GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Adres voor deze rubriek': B. Wielenga, 2de Gonst. Huygensstr. 46, Amigierdam).

• W90'^' Bij toezending v, an uitlmipsels, gaarne vermel-, ; Müg van naam: en p, dres des afzenders. Zekere' ||N. M| zond een Iknipsel uit „De Telegraiaf", dat Ijttiet geschikt is.

Het hier voljend ; toegezonden stukje, uit , „Het pVolk'' (van de Ê.and van Kleerekoper) is de moeite Kwel waard, vooral om de ethische beteekenis, welke, |ijde schrijver toefcent laan het socialisme. Hier is een , wenk tot zelfkritiek.

L o o p u i t.

Het was op een Zondagmorgen, 'n herdenkingsbijeeulvomst aan den honderdsten geboortedag van Friedrich Engels gewijd, door de Amsterdamsohe Paj-trjfederatie bijeengeroepen. Er was zeer niooie muziek, zang met vioolbegeleiding. En er was een spreker. Die spreker was Loopuit. Omdat hier grondige kennis van socialistische litteratuur noodig was, wilde het onderwerp tot zijn recht komen, had men hem gekozen, den man, die alles gelezen had.

] Die morgen werd 'n openbaring voor mij', en voor menigen (anderen hoorder, denk ik. Want niet tot zijn boekenkast, maar tot zijn hart gaf hij ons den sleutel. Engels, de zelf-verloochenaar, die zijn leven en weten offerde aan Marx, den grootere dan hijzelf, opdat deze ten volle zijn wereldomvattende taak zou kunnen vervullen — dat was liet uitgangspunt van Loopuit's rede. En sprekende daarover, geraakte hij in vervoering en zijn hart ging open. Dat hart, waarin geen bedrog was, waarin plaats was voor niets dan voor „de pai'tij". „De pai-tij", die hem geen verdriet kon doen nog zoo groot, of het verzonk aanstonds in het niet voor die groote liefde, en hij hervatte , zijn werk voor haar. Heine zegt, sprekende van zijn moeder: „Dat mooie hart, dat mij zoozéér heeft liefgehad". Zulk een hart ontsloot hij ons in dien morgen, toen zelfverloo'Chening zijn thema was. En wij luisterden ontroerd naar hem, die uitging boven zijn spreekkracht en uiterlijke persoonlijkheid, en ons izijn allerheiligste binnen opende, waarin alléén de eigen naam van het onzienlijke mag worden uitgesproken. „Zulk een vriendschap" (ik hóór het hem weder zeggen, terwijl ik het hier neerschrijf) „kon alléén een sooiaiïst geven, alléén het socialisme maakt de zuivere vriendschap, mogelijk."

Dat kon hij gerustelijk zeggen, die onbaatzuchtig en onbeloond alles gegeven heeft wat een goed, geleerd en wijs man te geven heeft. Een man van eer, van trouw, van geloof.

Indien het waar is, dat geven zaliger is dan ontvangen, dan moet voor dezen mensch het aandeel in de zaligheid zeer groot zijn.

„Bekeering" va.n een suffragette.

De heer M. uit Nijmegen zendt een treffend stukje autobiografie van Miss Pankhurst.

Uit reactie miskent de Miss (wel wat te bar hjetgfeen ze vroeger bewonderde. - ^^^^i^ÉlS;

Maar haar woord - is getuigenis.'"'

JVIiss Christabel Pankhurst, wel bekend door haar onzinnig ijveren voor vrouwenkiesrecht in Enge-' land, die allerlei wandaden bedreef om de aandacht te trekken voor haar streven, schrijft nu in de „Toronto Daily Star", 22 Jan. 1.1. o.a.:

„Ik ben dankbaar voor de hoop, die de Bijbel in deze tijden van storm en donkerheid geeft. Wij hebben den groeten oorlog doorgemaakt en velen onzer meenden, dat die oorlog de laatste zou zijn. Hoe kon iemand zoo dwaas zijn, daaraan te gelooven? Het antwoord is, dat wij den Bijbel niet behoorlijk gelezen hebben. Wij dachten in onze domheid, dal de mensch de redding der wereld, zou tot stand brengen. Wij vinden in Qods Woord, dat het Gods plan niet was, met dezen oorlog aan allen oorlog een eind te maken. Deze kiijg kon de zonden niet Uitdelgen, die de oorzaak van lederen oorlog zijn, en zoolang' de oorzaak van den oorlog blijft bestaan, kan deze niet ophouden.

„Niemand had mij ooit gezegd, dat God Zijn eigen weg volgt om vrede op aarde te brengen. Ik geloofde, dat de axbeidersbeweging en de vrouwenbeweging en nog meer bewegingen de wereldvragen zouden oplossen, maar dat is niet gebeurd.

