GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DOOR AMERIKA.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DOOR AMERIKA.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Op de Berengaria.

Eigenlijk behoort het volgeirde nog thuis in mijn vorigen brief.

Want in mijn schrijveir beta ik nog steeds op den overtocht.

Toch heb ik er voor het gemak maar een nieuw opschrift boven .geplaatst.

Ik had passage genomen op de „Berengaria", het grootste schip van de Cunard-Line. Als ik mij niet vergis, zal de in aanbouw zijnde „Statendaan." van de Holland-Amerika-Lijn 40.000 ton meten. De „Berengaria" heeft er 52.000. Wie in een onzer havens de schepen van 30.000 ton heeft gezien en zich verwonderd hééft over de inrichtiiig er van, kan er zich eenigszins een voorstelling van vormen hoe de „Berengaria" er uitziet en wat zij alzoo in zich bergt. Ze gelijkt naar het aaartai passagiers, dat zij vervoert, een drijvend dorp, maar aiaar den aard van haar tijdelijke bewoners en de weelde, die zij hun biedt, een moderne stad. Zij mag een wonder van scheepbouwkunst heeten. Doch de eer daarvaai komt niet toe aan de Engelschen, ook aiiet aan de Amerikaaien, maar aan de Duitschers. De „Berengaria" 'toch is de omgedoopte „Vaterlaaid".

Een machtigen indruk maakte zij toen .zij daa, r op de reede van Cherbourg lag. Zij was van Southampton overgestoken, maar vaa, rt de haveai vaai Cherbourg niet binnen. Een tearder brengt de pia.ssagiers, die uit de richting van Pjarijs koaneai, na, a.r de „Berengaria".

En als men daai vaai het kleine schip af deaa zeekolos nadert, hoort men links en rechts uitroepen van verbaziaag. Eindelijk klemt ons scheepje zich met touwen wxn den reus vast. We zieaa "tegeaa den scheepswand vaaa de „Berengaria" op als tegen een rots van metaal. Daar gaat het lichaa'm van den kolos opeaa. Door een paar luiken (op zichzelf respektabele staleaa kluisdeaaren) glippeai passagiers eaa porteurs met de bagage naar binneaa. De kolos eet ze qp-, maar verroert geen vin. De meaischjes werken en zwoegen, tegen de metalen ribben van het zeemonster naar omhoog. Sommigen wachten benedeaa tot een slokbeweging van de lift hen naar boven zuigt. Ieder zoekt zijn plaats, de eeai in het warme ingewand, de a, nder op het witte bovenlijf van het moaaster. Dan gilt het zijn ongeduld uit.

Het geraakt weer iaa bewegiaag. Eai met soaavereiaae miaaachtiaag voor ..wat achter ligt steekt het snuiveiad zijn kop iaa de golveaa en anet vorstelijke waardigheid glijdt het over de ietwat ruige zee.

Den volgeaadeai morgeaa maakte ik al dadelijk keaanis met iets, wat naar ik geloof, typisch Amerikaaaasch is. Ik heb gedurende heel mijn verblijf in Aanerika telkeaas weer hooren aaoemen het woord: „exercise". Daaxoaader verstaat men: lichaamsbeweging. Tot in den Mormoonscheaa boekwiaakel in Utah toe leest gij het met reclaaaaeletter op sprekende boekomslagen.

En hoe anen die „exercise" opvatte, was aan boord reeds merkbaar. Als gij opstaat en vóór het ontbijt deaa laeus eens in den wind steekt, ziet gij daar dames en heereaa hollen over het wandeldek. Zij suggereereaa zichzelf gedurig tot full speed. Geen raspaard zou het dra, veaa haan kunnen verbetereaa. Dat duaart oaageveer een half uux a drie kwartier. Na het ontbijt beginneia de langslapers den wedloop. Dat herhaalt zich een' paai keer 's daags.

