Een soort protest.

Op de vergadering van de leeratren(essen) bij het M. O. heeft men zijn „leedwezen" en verontwaaidiging uitgesproken over „verdachtmakingen", welke Dr J. Waterink in „De Reformatie" heeft „gelanceerd" tegen het Chr. M. O. „in het algemeen".

'Gaarne geef ik aan één of enkele der ter vergadering aanwezige heeren (dames) in deze kolommen de gelegenheid dit „protest" (daarop! lijkt het toch héél veel) wat nader toe te lichten.

Want het moet onzen lezers wel heel onduidelijk zijn.

Immers er is door mij niets „gelanceerd". Open en rond, met mijn naam onderteekend, heb ik enkele dingen gezegd, die ik meende te moeten zeggen. Ik meen^ dat dat de vrijheid niet alleen, maax ook de roeping is viap. hen, die de publieke zaak in de pers dienen.

Dat ik enkelen van meer van ons verwijderde levensopvatting minder prettig stemde is mogelijk. Maar in een gerefoirmeerd blad zullen we de gereformeerde zaak allereerst dienen.

Verder — dat ik „verdachtmakingen" (treurige nog wel!) zou hebben „gelanceerd" is me eveneens een raadsel. Laat ik daarvoor lezen „beschuldigingen".

En dat ik beschuldigingen heb gelanceerd tegen het Chr. M. O. „in het algemeen" is beslist onwaar.

En ik twijfel geen oogenblik of de heeren (dames) zullen dit wel terugnemen.

Immers na een „ingezonden" van Dr Veldkamp in het No. van 13 Mjaart j.l., heb ik een uitvoerig „onderschrift" gegeven.

En aan het slot kan ieder dit lézen:

„Mocht ik den indruk van „generaliseeren" nóg niet hebben weggenomen, dan verklaa, r ik nogmaals nadrukkelijk, dat in 't gemeen ons M. O. terecht vertrouwen geniet."

Kan het nóg duidelijker?

Wat is er dan waiax van „verdacht maken" van het Chr. M. O. in het algemeen? "

Of heeft men alleen hier of daar ©en pure uit mijn artikelen gelezen ?

(In dit verband moge ik opmerken, dat in een blad een stuk uit mijn artikelen werd overgenomen met de bijvoeging, dat ik oud-leeraair van het Chr. Lyceum te Zutphen ben. D© indruk, die sommigen daardoor kregen, alsof ik de gewraakte toestanden juist te Zutphen aantrof, is ten eenenmale onjuist. De jaren, in welke ik in onderscheiden functies — eerst als bestuurslid en later als leeraar — aan die "inrichting verbonden was, gaven schier enkel de aangenaamste herinneringen; ook wat de „samenwerking" betreft.

, Ik maak deze opmerking — omdat het mij bleek, dat er door sommigen een zoo dwaias verband gelegd werd tusschen mijn artikelen en Zutphen.

Alsof iemand, die schrijft, zich tot zijn eigen enge kringetje zou beperken!!)

Beleefd verzoek ik alles wat ik over ^ez© kwestie schreef, aandachtig te lezen.

En wie dan ons Chr. M. O. kent, zal moeten toegeven, dat ik niet generaliseerde, maar tegen enkele dingen waarschuwde, van welke men niet ontkennen kan, dat ze bes taan.

De Ver. v. leeraren had beter gedaan, indiien de houding van ' Dr Veldkamp wiaxe aangenomen, en men gezegd had: als die dingen bestaan dan moeten ze uitgeroeid.

En al moest ik sommigen onaangenaam zijn — ik kan het niet helpen. Het gaait om ons gezin, om onze jeugd, ook om ons M. O., en om de toekomst van de gereformeerde zaak, — om de zaak des Heeren! Dit „protest" doet mij wèl pijn. Ik kan slecht over „twist". Maat voor „d© zaak" heb ik dat tenslotte over.

En ik neem van het gezegde geen woord terug.

Intusschen verwacht ik in ons blad nadere toelichting !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen