GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de Aalders’ critiek op Assen

Ds. J. C. Aaldeirs, : predikant bij d© begieii de Asser •synode bezwaar.opperende> gem©e-nben-, heeft zijn critiek op de Asser synode thans publiek gemaalct. Om-: ^YQI: schillende xedene-n-, lijkt het mij dienstig van het antwoord, dat van 'ani-tei-e zijd-e liierótf) gegeven wordt, aan onze lezers iets doo-r'te geven.

Allereerst' merkt p-röl. G-rosheide Op m een recensie: '

Het spijt, me, dat, ik deze broohnre-lieb ailn te kondigen. En dat, omdat ze, in meer dan, een op-, zicht dezelfde trekken toont, die we ook in andere brochures van Dr Geelkerken • of zijn, medestandei-s niioesten .afkeuren. Ik denk.-hieri in de eerste plaats • aan - de niet - ^QO • weinige^ - minider vleiende - k, walificaties, die van de Synode en liaar beslissin, g wordL'U gegeven en die - gerust, hadden kunnon .ontbreken. , lk denk hier in, de tweede plaats aan verschillende vo-orstellin, gen, , die onjuist zijn. Wie vereenzeivigt de .kerkelijke uitspraak met de waarheid, der Schrift'? (blz. 6.) Dan, Ds Aalders zegt, dat de Synode - hel standpunt van Dr Geelkerken verkeerd heeft Xvecrgegeven. Ik herinner me niet, dat - Dr Geelkerken , , daar zelf ooit over heeft geklaagd, in elk geval heeft de Synode hem haar rapport thuis laten bezorgen , en , heeft hij al de gelegenlieid gehad tegen onjuist»' voorstelli^g te piotesteeren, hetwelk hij' niet heeft gedaan.

Maar dit zijn - de bijzaken, . Hoofdzaak is iets anders. Ds Aalders beweert, dat Dr Geelkerken , aan de Synode voldoende waarborg heeft gegeven, dat hij den val ha, iuihaaft. Dat - ontken ik. Dr Geelkerken heett zeer zeker herhaaldelijk betuigd, dat hij den val lO-nvoorwaardelijkheid vasthield. Maar hij heeft onzeker gemaakt het historisch verhaal, waarin de raf w.ondt beschtreven en daardoor juist werd de VHI zelf onzeker. Hier schuilt ook één, der fouten van Ds Aalders. Ook hij handhaaft den val. Maar hij verzuimt aan te toonen, dat de , val gehandhaafd kan w.orden, als de hoornen niet per sé zintuigelijk w, aarneembaar belioeven te zijn. Men vermoedt hier invloed van de .nieuwere Zwits-ersche theologie. Te meer .omdat nog iets. anders daaraan doet denkend Ds Aalders zegt, dat de Synode is overgestapt van het terrein van de eenvoudigheid des geloofs naar dat van de • wetenschap, die twee gebieden heeft verward. Nu mag ik er in de eerste plaats aan herinneren, dat niol de Synode, maar juist Dr Geeifkerken op wetfen, schappelijke behandeling heeft aangedrongen, eer do beslissing zo-u worden genomen. Maar die casus positie is onjuist. De oude spreuk Fides quaerit intellectuni wijst , ons hier den weg. De eenvoudige inhoud van het geloof kan "wetenschappelijk worden verwerkt en moet ook voor het opstellen van een "belijdenis of Synodale uitspraak wetenschappelijk worden verwerkt. Daarmee wordt de eenvoudigheid des geloofs allerminsit prijsgegeven. Dogma-vorm.ing is niet ander.s mogelijk. Ds Aalders verzuimt hie'r juist te ondersclieiden tusschen den inhoud, de stof en de' verwerking van dien inhoud. Wanneer' hij zijn theorie toepast op deDrie-eenheid of op Christus, dan zou het heele dogma van. de triruteit, de Christologie; 'vervallen. Ook wa't Ds Aalders schrijft over de uitleggine: is onjuist. Ik kan hier niet herhalen, wat ik iü „De Heraut" heb geschreven ovi^r de grenzen der uitlegging. Ik zeg nu alleen, inzake boom, slina; , spreiden, valt rdets uit te leggen, bier zijn we gekomen aan de samenstellende deelen van het verhaal.

