GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dubbele Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dubbele Zending.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De regeering heeft een gewijzigd artikel 123 R. R. ingediend, en daarmee is de dubbele zending weer ter sprake gekomen.

Het is bekend, wat hieronder verstaan w-ordt. Een zendingscorporatie heeft een terrein ter bearbeiding uitgekozen; de grondslagen zijn gelegd, en het werk gaat gelukkig voort. Maar opi zekeren dag verschijnen er „kapers op de kust"; een andere corporatie wil zich van dit terrein meester maken, en de eerste er uit werken.

Dit is wel de ergste vorm van dubbele zending. Want het is ook mogelijk, dat op eenig groot terrein naast de reeds gevestigde corporatie een andere zending komt, zonder het bepaalde doel de eerste te hinderen.

In ons Indië is dubbele zending een zeldzaam voorkomend verschijnsel. De protestantsohe kerken en vereenigingen wachten er zich angstvallig voor, om zich op eens anders terrein te begeven. Algemeen wordt gevoeld en erkend, dat zelfstandig, rustig voortwerken óp een eigen gebied de meeste vrucht belooft. Waarom zou men elkander in den weg gaan staan?

Toch zijn er uitzonderingen op' dezen regel. En de zendingsgeschiedenis leert, idat met n'ame de roomsche zending van het hengelen in eens anders vischwater niet afkeerig is.

Als vanzelf komen eenige vragen bij ons op: waarom is dubbele zending ongewenscht? en wat is er tegen te doen? en waarom bleef ons Indië tot dusver er veelszins van verschoond?

Als 2 zendingscorporaties met elkander samenwerken, één lijn trekken, . dezelfde methode volgen, hetzelfde doel beoogen, dan zal er wel geen bezwaar tegen in te brengen zijn. Maar dan is het ook geen dubbele zending. Dit woord geeft toch te kennen, dat ^r verschil in methode is, verschil ook in beginsel en oogmerk, ja dat zelfs hef doel kan zijn den ander met opzet te hinderen, zijn werk in de war to sturen, en van het resultaat van diens ai'beid zich meester te maken; al zal men vooral dit laatste niet zeggen!

Men kan meenen, dat dubbele zending toch ook wel een lichtzijde heeft: b.v. het prikkelt tof verhoogde krachtsinspanning.

En ook, al wordt er misbruik van gemaakt een ieder-moet toch vrij zijn het christendom te brengen naar eigen inzicht. Wij willen niet belemmerd worden; laten wij ook anderen vrij' laten, om te arbeiden waar en hoe z ij willen.

Bovendien, wij hebben volgens onze belijdenis allerminst zulk een concurrentie te vreezen. Gelooven wij niet aan de kracht van Gods Woord'? Onderschrijven wij niet met blijdschap het profetisch getuigenis: „Noch door kraicèt, noch doot geweld, maar door Mijn 'Geest zal het geschieden"? Ja, als de vrucht der zending afhing van ons pogen, dan zouden wij ons tegen de drÜDbele zending met hand en tand moeten verzetten, maar nu wij slechts instrumenten zijn in de hand des Heeren, kunnen wij de uitkomst ook gerust aan Hem overlaten.

Deze redeneering klopt, want zij is principieel juist.

Toch is dubbele zending een ramp. En ook onze zendingsmannen zijn er tegen. Ds Breukelaar noemt in het Zendingsblad de namen van Ds D. Bakker, Dr van Andel en Dr Offringa, en deze zijn voorzeker tot oordeelen bevoegd.

Immers, wij mogen bij ons principieel ledeneeren niet de practijk uit het oog verliezen. Deze belangrijke zaak moet niet alleen vanuit het standpunt van onze zending worden bezien, maar ook met het oog op de Inlanders. Mogen wij, omdat wij dit zoo inzien, deze tot slachtoffers van onze principes maken?

Ds Breukelaar toch teekent het aldus: „Telkens is gezegd, dat het zedelijk recht van Nederland om Indië te besturen, daarin gelegen is, dat (de bevolking van Indië nog gelijk is aan een kind, dat zichzelf nog niet kan regeeren en daaroin onder een voogd moet staan. Maar stelt u nu eens voor, dat er een voogd was, die het toeliet, dat zijn pupillen tegelijkertijd onder geestelijke bearbeiding genomen worden door een - roomsch pastoor, een modern dominé en een gereformeerd predikant. Wat zou men daarv^an zeggen? Zou die voogd niet zeer tekort schieten in zijn plicht als voogd? En zou het voor die kinderen niet een ramp zijn? Welnu, Nederland oefent de voogdij over de volken van Indië. Voor die bevolking zal het waarlijk geen zegen zijn, als op eenzelfde plaats b.v. de roomsche en de gereformeerde zending in concurrentie en bestrijding van elkander gaan arbeiden".

Zoover wij dit dan ook als menschen beoordeelen kunnen en mogen, staat het wel vast, dat dubbele zending ongewenscht is, en een ramp zou kmmen worden voor de Inlanders. Dit behoeft geen nader betoog.

Maar nu komt de vraag: wat daaïtegen te doen? , heeft de regeering in dezen een roeping? , mogen wij van haar eischen, dat zij zulk een jzending kortweg verbiedt? Zoo ja, zouden wij het dus geoorloofd achten, dat de gereformeerde zending belet werd om, zoo zij dit wilde, op een roomsch terrein het zuivere Evangelie te brengen? Wanneer 'men zich beroept op de onmondigheid der Inlanders, dan kan gevraagd worden, hoe la, ug deze duurt: totdat de Inlanders op het roomsche terrein allen roomsch zijn geworden? moet de regeering dan het verbod der dubbele zending opheffen?

