GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PER8-SCH0ÜW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PER8-SCH0ÜW.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

B a V i 11 c k—S m i t h.

Verleden week haalden we „Kerk en Vrede" aan, waarin geschreven werd over Geelkerken—Smith.

Thans is het Bavinck—Smith.

De heer Smith, die te üroot-Ammers woont, hoofdondeiwijzer was aan een Chr. school daar en die tevens anti-militairist is, haalt uit de brochure van Dr H. Bavinck „Het Probleem van den Oorlog" enkele losse uitspraken aan, waarin over de schrikkelijke en schandelijke zonden van den oorlog vonnis gestreken wordt; en 'zegt dan:

Wanneer w ij precies hetzelfde beweren noemt „De Standaard" ons „opruiers", „dwaalgeesten" etc; spreken , .christelijke" debaters over „revolutionaire terminologie" „een spraak die openbaar maakt" etc.

Zou ook - Kwijlen Prof. Dr Bavinck als hij door, deze lieden wordt gewogen, niet f e licht worden bevonden?

•We willen hier niets aan toevoegen. De citaten spreken duidelijk genoeg. Doen wij er ons voordeel mee!

Het is weer de gewone redeneering. Dat Bavinck nog wat anders zegt dan de heer Smith citeert, wordt niet geleld. Het loopt piet over de anathema's over den oorlog, doch over de conclusies, die volgen, en waarin eigen houding wordt besproken, als de nood er is. Wat Bavinck zegt wordt door duizenden onderschreven, die niet anti-militairist willen zijn. Zij meenen ook, zijn woorden toe te passen.

De Generale Synode.

' In „Do Heraut" schrijft Prof. Kuyper:

De Haagsche Synode, die elk jaar saamkomt, wordt door 's Lands regeering betaald. De kosten onzer Synodes worden door de Kerken zelf gedragen. Hoe ernstig onze Kerken nu zulk een rechtsgeding opvatten, waarbij het niet alleen gaat om wat men de „rechtspositie onzer predikanten" noemt, maar vooral om de vraag naar de handhaving van de autoriteit van Gods Woord, blijkt wel uit de groote offers, die onze Kerken bereid zijn daarvoor te brengen, In wereldsche kringen moge men spotten met een Synode, die in de 20e eeuw nog weken lang vergadert om te handelen over de „slang in het Para^ dijs", ons Gereformeerde volk trekt zich dien spot niet aan. Het weet, dat het bij deze "Synode gaat om veel dieper liggende vraagstukken.

Wat dit laatste betreft, „De Bazuin" op: merkt Prof. Bouwman in

Op deze Synode worden dus zaken behandeld, die ten principale raken de autoriteit der H. Schrift. Wanneer men de feitelijkheid van datgen© wat dei H. Schrift als historie geeft, de geschiedenis van den val, den hof van Eden met de twee zintuiglijk waarneembare boomen, van de slang en haar spreken, enz. zou loslaten, dan zou daarmede de heilsgeschiedenis worden aangetast.

: En de geschiedenis des heils is ook geschiedenis evenals de profane historie. Het is waar, dat er een groot onderscheid is tusschen de wereldgeschiedenis en de gewijde geschiedenis. De gewijde geschiedenis in de H. Schrift laat ons de dingen zien in het licht van den Raad Gods, hoe God alle dingen schept, en trots den val en de bestrijding van Satan alles doet uitloopen op de verlossing van de macht des kwaads, op de overwinning der zonde door Christusen op de eeuwige heerlijkheid. De wereldgeschiedeinis evenwel leert ons het verloop der dingen zien in hun onderling verband. En al beziet de geloovige ook de historie bij het licht van den Raad Gods, in Zijn Woord geopenbaard, in de wereldgeschiedenis zijn alle gebeurtenissen, dis op den gang der zaken en de ontwikkeling der dingen in het leven der wereld invloed hebben uitgeoefend, van belang. ,

De heilige geschiedenis geeft echter niet een volledige ontwikkelingsgang van Israël als volk, deelt

niet alle gebem'tenissen mede, maar geeft alleen "dat gene wat God voor onze kennis van den raad Gocl$ tot zaligheid noodig oordeelde. Er is dus onderscheid tusschen de gewone en de gewijde geschiedenis. Doch dit wil niet zoggen, dat de feiten, ons in de Schrift lïiicdegedeeld, niet feitelijk zoo zijn als zij in de H. Schrift ons zijn medegedeeld. In dat opzicht is er geen onderscheid tusschen de heilige en de profane historie.