Op zichzelf kunt gij deze lichaamsbeweging niet aaaders dan prijzen. De maa.ltijdeaa biedeaa een overstelpendeaa overvloed van spijzen. Slechts weiaaigen keaaaaeaa zooveel zelfbedwang, dat zij de anaat, die zij zich aaaa den huiselijken disch aaaaleggen, aan boord aaict te zeer overschrijdeia. Zij verontschuldigeaa zicla anet de' hongerwekkende-kra.cht vaaa de zeelucht, Toch sprak ik er, die zulk een zeereis maken om eens een poos lang copieus te kunnen dineereaa. En als zij hun overdadigheid er niet een beetje-uitliepen, zoaa de vetvormiaag de dichtgroei'ang aaiet onbedeaakelijk iaa de hand werkeaa.

Toch zit er achter die harddraverij, naat ik later zoaa aaaerken, aiog wat aneer. Iaa zekeren zin spreekt daariaa het Amerikaansche geweten zich uit. Welk eeaa groote plaats gymaaastiek en sport in het Amerikaansche leven ook inneemt, toch staat de Amerikaan voor een aanmerkelijk dagelijksch deficit aa, aa lichaamsbeweging. Hij zit als in zijn .auto vastgekleefd. Voor een loopje van eeaa half uur haalt hij zijaa auto uit de garage. Doet hij dat om itijd te winnen? Soms, maar aaiet altijd. Hij zal het u toegeven, dat er meestal wel een waaadelingetje af kaaa, anaar hij is het loopen ontweaad.

Daarom taanboeren de dokters zoo-op „exercise". Daarbij keureaa zij over het algemeen wandelen af. Men moet er meer vaa.rt achter zetten. Het moet met de looppa.s gaaaa. Of hiaaa raad veel uitwerkt? Misschien wel bij menschen, wier gezondheid ernstig heeft geleden oaider bet gemis aa^nlichaanelijke beweging. Doch de anderen wippen

om den haverklap °m"him"aütby"Z^^^ 'toe: ik moest meer „exercise" hebben. Maar in de praktijk houden zij zich aan het spreekwoord, dat het gemak den mensch dient.

Natuurlijk staan hiertegenover weer uitersten. Er zijn er in Amerika ook, bij wie de „exercise" een deel van den godsdienst uitmaakt. Doch daarover later.

Dit alles verklaart, waarom de menschen op, het dek zich niet met een Hinken stapj tevreden stelden, maar het meer op den draf hadden begrepen. Goede voornemens kwamen daarmee aan het licht, maar die den weg van de meeste goede voornemens op^ gingen. Met den dag vielen er harddravers uit en werd dé tijd van harddraven ingekort. Totdat onderscheidenen hunner baliekluivers (gedistingeerde, natuurlijk!) waren geworden en uren lang voorover hingen om naar de spelen op het dek te kijken.

Of dit niet met den Amerikaanschen geest in strijd is? Heelemaal niet.

Ongetwijfeld is geen volk zoo energiek als het Amerikaansche. Maar het is dunkt mij, niet te stout beweerd, dat er in geen land zooveel half afgewerkt blijft liggen als in Amerika.

Ik zal nog dikwijls gelegenheid hebbén daai'opj de aandacht te vestigen.

De volharding der Amerikanen bestaa, t niet hierin, dat men het begin tot een einde tracht te brengen. Halverwege is men vaak bet begin reeds vergeten. Of men bekommert er zich niet om.

De Amerikaansche volhaxding kan tot opi zekere hoogte meer formeel dan materieel worden genoemd, ofschoon ze materiëele winsten afwerpt als nergens anders ter wereld.

Het Amerikaansche leven lijkt erg eenvoudig. Toch is het inderdaad veel gecomplioeerder dan menigeen wel denkt. Den immigrant echter — en dat is het gemakkelijke voor hem — merkt dit in het begin niet. Hij heeft zijn wagen slechts over te brengen op^ Amerikaansche rails en wanneer zijn handen niet scheef staan en er geen conservatistische kink in zijn hersenkabel is, rolt die als gesmeerd. In de oorzaken daarvan verdiept hij zich niet.

Doch voorloopig genoeg hierover.

Een tweede verschijnsel trof me aan boord.