„De vreeselijke gebeurtenissen, die nu dreigen, zijn een roepstem om uit te gaan en het Evangelie te prediken aan allen, die luisteren willen. „Wie den Bijbel bestrijden, bestrijden God. De ciitiek onzer dagen ontneemt het volk zijn Bijbel. Het heet zwakzinnigheid, den Bijbel te gelooven, maar als dat Boek weggenomen wordt, zijn wij blind en tasten in de duisternis.

Groot-Nederland.

Onder dezen titel schrijft Prof. van Schelven een leader in het „Geref. Jongelingsblad".

Ja, op nationaal gebied hebben we ook dringend een reformatie noodig.

„Wilhelmus" zingen alteen is niet genoeg'. We moeten ook hebben ontw; aking van nationaal bewustzijn, zonder natioaale zelfoverschatting.

„Wij willen Holland houden"! Niet alleen als een vrij en onafhankelijk Staatsgebied. Maai-ook als volksleven met een eigen karakter. Als een afzonderlijke beschaving. Die wel dankbaar van haar buur-besohavingen overnemen wil. Maar weigert er zich door te laten opslorpen. En wat zij overneemt ook maar niet zoo zonder meer bij haar bezittingen inlijft. Maar het vooraf van haar eigen keur voorziet; nog meer: omvormt tot het bij haar oud, oorspronkelijk goed is gaan passen.

Hoe gelukkig is het in verband daarmee, dat wij veel, veei grooter zijn dan wij 'gewoonlijk denken.

Op een uiterst gelukkige vrijze heeft H. M. de Koningin-Moeder onze nationale roeping eens omschreven in de woorden: groot te zijn in alles, waarin een Idein volk groot kan wezen! En sedert zij het deed is het haar dan ook reeds tal van malen nagezegd. Bij allerlei gelegenheden.

Toch! laat ons met die uitspraaJc voorzichtig wezen. Niet vergelen althans, dat zij gebezigd werd met het oog op Holland als staatkundige grootheid. Maar niet ter aanduiding van een afzonderlijke, Icarakterislieke beschaving.

Had ze dit laatste beoogd, dan was het onmogelijk geweest haar zonder protest te aanvaarden. Want zeker: het Konmkrijk der Nederlanden is maar klein. In een enkelen dag spoort ge het in zijn , grootste lengte door. En welgeteld even zeven millioen inwoners heeft het van de Dollard lot de Schelde, van Den Helder tot Maastricht.

Maar mannen en - vrouwen, die onze Nederlandsche taal spreken en dragers zijn van di© afzonderlijke Dietsche beschaving zijn er heel veel meer. Verspreid over twee groote centra builen ons vaderland. Over Vlaanderen, met een rand daaraan zelffe nog in Noord-Frankrijk. En over Zuid-Afrika; de Kaap, Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Is het werk van Guido Gezelle niet een van de gaafste vruchten van den boom onzer Nederlandsche letterkunde van den nieuweren tijd? Niettemin was deze töovenaai: met het woord een kind van het Vlaamsche land. Hij niet alleen: wio weel niet dat van Verriest en Rodenbach, twee andere met groot taallalent gezegenden, hetzelfde geldt. En leeft te Potchefslroom niet een ïolius. Om met zijn lied de verwantschap van hel volk daar met het onze te bewdjzen?

Ja, er is een Groot-Nederland! Staatkundig niet. Maar wal beschaving aangaat, zeer zeker.

Laat ons, om ons van onze nationale roeping te kwijten, dat minder uit hel oog verliezen dan wij plegen te doen. Samenhoorigheid met de beide andere takken van den Nederlandschen stam gevoelen en beoefenen: weinig dingen kunnen ons èn rechtstreeks èn middellijk in deze zooveel nul brengen ter bereiking van ons doel, als dal.

Rechtstreeks, omdat eendracht macht maakt!

Zullen wij afzondeilijk in het concert der nationaliteiten maar een zwak geluid kunnen doen hoeren, schouder aan schouder geschaard kunnen wij' onze stem luid doen klinken en vast.

Maar ook middellijk brengt ons een samenvaren van onze HoUandsche bai-fc met die van Z'uid-Afcika en Vlaanderen verder dan wanneer wij alleen de booge zee in trachten te stevenen. In het land van den G'ulden Sporensla, g en aan de Kaap brandt het Nederlandsche leven feller dan ten onzent. Omdat 't daar benauwd en gedrukt wordt. In België moet' het met handen en voelen werken om niet door de Fransohe beschaving te worden geworgd. In Zuid-Afrika moet het diep ademhalen en ai zijn spieren spannen om niet onder de Engelsche begraven te worden.

Wij', die zulke stonnen om ons wakker te houden niet kennen en die er daarom wel eens wal veel over denken kippen te gaan houden om ons leven dan vooral te vullen met dagehjksohe zorgen naar aanleiding van de vraag of de kammen van die beesten wel goed rood zijn, wij kunnen er niet anders dan bij winnen wanneer we er veel aan denken, dat die twee worstelaars om hun leven zelfs nabij familie van ons zijn.

B. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's