GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERSTFEEST.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERSTFEEST.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerstfeest heeft steeds een eigenaaxdige bekoring gehad. Het wordt gevierd in een sfeer van intimiteit en over de blijde Kerstdagen gloort een glans van vreugde. Geen der Christelijke leesten neemt zoozeer een eigen plaats in. Het jaargetijde dwingt tot huiselijkheid, de kalendter wijst naar het jaar-einde, en er ligt iets van weemoed in het afscheid van de donkere diagen, maar meer van vreugde in het begroeten van bet licht der lengende zcumewegen.

Kerstfeest ligt verweven in ons voIksbesta.an, 't is vergroeid in het bewustzijn van de rassen, uit welke onze natie groeide. De oude Germanen, die in den tijd van dte ov^erwinning van den dag oj) den nacht hun twaalfnachten-feest, hun Joel-fe«st vierden, lieten in dien „mid< , .''intertijd" de vee ten rusten en de vrede werd menigmaal hersteld', daar waar jarenlange twist heersohte. Van den eersten tot den laatsten nacht in de periode, die thans die is van Kerstmis toit „Drie Koningen" was zeKs de jacht gestaakt, omdat men aJles gelegenheid wilde bieden het feest van het winnende licht Wijde te vieren.

En wanneer straks de Kerk op deze dagen het Kerstfeest aan de Germaansche stammen geeft te vieren, dan is er een onmerkbaar overglijden uit het blijde Joelfeest naar het vreugdevolle 'Cliristusfeest.

Ook daardoor ligt er, vooral.in Noord-West-Europa iets diep in de volksziel, dat aan èe genieting van Kerstfeest een mystieken inslag gee'ft. Het is altijd weer het intieme, dat zoo bekoort; en het aanwezig zijn van ëen „sfeer", dat ons zöo trekt. Geen wonder dan ook, dat dé Kerstboom vooral in .NiOord-Duitschland in vele families het wezenlijke van Kerstfeest schijnt uit te maken. De geieele familie rond den Kerstboom en haar verrassingen, dat is het toppunt van feestelijkheid in menig gezin in die streek; in menig gezin, waar ijien tot de „stemming" van het ras van Toorheen terugkeerde.

En de geest, die op deze stemming speculeert schijnt het al meer te winnen. De intimiteit van Kerstfeest wordt zoo gemakkeUjk als het éérste ^ het beste gezien.

Daarbij komt dan, dat ook datgene, wat de Christenheid op Kerstfeest gedenkt, inderdaad tot het wekken van die „stemming" medewerkt. Het i, lfindeke in de Jcribbe" is zulk een liefelijk object voor moderne meditatie. Jezus, het kind, is zoo lief en zoo zoet.

En men zingt zoete zangen zoo zuiver-zedig; men Vindt vele vooysekens voor 't bezingen van , .kin-< lertjes" in „wiegekens”.

Er is iets in deze Kerstfeest-viering, dat bl^de stetftt.

Onze onrustige wereld schijnt tenminste eens ^ enkele maal rust te zoeken; er schijnt ten lamste een enkele maal neiging te zijn de sdhelhcntesude lamp van het druk doenerige leven, dat 20O koud en zoo hard voorbijgaat, met rose dek-Papier te willen omhullen; men schijnt althans eearaaal per jaar de schittering vlan het volle kunsticht op het valsche-paarlen-en-klatergoud-geblikker ™ willen temperen, door alles wat leven is te P^^sen in een mystieke sfeer. Roode lampeii en '^oode tulpen; rood papier en roode franjie is ditffl^l' het siersel.

Dat gééft inderdaad een and'ere stemming. «9arin is iets, dat meestal, wordt .gemist.

En toch....

Dit stemt tot zoo groote smart, dat het in den regel in zijn wezen niet anders, dan een, va^ik maar al te goed gelukte poging om twee dingen te bereiken. In de eerste plaats, dat men iets kan geven, waardoor de in de volksziel levende behoefte aan stemming en huiselijkheid, óók op straat bij 't kijken naar d'étalages en de gevuldei cafe's, óók in cabaret en bioscoop, óók in theater en danszaal kan worden bevredigd'. En in de tweede plaats geeft dit gedoente iets van afwisseling in het vermaak-leven, dat door duizenden wordt begeerd; ook hier is het de telkens aanwezige behoefte aan een nieuwen prikkel, aan aandoening van geheel anderen aard telkens weer, die moet worden bevredigd. Zóó brengt Kerstmis immers variëteit in het leven der geneugten!

Zeg nu niet, dat we hier enkel maar zien, hoe^ slim en listig de verleiding lofet. Ook dat is waar. Er is geen tendenz in de ziel van het volk, geenl „behoefte" in het bewustzijn van het „ras", die niet wordt uitgebuit door het cultuurleven yan onzen tijd, om ze te geven een „gelegenheid", die zich dan tot een „genegenheid" wendt.

Maar hier is ook iets anders.