Uit een en ander kan men dus zien, dat de Synode van Assen voor vragen gesteld wordt, waarvan de i beantwoording voor de toekomst onzer kerken van het hoogste belang is.

ïen aanzien van de meer binnenkamers gevoerde besprekingen zal dit citaat uit „De Heraut" do lezers interesseeren:1

Alleen dit mogen we, zonder het opgelegde geheim te schenden, wel zeggen, dat ook bij dit mondelinge vragen-stellen de goede toon van het begin tot het einde bewaard bleef. Van wat een der liberale bladen schreef over een inquisitoriaal gericht, dat : aan de donkere Middeleeuwen herinnerde en waarbij men een verdachte door martelende vragen tot : bekentenis wilde dwingen, was geen sprake. Ver-' moeiend was zulk een onderhoud zeker en we hebben alle bewondering voor Dr Geelkerken, die na al de inspanning, welke het uitvoerige schriftelijke antwo(«'d van hem geëischt had, in staat bleek twee dagen lang met zooveel geestkracht en slagvaardigheid de hem gestelde vragen te beantwoorden.

Over de veel veroordeelde werkwijze der Synoda zegt ds H. S. Bouma in „Friesch Kerkblad" (het blad, dat vanwege de manier van uitgave al meer ongenietbaar wordt, ook al is de inhoud nog zoo lokkend):

•. AVe moeten niet vergeten, dat de werkwijze en de handelwijze van de Synode toch al goede vrucht heeft gegeven.

Betrekkelijk lang duurt het, heel weinig weten we nog, maar de gevolgen daarvan zijn niet ten eenenmale ongunstig te noemen. Toen de Synode samenlcwajn, Avas er iets onzuivers in de atmosfeer. De spanning was zoo groot, dat men gerust kan spreken'van ziekelijke overdrijving. Er was zucht naar het sensationeele en men verwachtte allerlei schokkende gebeurtenissen. Maar de Synode wist zich vrij te maken van allerlei verkeerde invloeden en schiep zich haar eigen atmosfeer, waarin kloekheid en rust mogelijk maakte' een kalm aanvatten van de zaken! Ze ging haar eigen gang. En hoe wij buiten ook popelden van ongeduld, zij werkte door en haastte zich, maar dood dit langzaam.

En hoe wij ook grepen naar de couranten, , zij j berichtte ons niet meer, dan • oorbaar werd geacht en dit was niet veel.

Dat was alles voor ons vervelend, dat was om te stampvoeten van ongeduld, dat was om er tureluursch onder te worden.

Maar — 'het Is niet verkeerd geVeest!

Want de zaak-Geelkerken is niet langer sensationeel. We zijn nog wel in spanning, maar het zieke element is er uit weggenomen. j

s En over de copie-dieverij van „De Telegraaf" merkt • Prof. Grosheide op in „Noord-Holl. Kerkbl.":

. Het dagblad „De Telegraaf" wist evenwel de vra-'. gen te bemachtigen en uit „De Telegraaf" kwamen ze in alle couranten.

En nu het gevolg? We hebben zelf al gemerkt, dat door deze openbaarmaking nadeel is ontstaan. We hoorden van iemand, die meende, dat Dr Geelkerken verkeerde gevoelens voorstond in zake het boek Job. Dat was uit de vragen afgeleid. Maar : in de vragen staat dat allerminst. De Synode heeft vragen gesteld om dingen te weten te komen, die men niet wist. Anders gezegd, die vragen zijn niets waard zonder het antwoord van Dr Geelkerken. En dat antwoord is weer niets waard zonder het rapport daarover van de Synode. En dat rapport krijgt pas beteekenis, als de besluiten genomen zijn, die na-; tuurlijk niet genomen worden, zonder dat eerst is i gerekend met hetgeen Dr Greelkerken misschien, tot : zijn verdediging zou willen opmerken.

Van zelf komen straks alle schriftelijke stukken in het licht. Zooals ook in de zaak van Ds Netelenbos : is geschied. En als men alles bijeen heeft, dan kan 1 men pas een oordeel vellen.

Reeds daarom is zulk een voorbarige publicatie een Icsvaad. En we hopen dan ook, dat het antvroord, dat Dr Geelkerken op den tijd door hem belooM heeft ingeleverd, niet vóór den tijd publiek zal worden gemaakt.