Ik zou nog meer bezwaren kunnen ontwikkelen, maar ik mag deze recensie luet opvullen door allerlei dingen, die reeds' tientallen van malen gezegd zijn. weer te zeggen. ',

Deze broctmre heeft de kwestie niet gezien, haalt de dingen dooreen en brengt ons da, aroin geen stap verder.

G.

In de „Leeuwardei' Kb." zegt, naar ik meeu, dr W. A. V. Es ook iets O'Ver de ondersdiaiding tusschen bet stcvndpunt van „de eenvoudigheid des gelools" en het „wetenschappelijk standpunt" (volgens (js'i|t'.v; !.door do synode verkeerd gezien)

We gelooven niet, dat deze onderscheiding diep zal inslaan bij degenen, die nog naar licht in liezè zaak uitzien. Zou dit tweeërlei strindpunt al te onderscheiden zijn, te schei d e n is het zeker niet. De tegenstelling tusschen geloof en wetenschap aanvaarden wij althans .niet. Evenmin stellen we ons heel veel van de leuze: discutabel is nog niet dispivtabel" voor (blz. 16). Een vergelijking met het kruis in Gal. 6:14 schijnt ons daarom weinig ter zake dienende, omdat niemand de symbohsche betoekenis van de slang in Gen. 3 o o k, geloochend beeft. De vergelijking met het „zwaard'' in Op. 1:16 niet, onidat we hier met uitsluitend allegorie hebben te doen.

.Mei oen klacht over „zekere animositeit" tegen de syncide en over onjuiste weergave van hetgeen geschied is, besluit de recensie.

Jefta's dochter.

In' „De School met don Bijbel" schrijft de heer .S(n)Oek) te R(i}swijk):

De rabbijnen en de kerkvaders meenden niet anders dan dat Jefta zijn kind op bloedige wijze den Heere geofferd heeft-

De eerste, die deze algemeen gehuldigde meening niet deelde, was David Kirachi, een Joodscl' schriftverklaarder uit de twaalfde eeuw. Hij wilde Jefta's belofte aldus lezen: „Wie idj het eerst tegemoet treedt, zal (als het een mensch is) den Heerc toebehooren, en (als het een dier is) als brandoffer geofferd wo-rden."

Sedert zijn de meeningen verdeeld gebleven. Een groep van uitleggers houdt vast aan de letterlijke woorden der Schrift en meent, dat , Tef(; a's dochter als offer verbrand werd. Deze opvatting wordt te •onzent o.a. sterk naair voren gebracht door prof. A'oordtzij (Gods Wooird 281).

Een tweede groep meent, dat .lefta zijn dochter den Heere gewijd heeft en dat zij, ongehuv/d, is lilijven leven, wellicht dienende in het heiligdom. Zoo b.v. Sillevis Smit, Handboek 195 en Van Aadel: Handleiding 122; (zie ook , , De Heraut" van 15 Alaart 1926).

Deze opvatting berust op de volgende gronden:

1. Meinscbenoffcirs waren in Israël nadrukkelijk verboden (Lev. 18: 21; 20:2—5). Jefta, die zoo nauwkeurig de gescbiedenis van de verovering van het Oostjordaanland uit den Pentateuch kende, heeft dit verbod zeker gekend.

In Israël komt het brengen van menschenoffers eerst voor na de scheuring van het rijk.

2. Een verwisselen van offergave werd door de wet toegeiaten. (Lev. 27:1—7.)

3. De bedoehnjg van het v/oord „brand"pffer was met'in-de" eerste plaats, 'dat• de • gave - verbrand zou worden, doch dat deze geheel volledig den Heere - gebracht werd. (Keil: Richter SOI.)

4. Offers als betalin, g eener gelofte konden alleen gebracht worden op het altaar van het heiligdom. Het is niet denkbaar, dat een priester Jefta's offer zou hebben willen brengen.

