GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Doe weldadigheid!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Doe weldadigheid!”

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zweer mij toch bij den Heero, dat giJ weldadigheid doen zult.... • 'Jozua 2:12.

Rac? iabs plaats, als zij} Israels verspieders - met vrede ontvangt, "is eeae eigenaardige.

Tot Jerich^. behoort zij} niet meer.

Wél woont ze er nog, maiar haar gedrag wijst uit, dat zij zich van 'het heidendom aldaar heeft losgemaakt. Zij heeft de. ongehoorzaamheid jyan haar en haar volk ingezien (Hebreen 11:31), en nu kan zij van dat volk niet méér zijn. Zelfs bewijst zij het vijandschap. De hulp', die zij' aan de verspieders verleent, beduidt, eene breuk met Jericho.-Als zij de marmen van Israël in haar huis verbergt, en' slraks heimelijk laat ^vertrekken, — ïïan strijdt zij daarin-.tegen, de stad en het volk waartoe zij krachtens baar afkomst ; behooTt. Rachab moge dus nog in Jéricho' wonen, — rnaair haar woord .zegt het reeds, hare dalden wijzen het uit, en ook wo^rdt .zij hef zichzelve hoe langer zoo meer bewust, dat zij aan de wereld aldaar eene vreemde geworden is.

Behoort zij; dan tot Israël?

Zoo men "het haar gevraagd had, ze zou het hoofd hebben gesj^^aï

Israël is het bevoorrecht" 1^1^ dat daar ginder ligt aan de overzijöe van 'de Jordaan. Rachab ziet— blijkens haar woord aan de verspieders — de schatten en het geluk van dat volk. Het heeft een God „boven in den hemel, en beneden op . de aarde", die „de wateren der Schêlfzee uitgedroogd heeft", en „het land Ka, na; an aan Zijin volk gegeven". Rachab prij'st Israël gelukkig. Maar zich-' zelve tot dat volk rekenen, — hoie zou zij! het durven? 'Geen enkel recht heeft zijl daartoe. Hoevér is zij ervan verwijderd, zij, de heidensche, die slechts verderf ziet, wanneer Isra.ëls Goid JericliO' zal doen omkomen.

Dit is nu Raehabs eigenaardige zielsgesteldheid. 'Zij behoort niet tot Jericho, en zij behoort niet tot Israël. Tot het eene kan, tot het andere durft z.ij' zich niet rekenen.

En wat is nu hetgeen zij' in dezen .tóestand Öoet?

Zij' doet het éénige waarin haar oog eene sche-mering van lich't ontdekt; het éénige waarin haar ziel vanuit ^e beknelling ruimte zoekt; — „zweer mij toch bij den Heere", zoo zegt z'e, „dat gijj weldadigheid doen zult"

Daar is de uitkomst; ^^ „Do© weldadigheid!" 'Gena, o-God, genaj

Deze-toestand van Rachab^is aan het.geestehjk leven van.'Gods volk niet onbekend. Het is eene toestand, die niet alleen voorkomt aan den aan-/^^^ng van den weg der verlossing, maar eene, die Zich ook wel op dien weg herhaalt.

Er zijn tijden in het leven van-den .Christen, waarin het hem is alsof hi| tusschen Jericho ©n Israël, tusschen de wereld en Gods volk instaat. Hij* behoort nérgens meer bij.

Zich tot het verloste volk des Heeren te "rekenen, dtirft hij niet.' Zijn hart zegt hemi, dat hij dit niet ^4g doen. Het geloof in Jezus Christus als zijn Heiland is bij hem nog niet doorgebroken, of, zoo uet doorbrak, trok het zich weer in 3en wortel terug. Als hij de deugden en 'kenmarken van 's Heeren '^olk beziet, en hij' vergelijkt zichzelven daarmede, — dan is er bij hem niets dan armoede. Hij mist ^Ues wat den Heere welbehagelijk is; Zijne ziel ? ', et de schatten VOOT Gods kinderen liggen, •QU "ij erkent dat zij die oo: k bezitten, - — maisCr zijgélve heeft aan die-schatten geen deel. Zoo dat w^.r was, hoe anders moest het dan met haar zijki.

Maar vraagt ge dezen mensch, of hij! dan tot de wereld ' behoort, — het antwoord luidt óók ontkennend. Neen, dat nog minder. Zegt ge: „Keer dan tot de wereld weder; geef dan uwe belijdenis aan God terug"; d-a.n is het antwoord: „Dat kan ik niet". In de wereld kan zulk een mensch het óók niet meer vinden. , A1 zou Rachab noodt met Israël gerekend worden, - ^ voor Jericho is zij' zéker-verloren. JerichO' heeft niets meer aan haar, en zij heeft niets meer aan Jericho.

O, deze toestand is zoo bang. Niet meer terug te kunnen, — en niet meer

vooruit te kunnen. Aan de schatten der wereld niets meer te hebben, — en de schatten van Gods volk niet te kunnen grijpen.

Nérgens iDij' te behooren.

Nérgens iDij' te behooren. '"^Dat is de eenzaamheid.

Hier helpt geene redeneering; hier helpt geene theorie, dat men toch tot één v; an beiden behooren moet; hier helpt geene opwekking van anderein^ dat men toch gelóóven moet; — hier helpt slechts één middel, het middel-van Racliab.

Als uwe ziele niet terug kan, en niet vooruit, — ga dan dbn uitweg naar boven, met de kreet: Doe weldadigheid!

Slaak één roep slechts, en Iierhaal dien' roep telkens als uw hart benauwd wordt door. uwen toestand: Gena, o God, genal!

En dat mi-rlrlol middel hplnt helpt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1925

De Reformatie | 4 Pagina's

„Doe weldadigheid!”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1925

De Reformatie | 4 Pagina's