Aan den laatsten wensch is inmiddels niet voldaan. : Dr Geelkerken is weer naar buiten getreden, UIT het | duister. ' |

En nu kumien de Jan Rapjes, de anonymi, weer j bij heirscharen vliegen IN het duister van redactie-: kamertjes en kranten-briefjes.

(Maar het is goed, dat ieder weet, dat de synode zelf al lang van plan was op haar tijd alles uit het duister te brengen in het licht.

AUean maar — op tijd. •

Eindelijk schrijft nog ds W. H. Gispen in de „Scheveningsche Kerkb.": '

Hoe groot de belangstelling in de zaak-Geelkerken is 'blijkt wel uit ©en uitknipsel uit een blad uit , Canada, mij door een zuster der gemeente ter haiwl • gesteld, waarin een telegram uit Assen met bericht hoeveel opzien de kwestie in Nederland heeft gewekt, en het gaat over twijfel, die Dr Geelkerken heeft ; uitgesproken of de slang tot Eva gesproken heeft. • De Synode bestaat naar dit bericht uit 11 van de : uitstekendste theologen van Holland en d^kundige" in de uitlegging en 50 mindere .geesteUjken.

> Ook daar het misverstand alsof de kwestie slechts ging over de slang, die gesproken hoeft, en niet over de historische bizonderheden in Genesis 3 vermeld: «i* : boom des levens, het proefgebod enz. ••'=, : |^; .|

Als we zoo al eens bedenken, wie er tegenwoordig

onder de niet-ortliodoxen over het paradijs al nauwfeeuriger ingelicht ineenen te zijn, dan de meest roemruchte „orthodoxe knikfcebol" (welke laatste nog naar één kant knikt, terwijl de eerste het naar alle andeire kanten vermag), dan denk ik aan wa.t in Plato's phaedo staat:

' er zijn

fhyrsos-drageren reel, maar weinige Bakchos-bezielden-

Waarbij wel te bedenken is, dat de eersten de geestelijke bacchanten zijn, de laatsten „geene anderen, dan die op ordelijke wijze wijsgeeren zijn geweest"-

Want de publieke opinie zwéért bij artikel 8.

En de pers, en de ezel, zeggen: ï-a.

Waarna men overgaat van hoofdstuk 1: de slang, naar kapittel 2: de ezel.

Van Bileam wel te verstaan-Als Bileam geen ezelin hereden had, de anti-clericale pers zou van hem nooit gehoord hebben.

Maar wee den zoon der duisternis!

Ds J-V. d. L ind en. .f

Na het overlijden van ds v. d. Linden gaf ds Datema deze herirmering in zijn kerkbode (de synode, die de vereeniging van '34 en '86 voorbereidde wordt besproken) :

Op die Synode was het ook, dat op een avond zoo ongeveer 8 uur Dr A. Kuyper en Dr Mr van den Bergh ter vergadering kwamen, om de gevoelens van de andere synode te vertolken.

Wat een moment en evenement. Vol, tjokvol en flokvol was de groote Burgwalkerk-Die Ds van den Bergh met dat bleeke gelaat; bleeker nog dan in werkelijklieid door de ravenzwarte lokken, die over het voorhoofd hingen. Welnu, hier, te dezer Synode, waar ook nog de grijze Bulens was uit Varsseveld en d© hinkende Mefiboseth uit Utrecht, de nóg niet vergeten Ds van Minnen en vele andere bekende mannen uit de kerk, niet te vergeten de bevende en toch zoo onbevreesde en onversaagde Ds Littooij uit Middelburg, — hier was het, - dat we voor het eerst dien jongen dominé uit 's-Hertogenbosch (ds v. d. Linden, K. S.) hoorden, met Ds E. Haan, een vroege^ zendeling, door Noorcl-Brabant ter Synode gedeputeerd.