Tot dusver was dubbele zending zeldzaam in ons Indië, omdat volgens art. 123 R. R.. zendelingen enz. een bijzondere toelating noodig hebben, om hun dienstwerk in eenig bepaald gedeelte van Ned.-Indië te verrichten. En, gelijk bekend is, werd door de regeering van dit artikel gebruik gemaakt, om de dubbele zending te weren.

Tot dusver was dubbele zending zeldzaam in ons Indië, omdat volgens art. 123 R. R.. zendelingen enz. een bijzondere toelating noodig hebben, om hun dienstwerk in eenig bepaald gedeelte van Ned.-Indië te verrichten. En, gelijk bekend is, werd door de regeering van dit artikel gebruik gemaakt, om de dubbele zending te weren.

Echter stond zulk een weren niet als eisch in dit artikel beschreven.

Volgens dit artikel zou de regeering recht henben b.v. aan de roomsche zending toestemming te geven om in Keboemen, op gereformeerd terrein dus, te gaan werken, en aaai de gereformeerde zending te weigeren naar Flores, roomsch terrein, te gaan.

Ook zou de ééne regeering met dit artikel in de hand dubbele zending kunnen tegenhouden, en een andere regeering straks het tegendeel bevorderen.

Ook zou de ééne regeering met dit artikel in de hand dubbele zending kunnen tegenhouden, en een andere regeering straks het tegendeel bevorderen. Trouwens, heel art. 123 deugt niet. Wij schreven daarover reeds een en a, ndermaal, én komen er nu niet op terug. Zijn er zendelingen en zendingscorporaties die het met dit art. eens zijn, idan zal dit wel' alleen zijn, om 't gebruik, dat ervan gemaakt wordt, ter wering der dubbele zending. Principieel nemt nicmMndhetinbesch': rm'ng. Ooik de regeering zelve niet, welke dan ook een gewijzigd art. 12i heeft ingediend.

Trouwens, heel art. 123 deugt niet. Wij schreven daarover reeds een en a, ndermaal, én komen er nu niet op terug. Zijn er zendelingen en zendingscorporaties die het met dit art. eens zijn, idan zal dit wel' alleen zijn, om 't gebruik, dat ervan gemaakt wordt, ter wering der dubbele zending. Principieel nemt nicmMndhetinbesch': rm'ng. Ooik de regeering zelve niet, welke dan ook een gewijzigd art. 12i heeft ingediend.

Tegen dit nieuwe art. 123 zijn de pennen in beweging gezet. Het bevat toch geen enkele bepaling tegen de dubbele zending, doch maakt deze zelfs gemakkelijk. En Ds Breukelaar vraagt terecht: „En zon dat. nu de roeping wezen van onze regeering, dat zij daartoe de gelegenheid' opende? "

Tegen dit nieuwe art. 123 zijn de pennen in beweging gezet. Het bevat toch geen enkele bepaling tegen de dubbele zending, doch maakt deze zelfs gemakkelijk. En Ds Breukelaar vraagt terecht: „En zon dat. nu de roeping wezen van onze regeering, dat zij daartoe de gelegenheid' opende? " Volstrekt niet, zal ieders antwoord zijn. Maar, zoo kan een andere vraag luiden: kan en mag de regeering door een nieuw artikel de dubbele zending weren? Mag een regeering, dat zij daartoe de gelegenheid opende? ”

Volstrekt niet, zal ieders antwoord zijn. Maar, zoo kan een andere vraag luiden: kan en mag de regeering door een nieuw artikel de dubbele zending weren? Mag een regeering, op: grond van

onmondigheid der Inlanders, aan een zending verbieden te gaan arbeiden op! een terrein, waar reeds een andere zending werkt?

Het schijnt ons toe, dat het zoeken van een weg, waarin ons principieel bezwaar tegen het oude art. 123 wordt weggenomen en het maken van een bepaling ter wering van dubbele zending, zoo iets van het zoeken naar de quadratuur va, n den cirkel beteekent.

Wij treuren er niet om, da, t de Volksraad in Indië zich tegen het nieuwe art. 123 verklaard heeft; het heeft al heel weinig goeds, en nam'het kwaad volstrekt niet weg. Wij moeten iets anders en beters hebben.

Vroeger gaven wij als onze meening te kennen, dat het wellicht overweging zou verdienen, om aan een zending, die op' eens anders terrein ging werken, geen subsidie te verleenen. Het zou zelfs mogelijk zijn misschien, om geheel te verbieden aan hospitaal-en schooldienst zich te wijden, zoo in deze beide diensten door de reeds aanwezige zending werd gezorgd. JWaar om een verbodsbepaling te maken voor het prediken ook, schijnt ons in strijd met onze protestantsche beginselen, of wilt ge, met het Woord des Heeren zelf.

Doch volkomen gaan wij met Ds Breukelaar accoord, als hij opmerkt: , , Het komt ons voor, 'da.t de zending wel recht heeft in deze zaak te worden gehoord".

Indien de regeering dit verzuimd heeft (wij dachten anders, dat zij met de zendingscO'rponaties overleg gepleegd had), dan hersfcelle zij spoedig haar verzuim, en trachte te komen met een anderen en beteren uitweg.

Zoo blijven als het tot dusver was mag niet, en het nieuwe ait. 123 deugt evenmin.

Ook ware het goed, dat de j, Commissie van advies", waarop ons land bogen kan, zich eens over deze zaak beraadde. Want het zal toch noodiiakelijk zijn, dat de regeering een eenpiarig advies van de zijde der zending ontvangt. Laat Ds Bieukelaar het initiatief nemen en zich in verbinding stellen met „Oegstgeest".

J. D. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Dubbele Zending.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's