Er is hier ook het bewijs van de armoede der zielen, die in }iet pret-leven onzer dagen opgaan. Wij, die weten, hoe ledig Kerstfeest moet zijn zonder den Christus Gods, vn-staan ook, hoe aiTn de vreugde van dit feest is, wanneer het enkel woidt beleefd in rosen schijn en rooden gloed'. Die gekleurde lampen, die omwikkelde ballons geven een anderen schijn. Ja, aan den buitenkant. Maar inwendig blijft de mensoh dezelfde araie, of hij danst bij een lamp van duizend kaarsen, of in de mystieke sfeer van getemperd licht.

En zoo gezien vervult ons de Kerstfeestviering, zooals wij die telkens weer opmerken, met mededoogen voor de leege harten, voor de arme geesten, voor de „stemming"-genieters in "keurig j, in stemming gehouden" feestzaal.

En geen engeltjes aan-den kerstboom brengen daarin verandering: ze zijn van papier. En geen brandende kaarsen tusschen groene takken veranderen dit: ze branden wel weg en dan is het uit...

ZaJ Kerstfeest waarlijk een feest zi|n, dan moet het Kerst-feest, dat is: Christus-feest wezen. '.

Ook hierin is evenwel zoo groot gevaar voor den schijn.

Het „kindeke" in „de kribbe" is zoói teer. Zoo liefelijk. Er is een neiging om er bij^ te knielen en het te kussen. Om het te brengen onze geschenken. Om veel te spreken van den „lieven Jezus”

Dat kan goed bedoeld zijn.

Maar er is toch iets in, dat Jezus dikwerf miskent. In het zoete spreken över „het lieve kind" is menigwerf het klare bewijs van het niet verstaan van dit kind.

Uit de oude christelijke kerk stamt een eigenaardige legende, die ook nu nog leerzaam is, al is het slechts een legende.

Men verhaalde als volgt: Toen de drie wijzen uit het Oosten tot Jezus kwamen, waren ze vergezeld van een zwarten knecht. Ze telden hem niet, en achter hen s'tond hij nieuwsgierig en hij bewonderde het kindeke Jezus. Toen legde de eerste wijze zijn gave opJezius' hoofdkussen. Hij gaf zijn goud. En Jezus bewoog., zich niet. En de zwarte knecht schrok, wijl hij^ geen geschenk had. Toen kwam de tweede wijze, en gaf zijn gave: wierook bracht hij yit het verre land. En het kindeke Jezus bewoog zich niet. En de zwarte knecht vreesde, wijl hij niets had aan te bieden. Toen kwam de derde wijze en hij offerde zijn myrfhe. En Jezus merkte daar niet op.. En toen da wijzen heengingen, boog zich de zwarte knecht ovef het kindeke en er viel een traan uit zijn o< ^ op Jezus' hand: hg had niets te geven, daarom weende hij. Maar toen zijn traan viel gip Jezus' hand. strekte het kindeke zijn handen uit en vatte den zwarten knecht om zijn hals, en kuste hem. „Als toeii", zoo luidt de legende, „Jezus had kunnen spreken, dan zou hij gezegd hebben: ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar z o n-daars tot bekeering”.

Zie, Jezus wil niet allereerst bewonderd worden.

Hij wil geloofd worden.

En wie Jezus gelooft, ziet in hem den Christus Gods, die allereerst gekomen is, voor ons, die hem niets kunnen aanbieden.

Hij werd arm, omdat wij arm zijn.

Hij werd arm, oipdat hij ons zou rijk maken.

En zóó hebben wij allereerst Kerstfeest te zien als het feest van de komst van den Zaligmar k e r van een i e g e 1 ij k, die in hem gelooft.

Op Kerstfeest gedenken we de komst van den Zoon van God als mensch.

God spreekt door den Zoon.

Die sprake Gods is de volheid van het goddelijk spreken; ook voorheen sprak God; nu evenwel komt zijn volle openbaring tot de Zijnen.

Maar Christus komt ook tot de wereld; Hij verschijnt als historische figuur; en ons Kerstfeest te kunnen zien in het licht van alle gebeuren, en alle gebeuren in het Licht van Kerstmis is het noodig, dat we Christus' komst ook als zoodanig verstaan.

Wanneer Christus toch komt, wanneer God zich in Hem openbaart, dan kan het niet anders, of Hij komt als de handhaver van de. eer aan 'den ychepper temidden van Zijn schepping. Deze schepping wil den ISchepper dwingen en binden; de zonde maakte deze schepping, maakte speciaal den mensch Gode vijandig. Nu moet God in de zondige wereld Zijn eer handhaven. Wanneer God) doodt en .^laat en treft, dan is dat niet om Zijn schepselen pijn te doen, maar omdat Hij Zijn eer als de youvereine moet redden tegen onze aanvallen.

En Christus' komst in het vleesch is dan het machtige feit, waardoor God de handhaving Yan Zijn eigen bouvereiniteit uitwerkt. Want Christus' komst is ook een komst ten gerichte. Christus komt om te verzoenen, ^naar steeds „in betooning van de rechtvaardigheid Gods". Hij is dan ooTc tegelijk de Verlosser en j, de steen des aanstoots en idé rots der ergernis". Hij is „de v; al en de opstanding van velen ia Israël”.