Zagen hem, — dien man met hooge gestalte en wonderbaar voorkomen-

Dan, dat is het riiet-Daar moet niet teveel op worden gelet. Dan waren Eliab en Abinadab en Samma, de zonen van Isaï, uitnemender dan David. _ Het is niet gelijk de menscli - aanziet-De mensch ziet aan wat voor bogen is, maar de Heere ziet het hart aan-

Maar, we hoorden hem-

En waren verwonderd-

Er werd nog al bezwaar gemaakt tegen de vereeniging van twee groepen - der kerken. De afkomst zou te verschillend zijn, om waarlijk één te wórden-

Wat? Aldus van der Linden. Moet het daarom overgaan? Moeten we dan dadelijk in alles gelijk denken? Het onderscheid van Maas en Waal is nog bij Gorkum te merken-Is bet daarom niet ééne Merwede? Niet één rivier? Niet één machtige en breedten rustige stroom? Maar, bij Dordrecht is van dit verschil hoegenaamd niets meer te merken-Dan is er geen Maas-en geen Waalwater meer-Is het ééne Iferwede, die in verschillende takken het water voortstuwt naar de zee-

Later zou men (zie elders in dit nummer) liet beeld der 2 rivieren vervangen door dat der 2 aangezichten ea de sprake der vereenigde bedding vervangen door die van de gekeerde jas.

Maar de Merwede stroomt-

Dat is zoo. Ds v. d. Linden heeft het lang mogen zien. Niet alleen in het groot, doch niet minder in liet Hein. Men leze, wat Dr S. O. Los schrijft in de „Haagsche kerkbode":

Het is de ouderen nog wel beken-d, hoe de Haagsche gemeente eerst gedeeld leefde in No-belstraters en Wagenstraters-

De eersten waren nog weer onderscheiden in aanhangers van Ds Joffers en van Br-Golverdinge. Maar 7 JuH 1869 kwam de eerste toenadering-

De beide kerkeraden met de leeraren Ds Dijksterhuis en Ds Smit vergaderden op dien dag voor het eerst samen, en zongen uit volle borst: „Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen". Na het vertrek van eerstgenoemden leeraar in 1873 werd in 1875 Ds W. Doorn door Ds van der Valk in de NobelstraaS bevestigd-Onder diens leiding kwam het in 1892 tot samensmelting van Nobelstraat en Wagenstraat Helaas, wat oorzaak van vreugde moest zijn, werd weldra een bron van smart, door het uittreden van Ds Wisse-

Daardoor ontstond de droeve toestand, , die Ds van der Linden bewoog om hierheen te komen in 1893-Maar door zijn komst veranderde de droefheid weer in vreugde-

Tot roem van Gods genade mocht hij getuigen-, „Vol ontferming is G-ods harte gebleken: in het genezen der geslagene wonde; in het bouwen der ge-, meente; in het toebrengen van velen, die begeerden - met - ons te leven-

Ja, de Merwede stroomt-

Modern-religieuze enandere wenschen. In „De Hervormnig" wordt verslag uitgebracht omtrent de gehouden enquête, die bedoelde het oordeel t« Vernemen van velen over de inrichting van de(n) («eie)dienst(en) in de kriUigen der religieuze modernen, '•eti gedeelte geef ik hier:

Omtrent d-o-op en bevestiging wordt mede-' gedeeld, van véle zijden, dat de eerste, n.l. de kindertl'O-op^ in de oogen der massa nog steeds sacrame-nt«ele beteeke-nis beeft. Daarom neemt de belangstelling in dit symbool bij vele anderen af, schrijft iemand-Al meer kinderen blijven ongedoopt-Daartegenover wint de .doop, die bij de bevestiging wordt ./toegediend, in veler oogen aan waarde-Iemand schrijft: „met gespannen aandacht leeft men in deze plechtigheid niee". De bevestiging is volgens veler ..'«

gevoelen voor de gemeente een hooge feestdag, gelijk de doop voor de doopsgezinde gemeenten altijd was en is-Deze laatsten laten dikwijls een „belijdenispreek" voorafgaan. De „aannemelingen" worden op veel plaatsen persoonlijk toegesproken, soms in kleine bij elkaar passende groepjes gezamenlijk-Zij krijgen een tekst, die dikwijls later, op een herinneringsplaat of boek geschreven wordt uitgereikt. Soms spreken de aanstaande lidmaten gezamenlijk zingende hun geloofsbelijdenis uit (b-v. Ev. Gez. 99 vs 3 of 4). Het symbool, van den doop, aan volwassenen toegediend, beeldt beter dan het wisselende woord de •onveranderhjke zegen van Christus af, schrijft een oorrespondent. Bij de bevestiging zingt, meldt ons iemand, een koor a capella. Een ander bericht dat na de bevestiging vioolspel prachtig de stemming des harten vertolkt-Maar een aaimemeling vroeg: „Dominé, wüt u als 'tu belieft niet viool laten spelen of zoo, want ik zou er zeker naar gaan zitten luisteren, waj' het was en boe het gespeeld werd, en dat zou de heele bevestiging innerlijk bij mij in de war sturen"-Zoowel voor doop als avondmaal gebruik ik de

Zoowel voor doop als avondmaal gebruik ik de gewijzigde formulieren van den liturgischen kring, schrijft ons een ethisch predikant. De doopdienst, meent een ander, versterkt het gem-eentebesef-Een ander meldt, dat de doopdienst des middags alleen door de familie van - de doopkindertjes wordt bijgew'oon-d-

Omtrent het av o n d m a a 1 loopen de meeningen zeer uiteen.