De veronderstelling, dat Jefta op een particulier altaar geofferd heeft, gaat niet op; dan kon de Bijbel niet van hem getuigen, dat hij zijn gelofte vervuld heeft-

5. Er staat niet, dat Jefta's dochter haax „leven." beweende, doch haar „maagdom".

6. Had Jefta's dochter geweten, dat zij moest sterven, dan had zij de twee maanden vaïi uitstel zelcer niet in de bergen, doch bij haar vader doorgebracht.

Al boa ik persoonlijk een andere meening toegedaan, toch zullen verschillende lezers gaarne van deze argumenten kennis nemen.

Chiliastische fantasie.

„De-ZoeklicM"--^a; dministr'atie zond mij eigener beweging - de'zer dagen enkele ex. van het blad. Zoo sloeg , : , ifc et; weer. eeins een oog in.

r-'MIj-trof een „velrhaal": In een Punt des Tijds"; men tracht daarin uit te beelden door een AmsteTdamsch • gebeurtenissemoomplex der toekomst te vertellen, op wdko wijze zich realiseeren zal 1 Cor. 15:62 en 1 Thess. 4:18-.—18. De geloovigen zijn pas opgenomen in den licnieï door Christus, en nu blijven de niet-geloovigen •op aarde achter. In den gedachtengang van „Het Zoek-: licht" ligt, gelijk natuurlijk te voren reeds te begrijpen' Av: s, , ., oofc deze biJKOinderheid, dat, vele .offioieele, kerke-•v'dijfcasïvooigangers achterblijven; 0& p^; »j-; i£fi: ^§'

In de zaal stond de Evangelist. Hij stond in ge-. peins en er was thans geen lied op zijn lippen.^

Gij zijt dus niet opgenomen!" zeide de leider van den troep tot hem. Er was niets beteedigends^, noch iets spottend s in zijn toon.

Hij wilde. antwoorden, maar hij kon niet. Hij herstelde zich echter spoedig en zeide: „Neen, wij werden niet allen opgenomen, meneer' Wij dachten, dat v/ij, als Evangelisten, door God uitverkoren waren, om de gebeele wereld het Evangelie te brengen. Gisteren nog spirak ik met een dame, die ik in den trein ontmoette. Zij sprak over de wederkomst van Christus en zeide: „God gebruikt nu de Evangelisatie nog om aan verloren zondaj'en het Evangelie te brer^gen, en hier en daar^eenigen tot de Gemeente toe te brengen, maar geloof" mij, mijnheer, de wereld zal niet bekeerd woirden, vóórdat Christus de Zijnen zal hebben opgenomen en na de Groote VerdruKking met de Zijnen teruggckonien zal zijp.." , .

Toen ze uit ons gesprek bemerkte, dat ilc' in' die verwachting niet leefde, maakte ze de opmerking, dat juist het niet-onderscheiden van de verschillende bedeelingen oorzaak was^, dat zoovele predikers van liet Evangelie alleen over bekeering spreken, en hun hoorders niet wijzen op de naderende wederkomst van den Heiland, en al wat daarmee in verband staat.

Op onzen cursus noor Godsdienstonderwijzer hebben we maar weinig over deze dingen gehoord. VVe leerden, dat wij allen zullen sterven en in ons graf blijven tot den oordeelsdag. Dan zullen wij voor Gdds witten troon verschijnen om geoordeeld te worden naar ons leven. — Gisteren verklaarde deze dam^e mij uit den Bijbel, dat een waar Christen niet zal verschijnen voor den witten troon om geoordeeld te worden, maar, als de troon geplaatst zal worden, zal de ware christen in heerlijkheid gezeten zijn bij Jezus Christus, den Rechter. Alleen de goddeloozen zullen voor dien firoon geoordeeld worden, omdat de zonden van den waren christen zijn weggewasschen door het bloed van Jezus. Er is geen verdoemenis, voor degenen, die in Christus zijn. Een iegelijk, die in Jezus gelooft, hf^eft het eeuwige leven ontvangen en zal niet in net oordeel komen, wantt hij is reeds van den dood in het leven overgegaan. Zij zeide ook, dat de ware christen, die nog loefde als de Heere kwam in de lucht, zou opgenom.en - ^vorden met allen, die vroeger in Christus ontslapen zijn. Zij allen zullen dan het opstandings-, het verheerlijkte lichaam hebben; Christus zal dan loordeelen wie hunnej' een kroon zal krijgen voor zijn trouw dienen van den Heere. en wie niet.

