtet een keur van citaten uit Dr. 'Kuyp'Cr's werken, uit zijn „Calvinisme en Reviisie", „Uit het Waoj? d", „Bedoeld nóch geziegd", „Predication" enz. Men 'zou kolommen kunnen vullen met de reformatO'risohe taal van Dr. Euyper, om te illusitreeïen, dat hij was da epigoon van den voioruitjgang, en t© bewijzen, dat de „jongeren" zich op: hem kunnen beroepen tegenover de (gedraging dér kejrk in dei laatöte vijf en twintigl jaren.

Wij volstaan met dit ééne (Predicaliën, bl. 317): „In laansluiting , aan den vorm , onaer vaderen, o gewiS'S'elijk, want we kennen geen anider leven, 'dan waarin 'zij gejuicht hebben, en dat in hun, vormen ons werd aangebracht. Maar toch, pnze roeping is het, niet in hun dagign, maar in onzen tijid to houden, wat We in Christus; hebb'èn, ©n daarom!, uit onzen tijd moet de stof genomen, waaruit thans die vorm 'wordt bereid.”

Dit is, klaar en kort, , het doel 'der „jongeren", ; en izij komen toit de kerk met 'de bede, dat dit woord van 'den reformatoï niet enkel een mooi-khnkend© leuze, maar ©en pToglram van daadwerkelijk© actie zij.

Op twee punten wil ik nu naider toeUchten, wat de „jongeren" m'Ct dezle ontwikkeling en vormvefandiering bedoelen. He^t ; zal ons dan duidelijk worden, dat doo'r d© verlegging van het accent de weg , gebaanid W'O'ildt tot ©en positieven groei van het leven.

Het teerste gleldt de belijdenis en het dogma. In haar bes'ef is onze kerk die bewaaïster |der orthodoxie, in dien zin, dat zij zich rustig, helaas soms een tikje zelfvoldaan, voelt in het feit, dat zij de leer bezit .als een door de voorgesladi'ben veroverde en secuuï bewaariie leer^schat, dien zij op haar beurt ongehaivend' beeft oveï te dragen laan hèt nagelslacht. Nu is er m dien term' „orthodox" een elemlent van gezonde waarheid, namelijk de geoorloofde pretentie, dat de 'gereformeerde kerk naar verhouding op 'dit oogenblik de waarheid Jiet dichtst benajderd en het zuiverst gefoxmuleerd heeft. Maar verdet ma(g d© kerk" in deze p'retenti'ej niet gaan, z'al 'd© orthoidoxie haar niet to-t ©en vloek in plaats vajn een kracht-zegen wor'dlen. Indien de kerk zich •orthoidox waant in dien zin^ dat ziji in haar leer d© adaequate (volledig overeenstemmende) uitdrukking van ide waarheid bezit, dat zij' dus ontslagen is van de taak haar belijidenis steeds strenger aan de waarheid te toetsen en de waarheid zelf idieper aan De boren, — indien zij meent, dat zij reieds het antwoord heeft op' de groote problemen, idi© id© nieuwe tijd met zijn enormtei cultuur haar stelt, dan is zij een .église s, aitiB(faite (zelfvoldane kerk), waarwan voor de toekomst niet veel is te hopen, en die iden band met het jionge geslacht, dat wèl den veranderden tijd .aanvoelt, verbreekt.

Dr. Bavinck waarschuwt daaïom' dringend tegen het jdoodenid elemient, dat er schuilt in de orüiodoxale pretentie. „Van ho'Oger standpimt uit be-'schouwid", zegt hij' in 'zijn reeid's m'eerm^alen genoeoiJde rede „Modemisn: i; e en OrthO'doxie", „zijn ide namlen orthodox en mod'em kleinzielig en enghari; ig te noemen." „De naam orüiodox ïegit alleen O'p overeenstemming met de belijidenis nadruk, alsof dit het ©enige en het hoogisite ware. Daartoe bastaalt nu in .ide Grieklsche en de Roomsche Kierk misschien ©enig recht, omldat 'het geloof daar nietsl meer is' dan ee-n moidus aslsensns (bloote toesfcemm'ing) ivan de waarhed-en, welke de kerk belijdt'.' Maar d© fi'dös salvifica (levendmakiend gelO'Of) droeg in Ide ReformaJtie van den aajivang af ©én gansch amider karakter; ze wais ©en zaak meer van hett hart, idan van het 'hooÉd, 'een vertrouwen op; 'Goidis genade in Christus, en leene verzidfcei^'dhiei'd des heils. De naam' oiihoidbx miskent dit 'element geheel en geeft öen indruk, alsof instemming met de belij'denis het leen en , al ware; en dat is het niet en mag het niet zijn.”