Het is voor de gemeente van groote beteelcenis, is het oordeel van een collega, omdat het duidelijker dan w-oorden spreekt van een verbond dat gesloten wordt. De teekenen van brood en wijn spreken zoo Idaar van de voeding van ons geestelijk leven in de gemeenscliap met Christus. Stel het zinnebeeldig karakter in korte woorden op den voorgrond, raadt een ander. Samen aanzitten beteekent: belijdt hetzelfde geloof. Brood is het levensbrood dat onze ziel behoeft. Wijn de Christusgeest die ons bezielen moet. Het mysterium dat 't Avondmaal verzinnebeeldt is de eigenlijke dienst der gemeente, meent een derde-Een vierde: het Avondmaal is een plechtige herinnering aan Jezus' lijden en sterven.

Anderen zijn sceptisch-Wat blijft er voor nuchtere Hollanders van over? Laat het alleen gevierd worden als er voldoende belangstelling voor is! meenen velen. Het is buitengewoon moeilijk, h-et .goed te bedienen, verzucht iemand-Want ons ontbreekt het gemeentebesef. En het oorspronkelijke sobere karakter gaat verloren, door de noodzakelijk gebleken moderniseering. De kleine bekertjes zijn de eerste stap op den weg der afscliaffing-Want bij het avondmaal hóórt de gemeenschappelijke beker-

Dezelfde acht bet vreeselijk vandalisme, b-v-van den beker wijn een vaas met witte seringen of Aaronskelken te maken-Dat is een nieuwe lap op een oud kleed-Door anderen wordt deze moderniseering juist verdedigd-Rouwkrip om preekstoel en lichtkroon-Vanaf de galerij zingt een mannenkoor zachte Latijnsehe of andere liederen-Tijdens de avondmaaltoespraak wordt het schemerig licht al helderder Enz-Het direct gaan aanzitten aan de tafels vindt bij velen verdediging-Zacht orgelspel klinkt veelal bij het rondgaan en nuttigen van brood en wijn-

Be gr afenisdienst en Doodendienst-De laatste slechts op enkele plaatsen, voorzoover onze inlichtingen gaan-Meest - omstreeks Allerzielen-Onderwerp is dan vaak „onsterfelijkheid", of iets van dien aard-Daarnaast op veel plaatsen de begrafenisdiensten met toespraak en (of) gebed ten sterfhuize en (of) op den doodenakker-Hier en daar wordt een poging gewaagd, om de begrafenis van uit de kerk te doen plaats hebben-Dit verhoogt zeer het plechtige van 'den dienst. Het huiselijk intieme gaat echter wat te loor. Veler meening is, dat juist bij begrafenis men dikwijls met een ernstig woord menschen bereiken' en treffen kan, die nooit in de kerk komen.

, , Wijding s stonde" en „Li turg. dienst" zijn in veel dorpsgemeenten onbekend en ook ongewild. Stadsmode"-Maar ook waar men ze zou willen, ontbreken dikwijls de krachten. Elders worden zij enkele malen 's jaars gehouden, meest met bepaalde aanleiding of onderwerp-Iemand waarschuwt, om hierbij maat te houden. Laat dit niet ontaarden in gratis volksoon-certen! Toch zijn er ook plaatsen, waar vaste wekelijksche wijdingsuren zijn, ©n wo-rden gewaardeerd-

Het zal ook zonder nadere aanduiding duidelijk zijn, dat het verschil tusschen de hier begeerde en bij ons gebruikelijke vormen een uiteengaan van beginselen achter zich heeft-

Datzelfde onderscheid is oorzaak, dat we ook bij ons zoeken naar andere vormen moeten werken in andere richting, dariliier wordt begeerd-Als er maar gezocht wórdt! '

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

PER8-SCH0ÜW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's