GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Pers-stemmen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pers-stemmen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zwitsersche Reformatie-toon.

Pastor Rudolf Grob van Zurich is een bezield getuige voor het Calvinisme in Zwitserland. In , het laatste nummer va.n de „Ref. Schweizer Zeitung" schreef hij een aangrijpend stuk', dat ook ili, ons land dient te worden gelezen.

Aan id e doodgravers van ons volk.

Mijne heeren, '

Altijd hebt gij één leuze in den mond en aan deze leuze herkent - men u als de doodgravers van ons volk, en deze leuze luidt: leven!

Met voorliefde vei-haalt ge de gescliiedenis van een ZiOon, wiens innerlijk leven door de al te strenge tucht en dogmatische hardheid van z'n vader vernietigd is, en ge gedraagt u nu als de beschermers van het leven, dat ge tegen verkwijning beschermen moest. Maar •Waar zijn dan toch in den huidlgen tijd de vaders, die hun zonen onder te strenge tucht houden? Waar zijn dan de vaders, die hun kinderen bij een starre geloofsleer vasthouden? Het kan zijn, dat ge er zeven vindt op de duizend. Is het dan echter wel de moeite waard!, tegen z, oo in het niet verzinkende uitzonderingen een zoo pompeuzen strijd te voeren?

Maar waarom voert gij' dezen strijd tegen windmolens!? Ge voert dezen belachelijken strijd, omdat ge, mijne heeren, geen tucht en geen bieginselvastheid in 't lijf hebt en nu gaarne tucht-en beginselloosheid met het lumoer van uw strijdt zoudt willen overstemmen: . En wij wilden aan uw leugenachtigen en b'elachelijken kamp" gaarne het z'wijgen toedoen, als gij niet van uw gebrek een ideugd maakte en het volk niet verleidde!, het u na te doen. En wij spreken, omdat ge nu al s'inds langen tijd den sluipenden dood onder het volk hebt gebracht.

Langen tijd kondt gij dat doen, zonder dat de gevolgen openbaar werden. Het is u gelukt, in school en pers den zonen het geloof van hun vaders belachelijk en onverschillig te maken. Toen werd de schade nog niet zoo openbaar, want de tweede generatie leefde nog — zij 'took zonder het toe te geven — van het geestelijk kapitaal der eerste. Maai in de kleinkinderen wordt de schade op'enbaar. De tweede generatie heeft, van uw strijd aangetast, haar kinderen laten opgroeien zonder zich om hun religieus leven te bekonmieren. Toen hadt ge het bereikt; . niemand kon er meer over klagen, dat den kinderen in te strenge tucht geweld aangedaan werd, en er was ook geen reden tot de grief, dat ze in de vast-ge.gronde geloofsleer van den bijbel ingeleid (waren. In uw huizen en in de huizen van uw slachtoffers werd den kinderen — als daar tenminste nO|g kinderen waren, mijne heeren — noch bijbelscbe geschiedenis verteld noch hoorden zij een gebed of een woord van christelijke beginselvastheid. Uw kinderen zijn in uw huizen tot het heidendom opgevoed.

Bij wie ligt nu de wreedheid? Gij, die den kinderen in het heiligste te kort doet - en hen tot zwakkelingen en beginselloozen opvoedt, hebt daarbij de vrijpostigheid, altijd over de wreedheid van die vaders te schelden, die te streng© tucht geoefend hebben! Van duizend kinderen gaan daarbij heden misschien vijfhonderd aan een tuchtlooze en heidensche opvoeding ten gronde en hoogstens zeven aan te strenge tucht en dogmatische bekrompenheid.

' Maar 't ongehoorde ligt nu daarin, dat ge erover jammert, als uw kinderen en de kinderen uwer slachtoffers, in hun levenswandel, 't zij in hun beroepsleven, 't zij in de keuze der echtgenooten, 't zij in hun verhouding tot de ouders, naar materialistische en egoïstische beginselloosheid handelen en de schipbreuk tegemoetdrijven. Wie heeft hun dan deze beginselloosheid bijgebracht? Onbewust richten uw kinderen zich toch in hun gewichtigste beslissingen, die voor de ontwik-, keling van hun later leven bieslissend zijn, naar • de beginselen, die zij in hun jeugd aangenomen hebben. En laten zich ook geloof en beginselvastheid niet overerven en niet .door opvoeding inbrengen, zoo blijft toch bet harde feit bestaan, dat de beginselloosheid der vaderen zich aan de kinderen wreekt. Deze wraak is nu zichtbaar en drukt zwaar op hen, die aanvankeUjk met haar den spot dreven.

Als de school ertoe misbruikt is, den 'geest van 't vlakke ongeloof in de kinderzielen te planten^ zoo wreekt deze zonde zich nu aan de school zelf, doordat), vooral in de steden, het leerlingenaantal schrikbarend snel afneemt. Waarom? Door u, heeren doodgravers], die met een glimlach van meerderheid de bijbelsche opvatting van het huwelijk verachtte. Gij hebt wind gezaaid en storm geoogst. Waai' blijven nu al uw mooie phrasen over uw wetenschap? Wat baat het u, voor te leeraren, hoe naar wetenschappelijke principes een gezond volk opgekweekt moet worden, als uw beginselloosheid den angst voor het kind doet rijpen? En daarbij doet gij, de doodgravers van het volk, steeds alsof gij de ware geestelijke leidslieden in de eeuw van het kind waart, gij, die toch een eeuw van vluchD voor het kin.d zoudt doen aanbreken, als uw doodgraverskunst niet spoedig werd te keer gegaan.

Maar de tijd breekt thans aan, waarin zelfs uw slachtoffers ziende worden, waarin men achter uw leugens van het leven den naakten dood herkent en waarin uw hol krijgsgeschreeuw geen indruk meer maakt dan dien van afkeer. Gij kondt het volk tot vlak aan den afgrond brengen, gij bracht het zoover, onder het parool van vooruitgang, vrijheid en menschelijklieid, tienduizenden in de reddinglooze diepte en menschonwaardige slavernij te storten.

Nu evenwel komt uw doodgraverswerk aan den dag. Uw slapheid en beginselloosheid wordt ontmaskerd. HonderdTOudige ellende in de gezinnen, die gij ten grond© gericht hebt, schreit tegen u om wraak. iS'u is de tijd voorbij, dat gij in uw hollen waan meendet, vaste tucht en bijbelsche beginselvasüieid in handelen en denken voor uw rechtbank te kunnen sleepen. Thans Wiordt gij ter verantwoording gesleept. Gij zult rekenschap afleggen vanwege de kinderzielen, waarin gij 't vergif van 't ongeloof hebt gezaiaid, vanwege de huwelijken, die gij in verwarring gebracht hebt, vanwege de pers, w^Larmee gij het volk verpest, vanwege de toenemende ellende in tuchthuizen en •krankzinnigengestichten, waar de vloek openbaar wordt, dien uw tuchten beginselloosheid veroorzaakt heeft.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Pers-stemmen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1926

De Reformatie | 8 Pagina's