Men behoeft nog niet in Amerika geweest te zijn om te weten, dat het Amerikaansche volk zijn roem stelt in zijn demokratie. Van standen wil het niet weten. Alle klassenindeeling verwerpt het.

Daarom verwondert men er zich over, dat op den oceaan de afstand tusschen de eerste en tweede en tusschen de tweede en derde tamelijk streng gehandhaaid blijft.

Het is zoo iets als: de Joden houden geen gemeenschap met de Samaritanen.

De stoomvaartmaatschapipij zelf bevordert dit zeer zeker.

Zij staat den eerste-klas-pa, ssagiers wel toe naar de tweede af te dalen, gelijk ook den tweede naar de derde, maar waairschuwende opschriften beletten het omgekeerde.

En de passagiers leggen er zich heel gemakkelijk bij' neer.

Het lijkt hun de natuurlijkste zaak der wereld.

Zij schijnen zich in het beetje Europeesche atmosfeer, dat zij medegenomen hebben, aardig thuis te voelen.

De verveling, die men op langere reizen ondergaat en waaxdoor als vanzelf behoefte aan meerdere afleiding ontstaat, waaruit weer zeker verbroederingsgevoel geboren wordt, oefent hier geen invloed.

Zoo noopt dan dit afstand-houden tot nadenken.

Hoe zit dat met die Amerikaansche demokratie?

Schept ze wel die gelijkheid, die zij' zoo luide verheerlijkt?

Met deze vraag gaat men de nieuwe wereld in.

Wat aan boord de menschen tot elkander brengt, is de godsdienstoefening.

Of liever dan heeft er een andere groepeering van passagiers plaats.

Dan komen bewoners van alle dekken bij elkander, zonder onderscheid van klas.

Maar dan ^zijn er ook, die geen belangstellen in den godsdienst.

In deze kleine wereld wordt de antithese direkt openbaar.

Toch lag dat niet aan den voorganger.

Of hij handelde volgens voorschrift, weet ik niet.

Maar dan teekent toch het feit, dat hij zich aan dit voorschrift onderwierp.

Alles is er opi berekend om alwijkende gevoelens te sparen.

Van een preek was er dan ook geen sprake.

Men kreeg niets meer dan een liturgischen dienst te hooren.

Een oogenblik komt ge daardoor onder den indruk van de achoone gebeden in het Common— Ptayer-book, welke door den voorganger worden voorgezegd en door de aanwezigen hardop worden nagebeden.

Evenwel wint een gevoel van onvoldaanheid het jvan alle andere.

Hoe arm blijft men, als men ieder op zijn eigen wijze God wil laten vereeren!

De kracht van het levende 'Woord wordt niet I«rvaren.

Een puur uiterlijke eenheid doet de ziel verhongeren en vermageren.

En ook die uiterlijke eenheid was nog een tweeheid.

Want ongeveer terzelfder tijd werd op een ander deel van het schip Roomschen dienst gehouden.

De nieuwe religie der toekomst, waarvan menig Amerikaan gaarne droomt, , en die een eenheidsreligie belooft te zijn, heeft het in haar geboorte wel moeilijk.

De weeën z'rjn er, naar men zegt.

Maar waar blijft het kind?

Het zou zelfs nog te voortvarend zijn, wanneer men het noemde: een doodgeboren kind.

Het haalt de geboorte niet eens.

Onder de passagiers bevonden zich ongeveer een tiental Roomsche „geestelijken", onder wie twee seminarium-professoren in de dogmatiek.

Zij hadden mijn naam en kwaliteit op de passagierslijst gelezen en knoopten een gesprek met mij aan. Al spoedig brachten zij het op het volgens hen snel toenemende proces van godsdienstlooslieid in Amerika. Met klimmende bezorgdheid sloegen zij de toekomst gade. En eigenaardig was het te hooren, hoe deze mannen, die toch den invloed van Schaapman niet hadden ondergaan (zij waren geboren Italianen) er nadruk op legden, dat Rome en het Calvinisme, ja elk positief christendom in dezen strijd één heilig, gemeenschaippelijk belang hadden voor te staan. Nog even accentueerde ik het verschil tusschen hen en ons, het essentiëele onderscheid tusschen Romanisme en Calvinisme. Maar dit vermocht hen niet te schokken in de overtuiging, dat in de toekomst alle positief christendom ieder op eigen gelegenheid, tegen de verongodsdienstiging hadden te strijden en daarin onze eenheid in Christus hadden te openbaren. Iets, waarin ik natuurlijk van harte met hen meeging. Later bij het afscheid wenschten zij mij, immers in hun oog ketter, welslagen van mijn arbeid, zoowel in Amerika a, ls in Nederland, toe.