Een straattooneeltje volgt hier:

In het voorbijgaan zag Bert, dat de Nederlandsche Bank ook bij dag bewaakt werd door soldaten. Nieiiwsgiierig om te weten, of er ook christenen uit het leger waren opgenomen, vroeg hij aan een der schildwachten, of er ook van himne ka.meraden bij de Opname geweest waren.

A] de fijnen zijn verdwenen en oofc de fijne officieren. Ik 'heb eenige van Jien gekend, die bijbellezing hielden voor hunne manschappen. Ja, ja! zij hadden het bij het rechte eind. Als u mijn oordeel vraagt, meneer, dan zeg ik, dat ons land vol dwazen zit, want als wij gedaan hadden wat zij gedaan hebben, dan waren wij nu ook bij Jezus. In de Militairö Tehuizen hebben wij er ook wel over gehoord en wij hebben gezongen:

De Heer zal komen, ja weldra. Wees voor Zijn komst bereid; Ontvang Zijn volheid van gena. Wees voor Zijn komst bereid!

In de Nieuwe Kerk op den Dam is ook een samenkomst :

Naast den preelvstoel stond een groote man, .een bekende dominee. Hij had den ar.nn geslagen om dien van een der meest vermaarde predikers en dwong hem op te staan. Er scheen tusschen deze twee een strijd te bestaan, wie van hen het eerst zou spreken.

Hoe komt het toch" — zoo dacht men — „dat twee zulke goede predikanten achtergelaten werden? " Er heerschte diepe stilte, welke plotseling verbroken werd door iemand, die riep: „Laat Ds Arend spreken".

„Neen, Ds de, Jong moet; voorgaan", riep iemand anders. Een rumoer van stemmen verhief zich. De menschen vvaren kwaad. Eindelijk beklom Ds Arend den kansel. Hij boog het hoofd om te bidden. De aanwezigen bogen ook het hoofd, en de stem van Ds Arend verbrak de stilte:

„Mannen en vrouwen van Nedel-land; mijne lot-• genooten in de grootste schande, die over de wereld gekomen is, de schande van christen te heeten en toch door Christus verworpen te zijn, wij ontmoeten elkaar vandaag onder vreeselijk ernstige omstandigheden.

Wij staan tegenover de ernstigste gebeurtenis, die liet manschelijk geslacht kon treffen, behalve die welke Jerusalem drie uren lang in duisternis hulde, toen op Golgotha de Christus aan het kruis hing.

De dominee biecht zijn zonde; tegen de exegetische methode van de Maranatha-beweging liad hij bezwaren tasie. gehad:

Men heeft in de laatste jaren preeken, bijbellezingen, conferenties, bijeenkomsten gehouden, waar dit onderwerp - ^erd besproken. Ik zelf heb ze bijgewoond, maar ik heb gespot met wat ik toen noemde fantasieën van de sprekers. Ik heb aldus mijne gelegenheid laten voorbijgaan. En toch behoorde ik als predikant, in de eerste plaats bereid te zijn geweest .ypor deze Opname. Ik ben blind geweest en heb gedaclit dat, als men gedoopt was en belijdenis van het geloof had afgelegd in de kerk, dit befceering beteekende. Nu zie ik in, dat ik de kerk gediend heb en niet de gemeente van Christus, zooals een kjnd van God dit moest doen.

Gisterenavond pas ben ik wedergeboren, nadat mijne vrouw met de wakende en wachtende gemeente v/erd opgenomen. Zij is niet gestorven, maar levend opgenomen in een oogwenk, *!n deze gebeurtenis heeft ons alles met schrik vervuld." '*j; *> .j'

Hoe sterk de kleuren der teekening zijn, blijke hieruit:

„Ik was in dei kamer met mijn© vrouw, toen zij opeens verdween. Zij was zeer ziek en moest geopereerd worden. Ik wilde er bij zijn. Ik zie het nog alles voor mij. De zusters met al de benoodi: g< llieden voor de operatie, de dokter, die 'orders gaf. Ei' heerschte groote stilte in het vertrek.