Zoo is het. En wie het anders leert, of prafcüsciH aniders beleeft, helt meer naar het roomsoh© 'dan naar liet gerefoirmieei^de beginsel. Wij noemen ons niet & & 'Orthodoxe, maar d© gereformeerdiei kerken. En in dien naam' „gerefoirmieerld" ligt (om nog eens met , Dr. Bavinck t© spireken) „©enerzijds op'gfeslotten aansluiting aan het verleden, historische continuïteit, handihaving van de cihristelijkie belijdenis, zooals z© in de Reformatie overeenkomstig dö H. Schrift van Roomschi© dwalingen gezuiverii werd; en anderzijds de eisch en de plicht, om naar d©^© schriftuurlijk© en hisitoriisch© beginis©l©.n leer ©n leven van eigen persoon en gezin, en voorts van onz© gansche omgievingi, voortdurend te herzi'on. (ik spatiëer, W.).

De klacht der „jongeren" luidt, dat, wel niel; theoretisch, maar jpraküsch, de gereformeerd© kerr ken te zeer die „houdiag" van oirthodoxe kerken (gelijk boven omschreven) hebben aangenomte'n, en daarom-dringen zijl opi m'et de vraag, dat nu eindelijk eens ernst gemaakt zal worden ten opizichte yan. den reformaitorischen eiscjh tot beirziening.

Het doel der .„jongeren" ÜS', dat 'wiji prakti.Sdi. meter gereformfeieirid zullen worden, 'omdat we j, n beginsel gereformieerld zijn.

Onze taak is thans niet op; het vraaig'stuk vaxi d© herziening en verheldering, der leer bijizonderlijk in te gaan. Wij! zoniden alsdan genoodzaakt zijn onze lezers m^ee te slepen in een dogmatisch, jen ten deele wijisgeerig, beto'Og, dat dö aanidacht voor de kern der door ons vooruitgeziett© kwestie wellicht verdoffen, en bovendien het perk' de^r onfe toegewezen ruimt© verre overtreden zou. Te gelegener .tijd zal zeer zeker, zoo ons blad aan zijn program geltronw wil wezen, in fijnere détailleering het pl'eit voor id.e reformatie der leer wordeni gevoeld, en daarolm beperkten wij ons thans tot het noemen van d© belangrijkste problemen.

Daar is eerst het d-ograa der oj)tenbaring, waarvan het gezichtsveld verbreed is door Ide schitte-

rende studLe van Dr. Baviiidk!, „De wijsbegeeïte der openbariag." Het Kan, 'door wie van dit werk ernstig stuidie maaft, nieit wolfden geloocbend, Idat, mede tengevolge van. de „triomfen der weitien'schap" en Iden opbloei der wijisbegeerte, het begrip der openbaxing kenkrifeeb is veriduidelijkt en de horizont Ider openbaring tot veel diepör verte is verwijd.

Op IdeizeMde wijze heeft maiohtiger 'studie van het cultunxleven der oiulde Ooistersche volken ons inzicht ia het ontstaan !der Schïift verhelderd en voor 'het zuivefdeï veristaan van het Woord Grods den weg bereid. In één woord: onze beschouwing' van (de Scbrift draagt meer een organisch Karakter. De Schrii^ i's voor ons meer geworden een leven^ boek, dat niet alleen uit den hernial, maar ook in veirbanld met [der 'tijden gieboren is. (Het menschelij'K elemlent is naast, (of wilt ge) in den goddelijken factor 'duidelijker herkenö. En nu hebben wij meer Jicht, niet alleen over het ontstaaUi van 'de afzonderlijke bijbelboeken en van 'den kanon in het algemeen, maar ooK over het leven der patriarchen, het wetboek van Moziös, 'é& geschiedenis van Israël, de taal ld er profeten, het milieu, waarin onze Heilanld optraJd, bet begrip Logos bij' de apostelen.

Ik wijs er voorts op, Idat Ide natuuïwetenS'Cihap onis mieer licbt .geeft in 'de geschiedenis 'der schepi-. ping, dat idie kennis-thebretiisohie wijsbegee-rte ons materiaal geeft tot diepier inzicht in het wezen des geloofs, en de onljdjeÈkingen vam de psychologie ons kunnen helpen het begrip inspiratie beter te benaderen.

Men zegge niet, dat |dit alles slecM's taak is van de theologische wetenisclhap', — Ide kerk is geroepen hare belijdenis in overeensibemlming , met die wetengchap te ontwikkelen. Zij' moet als kerk het Woord Goids spreken voor Idiezen. tijd.

Wanneer de Schrift zelve ons het techt en idé'n plicht igeeft, „om naar ide psychologisdhe en historische voo.rwaarden onlderz'oek te idoen, waaronder openbaring en inspiratie, vleeschwording, en wedergeboorte en het oirganisch karalrtel' van al dezle wondere feiten in het M^cht te stellen", (Dr. Bavinck) en 'Gold ons in Idön weg van gieheiligide wetenisciiap jmiet nieuwe winsten zegent, dan mag ide kerk djeziö kennis niet versmaden, maar moet !zij' verstaan wat het zieigit in Idezte' eeuw eb voor diéze eeuw een proifeitiesise Gods te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

HET DOEL DER „JONGEREN”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's