GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. JULLMANN.

XCIV.

75. Ex Ungue Leonem, ofte Dr Doedes' Methode van Symbool-uitlegging op een enkel cardinaal punt getoetst. Amsterdam, J. H. Kruyt, 1882.

Ofschoon pas in 1882 uitgekomen, loopt deze brochure toch over een dispuut, dat reeds in het begin van 1880 begon (In de voorrede, blz. 5, staat a.busievelijk 1881).

Een evenement in de kerkelijke wereld was in 1880 de verschijning van Pirof. Doedes' werk: „D^e Nederlandsche Geloofsbelijdenis en de Heidelbergsche Catechismus, als Belijdenisschriften der Nederlandsche Hervormde Kerk in de negentiende eeuw, getoetst en beoordeeld". Het eerste deel: De Nederlandsciie Geloofsbelijdenis, kwam in het begin van dat jaar bij Kemink & Zoon van de pers. De bedoeling van den auteur was om te onderzoeken, óf de Belijdenisschriften zóó in alles conform Gods Woord zijn, dat er „niets in is te veranderen of te verbeteren". Zoo is dan Pjof. Doedes aan ihet toetsen en beoordeelen gegaan, artikel voor artikel, zinsnede voor zinsnede, woord voor woord.

En deze zijn critiek op de Geloofsbelijdenis werd toegejuidht, niet het minst door modernen, maar vooral door groningers, door diezelfde groningers tegen wie Dr Doedes eertijds zijn brieven over de Godheid van Christus had geschreven.

Terstond na het uitkomen van het eerste deel dezer critiek, begon Dr Kuyper in Die Heraut (nrs 115—118) een artikelenreeks: Welke Godgeleerdheid er te Utrecht onderwezen wordt? En omdat in dit boA'. van Doedes over de Confessie, tal van fundamenteele stukken der waarheid op den meest beslisten toon geloochend werden, signaleerde De Heraut dit geschrift als een in hooge mate zorgwettende openbaring van de ongelooflijke wijze, waarop, terwijl de gemeente gerustelijk insluimerde, de orthodoxie in deze lan-'denreeds weer verliep. De Heilige Drieëenheid Gods, de erfschuld, de kinderdoopi en wat niet al meer, werden ihier openlijk, door een hoogleeraar, die voor orthodox doorging, aangetast. Dr Kuyper toonde nu aan, dat Dr Doedes in deze drie cardinale hoofdpunten, op' dezelfde lijn liep, waar alle Unitariërs zijn langs gekomen.

Dit werd hem echter euvel geduid door Dr Bronsveld, die in het .Aprilnummer der Stemmen voor Waarheid en Vrede, 1880, schreef:

Hce zullen wij: bet gedrag van Dr Kuyper noemen, die van Dir Diaedes' werk even inzage genomen hebbende er ettelijike zinsneden uit overneemt, die het geheele werk verdacht mdeten maken, en daarmeie optredend opi den treurigsten : iammeri, ooa, piroit. Dioedes voor een ketter uitkrijt in de ooren van „boeren en buitenlieden".' Ieder, die niet voetstoots overneemt, wat Dï Kuyper beweert, laat zich daardoor niet vervaren; maar is het niet bedroevend, dat een man van zooveel dogmatische studie als Dr Kuypler heet te zijn, een man als plof. Dioedes op deze Wijze bejegent, en de sancta thedogia dus onwaardig behandelt? Laat hem Dr Doedes weerleggen! Zeker, het is gemakkelijiker het (Olp een huilen te zetten over den val van prof. Dioedes, en uit zijn boek zoo mogelijk goud te slaan voior de vrijle universiteit. Maar ieder zelfstandig, eerlijk man walgt van dergelijke ptaktijken en houdt opi iets goeds te hopen van een slichting, welke met zulke hulpmiddelen moet in 't leven gehouden worden. Dieze aanstaande hoogleeraar (wijl geven hem dien titel UQOiit) is bezig zij!n doctorstitel zich onwaardig te maken, door een collega, die een ctaatf van moed vernchtte , en een geleerd werk schreef, te dagen vdor cte rechtbank van het profanum vulgus.