Plotseling, terwijl de dokter iets tot een zuster zeide, verdween het lichaam mijner vrouw van de operatie-tafel. Ook een der zusters was verdwenen ein ik, een dienaar van Christus, bleef over met den doktor en de ander© zusters, zooals ook gij zijt achtergelaten, ofschoon velen uwer lidmaten van de Christelijke kerk zijt.

„Is zuster Gorrie ook weg? " vroeg de dokter. „Dan is heit toch waar, dat Christus kwam om de zijnen weg te halen, want zuster Corrio le.efde in deze verwachtirijg." : En met verbazing in zijn ' blik vervolgde hij „maar hoe komt het dominee-, i.lat u niet 295 opgenomen is? Van u zou men het zeker hebben verwacht.''

Hot is hier niet noodig een betoog te leveren, dat voor andere opvatting pleiten zou. Sleciits wijzen we erop, dat „Het Zoeklicht" eenerzijds de „kerken" (officieele) beschuldigt van letterknechterij; intellectualisme vain het ophan, gen der zaligheid aan de aanvaarding van eein „leerstuk", terwijl hier de aanvaarding van de chiliastiscbo bijbel-exegese van Christus' wege tot een sjibboleth gemaakt wordt. AUes naar de wet, die de tragie]: ; van alle secten verklaart.

Over de beslissing der classis Drachten.

Volledigheidshalve geef ik hier ook weer wat we nog onder de oogen komt van geref. zijde over de beslissing der classis Drachten inzak© dr N. D. v. Leeuwen (Vox esylvis). Immers, met het overzicht maakte ik reeds eerder een begin. In de „Goref. Kb." van Amsterdam-Zuid zegt E.:

Dr V. Leeuwen staat dus thans (afgezien van de zaak der door de Synode niet geheel zonder bedenking geachte andere uitdrukkingen) in dubbel geschil met onze Kerken. Ten eerste heeft hij omtrent een punt een afwijkende' meening van wat de Synode als eisch van belijdenis heeft verklaard. En ten tweede heeft hij, nadat zijn afwijkende meening publiek eigendom was geworden door uitdrukkelijke, van hem zelf uitgegane publicatie („zonder daartoe door iemand verplicht te zijn"), nadat die meening opzettelijk en grondig door de Kerken is onderzocht en onhoudbaar verklaard (ja, waarbij die Synode zelfs op instemming van „anti-Assen" mag rekenen), en nadat de Synode nog eens uitdrukkelijk het disputabel stellen der zintuigelijk-waarneembaarheid van de vier bekende zaken o n vere e n i g b aar met art. 4 en 5 der belijdenis heeft verklaard, — het door haar uitgesproken vertrouwen teleurgesteld.

Ds V. Leeuwen heeft alleen beloofd te zullen zwijgen over dit geschil van gevoelen. , , I n volstrekten zin te zwijgen!"

De Synode verwachtte, dat hij de zintuigelijkwaarneembaarheid van de zaak in kwestie zal leggen ten grondslag aan wat hij in dezen zal leoren.

Ds V. L. zegt: neen, ik zal dat niet ten grondslag leggen. Ik zal er over zwijgen; mijn leer in dezen zal dien grondslag niet hebben.

Welken dan wel? De niet-zintuigelijk-waarneembaarheid? Maar dan is het zwijgen al verbroken. Of: heelemaal „in dezen" niet loeren? Maar dan is de compleotheid van de ambtsbediening zoek.

Neen, we kunnen, voor zooveel thans bekend is geworden, de gestie van de classe Drachten, die een „volstrekt-zwijgen" vroeg, na al wat in 't publiek voorafgegaan was, en die verder daarbij berust, niet bewonderen.

En we kunnen de houding van een predikant, die zich in publiek vertoog, met een bezwaar tegen de beslissing zijner Kerk, tot het gebeele volk richt en dan later belooft: „in volstrekten zin te zwijgen", óók niet bewonderen.

Hóe deze gravamen-zaak thans precies is, weten we niet. Maar wèl weten we, dat meer licht noodzakelijk is, voor de rust en het vertrouwen in onze Kerken.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's