't Was een van de aardigste ontmoetingen.

Wonder genoeg stond op het gezicht van tal van passagiers verveling te lezen. Zij-schenen niets interessants te ontdekken in die kleine menschenmaatschappij om zich heen. Ook de zee bleek hen niet te boeien, zij keken er ternauwernood naao*. Zij zochten verstrooiing in ka, artspel of spelden de „Berengaria"-krant van a—z. De meesten hunner waren dan ook reeds meermalen den oceaan overgestoken. Het nieuwe, dat mij, die totnogtoe slechts de Noordzee was overgegaan, bekoorde, was er voor hen af.

Toch eigenlijk iets onbegrijpelijks.

Want de zee is op. geen twee momenten dezelfde.

't Is maar de kwestie of men er een visie op krijgt.

Hoe schoon was b.v. het oogenblik, toen de zee gestold scheen en veranderd in een onmetelijk veld van geribde smaragd en turkoois.

En dan die zondsondergangen!

Ze zijn er nog mooier dan op de bergen.

Ik denk aan dien laten middag, toen de zon worstelde met de wolken en geen schijf zichtbaar werd, maar een poort van wit-gloeiend licht.

Zoo iets, dunkt me, moeten 'die stervenden aanschouwen, die met gebroken stem en geglansd gelaat gewagen van het licht, dat hun uit de verte tegenstraalt.

Men zegt weleens, dat het moderne zeeschip de heerlijkheid van den 107den psalm minder goed doet verstaan d'an het vroegere.

Ik neem dit gaarne aan.

Niet van ieder geldt het meer: •,

Zij, die de zee bevaren. Met schepen rijk bevracht. Zien op de groo-te baren Gods wijsheid en Gods macht.

Het moderne zeeschip heeft te veel schotten, waarachter men zich kan verbergen om niet te zien.

Het vroegere daarentegen dwong om het te zien.

En nog altijd blijft het te zien.

Ik schreef daar over de „Berengaria"-krant. Eigenlijk heet zé de „Daily News". Ze wordt eiken dag op dé scheepsdrukkerij klaargemaakt. Adver-.tentiën en knipwerk vormen het voornaamste bestanddeel. Maar ook wordt er het allerbelangrijkste ^wereldnieuws in opgenomen. Zoo ontvingen we b.v. het bericht, dat Duitschland het Dawes-plan had aanvaard.

Over de luxueuse inrichting van de boot zal ik het niet hebben. Ook niet over verdere bijzonderheden van de reis. Daarvoor was ze te weinig avontuurlijk. Geen ijsberg kwam in het zicht. Een enkele dolfijn moet volgens het geroep der passagiers uit het water zijn opgesprongen, maar wainneer ik van mijn werk opstond om ook eens te kijken, was het beest natuurlijk al verdwenen. Al die dagen passeerden we overdag een 3 of 4 schepen, wat voor de lediggangers een evenement was.

Eindelijk teekende zich de kustlijn af.

Toen was niemand meer binnen te houden.

Alle deklijsten van het schip waren gedrapeerd met menschelijke bovenlijven.

Wie een kijker bezat, haalde die te voorschijn.

En iedereen was blijde land te zien.

Hoewel ik er niet van houd om alles opj.reis zooveel mogelijk geestelijk over te brengen, kon ik ditmaal toch niet nalaten te denken aan da christenheid. Hoe weinig rekt zij zich uit over de verschansing, hoe weinig vonkt haar oog van verlangen om te ontdekken de kustlijn van het betere vaderland.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

DOOR AMERIKA.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's