Naar aanleiding yan de verschijning van het Tweede Deel der studie van Doedes (over den Heidelbergschen Catechismus) Ifc'wam De Heraut in Maart 1881 op deze uitgave terug, terloops opmerkende, dat niemand er ook maar van verre aan dacht om aan Dr Doedes het recht te betwisten' om te doen wat hij deed. Neen, maaf het bezwaar was, dat hij zijn meeningen niet als modem, sociniaansch of groningsch voordroeg, maar als orthodox, als zuiver gereformeerd. En om aan te toonen, diat Dr Doedes 'historische documenten loswrikte, zelfs zonder de historie van haar wording te kennen, wees D e H e r a u t (nr 171) op wat Dr Doedes over de „eenvoudigheid" |van het Goddelijke Wezen gezegd had, waarbij hij' zich aan een revisie van dezen term 'had gewaagd, zonder dien te verstaan. De slotsom van dit artikel luidde:

De toieifcomst zal leeren, dat Dir Doedes voortaan geëerd en gelaoffl zal worden, om de uitstekende studiën die hiji wijdde aan de bibliograp'hie onzer formulieren; dat ingang zullen vinden enkele uitnemende correctiën van uitdrukking, die hij voorstelt; maar dat hij, idm invloed opl den inhoud der Confessie uit te kimnen defenen, zelf te ver van haar heerlijlke Bielijdenis afging.

In den vorm van een personificatie van Art. VII der Belijdenis, schreef Pjof. Doedes vervolgens in de Stemmen voor Waarheid en Vrede, December 1881, blz 532 deze-klacht:

„Verbeeld u nu toch eens wat Kuyper durft doen. Daar verklaart hij te belijden, dat de Dïieëenige God de almachtige Schepper des hemels en der aarde is — en dat in openbaren strijd-met onze Geloofsbelijdenis en den Heidelbergschen Catechismus! Volgens ons is 'niet de Drieëenige God, maar God, de Vader, de Schepper van hemel en aarde... Wat geeft Kuyper nu recht, om zich zoo vierkknt tegenover ons te plaatsen? "

Hiermee was de teerling geworpen. Dr Kuyper zag zich nu genoodzaakt (De Heraut nr 207) de desbetreffende bladzijde uit de dogmengeschiedenis aan Pïof. Doedes even opienlijk voor te leggen, als deze zijn stuitende afdwaling van het Christelijk geloof driestweg voordroeg.

En toen Prof. Doedes daarna in de S t e m!men van 1882, blz. 1—10, een artikel plaatstej „Wie is de Schepper van hemel en aarde, volgens 'de Belijdenisschriften der Ned. Herv. Kerk'', en daarin een poging waagde om de Synodes van Antwerpen en Dordt zijn Tritheïsme in 'den mond te leggen, toen bleef in De Heraut (nr 213) het tegenbewijs ook daarvan niet uit.

De geheele artikelenreeks over dit dispuut, met uitlating van een enkelen overgang en eenigszins anders ingedeeld, werd daarna in een dun boekske gebundeld, voorzien van een voorrede, en onder den titel: Ex ungue leonem! opdat men, naaj" de geaardheid van deze ééne vergissing, den doorgaanden aard van Dr Doedes, , a; anval op hetgeen de Gereformeerde Kericen beleden en nog beleden mocht afmeten. '

Hoe Dr Kuyper overigens over Doedes dacht, schreef hij in Die Heraut, nr 214, in een artik!el over de Utrechtsche Professoren:

Over DIcedes ^ontving de gemeente nog dezer dagen te droief licht, om nog iets in de ziel te behauden van de gulle, dankbare bUjdschapi, waarmee ze jaren geleden den kampioien voor de Godheid des Heeren , olpi het schild verhief en met de eerektoon barer liefde lauwerde. Zoomin opi zijjn wetenschapipelijlke verdiensten als ap die van ziju ambtgenooten, wenschen wie O'ofc maar iets af te dingen BiOivendien, hiji blijft O'us, naar het oordeel 'der liefde, een brqeder, en onder die broedeven een der rijkst van God met gaven van intelligentie bedeelden. Maar kamt men er opl, om tegenover de schadelijke, Schriftolndermijnendo invloeden van de Groningers waarborg voor de belijdenis-der waarheid te zoeken, helaas, dan laten zijn jongstei geschriften geen zweem van twijfel meer overj on is ons nu ten slotte bet vermoeden bevestigd, dat bij soherpizienden en verderzienden reeds dqor de lezing van zijln ., Leer der zlaligheid" Was gewekt: „Wie als een band zoo' trouwi aan zijin Heer wil blijven, moiet aanslaan als de t h e o 1 o o g - — Diocdes op' het erf komt!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's