Christus als het Woord is dan ook gekomen om te handhaven de eere Gods in meest breedten zin. En de diepste oorzaak van Zijn komst is niet óns ongeluk en onze armoede, maar de eer van den drieëenigen God.

„Het Woord" Gods nu is het souyereini© Woord, het Woord, waardoor aUes is geschapen en nog aUes wordt .gedragen. Dat Woord is ingegaan in de ^schepping voor de handhaving van Gods eer in deze desolate wereld. Dat Woord is de diepere oorzaak Van de wijsbegeerte der Grieken en de logica in de scholen der filosofen. Dat Woord] mainteneert in deze wereld Gods eer, tot het einddoel is bereikt, en het koninkrijk aan den Vader weer wordt overgegeven. Dat Woord is in het oordeel over de Baaispriesters, en het is in de vreugde voor de weduwe te tiarepta. Dat Woordi is overal waar Gods eer moet worden opgehaald uit het stof, uit de diepte, waarm wij die neerwierpen.

En dat Woord nu, die Logos, is vleesöh geworden. Hij die alles droeg, is ingegaan in onzen BI taat.

En God spreekt tot ons door den Zoon. En Gods Zoon werd mensoh. En heeft ons God verklaard.

Als we dan vieren 'het feest van de vleesöhwording van dat Woord, dan vieren we het feest van de geboorte van Hem, die, door recht en gerechtigheid heen, óns redden zal, Qpd3.t God Zijn eer weer ontvangt.

Zoo gaat het op Kerstmis tenslotte niet om óns in de eerste plaats.

Het gaat allereerst om onzen God.

Christus komt tot datgene wat van God is.

Hij wil in de wereld Gods eigendom halen. En aan de wereld openbaren het geheim van Gods daden. Daden van oordeel en daden van liefde.

Daarom ook is Christus zelf èn de vredeburger, èn de zwaard-drager. Daarom is er in Hém, die komt om Gods zaak te dienen de hoogere eenheid tusschen den zang der Engelen in den .Kerstnacht en de betuiging van Christus: „meent niet, dat Ik gekomen ben om den vrede op de aarde te brengen". Daarom zijn in Christus één de zoete meditaties van een Maria en een Hanna en de vreeze der wachters in den nacht van Zijn vei'rijzenis.

Gods Woord, wordt vleesch.

En midden jn de schepping, die den ïichepper naar de kroon staat, daalt de Handhaver van de soiivéreine majesteit Gods neder. En dat geeft èn vreeze èn vreugde. Dat is angst voor wie vijandig tegen God zich stelt, dat is verheuging voor het volk, dat Gods eere leerde zoeken.

En zoo is Kerstfeest slechts waarlijk te vieren voor hén, di, e hebben Jeeren verstaan, dat „het bedenken des vleesches" vijandschap is tegen God; voor hen, die het heimwee geleerd hebben naar andere eere dan de eigen grootheid'; voor hen, die hebben leeren roepen om redding.

Maar zoo verstaan we dan ook ten volle, waarom Jezus voor Zijn volk de Jezus, de Redder, is.

Dat volli lag immers gebondea in banden van zonde. En Hij, die komt om 1de eer des Vaders uit de zondegreepi te verlossen, komt ook om het bizonder gekende eigendom des Vaders los te maken uit de banden des doods. De verlossingsdag gaat op in Bethlehem's stal.

Zoo is Christus, de. handhaver van Gods recht, door Zijn werk, de Redder voor hen, die leerden roepen om behoud. Want Gods strijd werd hun strijd; hun levenslijn was herboren naar de lijn Gcds: de lijn omhoog.

En dat is de vreugde van Kerstfeest, dat de dag der vrijmaking aangebroken is.

God heeft Zijn eer niet los kunnen laten.

En daarom heeft Hij ook Zijn volk niet los kunnen laten.

Maar dan kan Kerstfeest ook het ware feest zijn voor ieder, die worstelen geleerd heeft met de macht der zonde.

Zie, Jezus is geboren.

Verjossing is er!

Hij heeft „de reinigmaking onzer zonden 'door zichzelve teweeg gebracht”.

Wanneer we kennen den strijd met onze ongerechtigheden, dan is Jezus'-zaak, dan is Gods zaak onze zaak geworden. En dan is er belofte van vergeving voor een ieder, dij© in het kindeke in Bethlehem's kribbe zijn Heiland zoekt.

En daar waar de klacht is over eigen zonde, •bij het kindeke Jezus uitgeschreid, daar is ook de jubel over de komst van den Zaligmaker. Daar gciat op 'Kerstmis voor het geloofsoog de poort des hemels open. Daar wordt het feestlied gehoren. Daar komt nieuwe vreugd.

Vreugde van het Christus-feest.

„Kerstfeest”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

KERSTFEEST.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's