GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Pers-stemmen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pers-stemmen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verbetering van den eeredienst.

De Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Amerika is 13 Jmii j.l. te Holland, Mich, geopend.

Tot de belangrijkste punten van het agendum behoort „de verbetering van den eeredienst".

Reeds lang is deze zaak aan de orde.

Tot een oplossing, welke algemeene bevrediging schonk, kwam het niet.

Thans wordt een nieuwe poging gewaagd.

Ds H. Keegstra geeft er in de Amerikaansche „Wachter" de volgende oriënteering van.

Twaalf jaren lang is de commissie bezig geweest aan een voorstel tot verandering, die waarlijk verbetering geacht zou kunnen worden. Ze heeft, onzes inziens, wezen, aard en doel van den eeredienst daarbij getrouwelijk voor oogen gehouden. Ze is in de historie teru.^ gegaan en heeft gevonden, dat in de kerken der reformatie, vooral onder invloed van mannen als Galvijn, a Lasco en DaOheen, onze inrichting van den eeredienst het dichtst hij het ideaal kwam, maar dat later in tijden van verval, veel is verloren en verdorven. Naar het ideaal hoeft de commissie in haar ontwerp gestreefd en is ze met haar advies voor de kerken gekomen meer dan eens.

Maar de kerken namen het advies niet aan. Er kwamen bezwaren en zorgen. Men had vrees voor dor formalisme in den eeredienst, en sprak van invoering van nieuwigheden. Dat een zeker „valsch conservatisme" ons volk hier vermoedelijk parten speelt, zooals de commissie ergens opmerkt, zal moeilijk te ontkennen zijn.

Doch hoe dat ook zij, van de begeerde verandering is dusver niets terecht gekomen, althans niet op grond van synodaal besluit. Tot aannemen van het advies kwam het niet en geheel de zaak van verbetering in onzen eeredienst van de baan schuiven wilde men ook niet. Een voorstel in 1924, om van de zaak af te stappen en de commissie te discontinueeren ging er niet door. De commissie kon voortarbeiden. En in 192"3 werd ze nog eens weer met een eenigszins gewijzigde opdracht aan 't werk gezet, om „a uniform, but flexible order of worship for our churches" voor te bereiden En zoo ligt nu het vierde rapport met een eenigszins gewijzigd ontwerp vóór ons. Voor den voornaamsten dienst (main service) op den dag des Heeren zijn de werkzaamheden in orde aldus gesteld:

1. Votum. ) ( ^-Psalm. 2. Benedictie of ' , ) 2. Kort gebed, zegenspreuk. ( j S. Benedictie of 3. Psalm. ) ( zegenspreuk. 4. Lezen van de Wet en de hoofdsom der Wet in Mattheus 22. 5. Belijdenis van zonde of boetpsalm (of beide). 6. Absolutie (aankondiging van vergeving der zonden). 7. Apostolisclie Geloofsbelijdenis (door leeraar alleen of door leeraar en gemeente). 8. Psalm. 9. Algemeen gebed, besloten met het „Onze Vader" (het laatste door den leeraar alleen of door leeraar en gemeente). 10. Collecte en psalm. 11. Kort gebed na collecte (naar verkiezing). 12. Voorlezing van gedeelte der Schrift. 13. Predicatie. 14. Gebed. 15. Psalm (met of zonder doxology). 16. Zegenbede.

De commissie adviseert, dat 4, 5, 6, 7, 8 uit de overige diensten van den dag weggelaten worden. Ook wil ze die weggelaten hebben, als de dienst door iemand anders dan een wettigen bedienaar des Woords wordt waargenomen.

Ook in dit gewijzigd en vereenvoudigd ontwerp van de commissie komen nog al heel wat veranderingen voor, dingen waaraan we in onze kerken dusver niet gewend waren. Ze zijn (1) voorlezing van de hoofdsom der Wet uit Mattheus 22; (2) belijdenis van zonde of boetpsalm (of beide); (3) absolutie; (4) voorlezing van de Apostolische Geloofsbelijdenis in den morgendienst in plaats van des namiddags of avonds; (5) toevoeging van het „Onze Vader" aan het zoogenaamde lange gebed; (6) kort gebed na de inzameling der liefdegaven. en (7) verplaatsing van voorlezing der Schrift van 't begin van den dienst tot vlak vóór de predicatie.

Op zoo vele en nog al gewichtige veranderingen is ons volk over ''t algemeen niet gretig. Daar werden en worden bezwaren tegen ingebracht. Zoo werd bijvoorbeeld het bezwaax geopperd, dat het toegevoegde heel wat tijd van den dienst in beslag zou nemen en op den duur op bekorting van de predicatie zou uitloopen.

Onzes inziens beteekent dit bezwaar niet zoo veel. Wat er in deze nieuwe orde bijgevoegd wordt is alles zeer kort en neemt slechts enkele minuten in beslag

Ook wordt tegen de nieuwe regeling ingebracht, dat ze het formalisme in de godsdienstoefening in de hand zou werken; dat ze zooveel aan het bestaande toevoegt, dat er verwarring door zou ontstaan; van invoering van allerlei nieuwigheden wordt waarschuwend gesproken.

En toch is die kritiek niet billijk. Wat ons nieuw voorkomt is, wat we in den loop der tijden verloren hebben en wat de commissie hier aan de kerken terug gegeven wil hebben.

't Is waar, de ingevoegde belijdenis van schuld met de daarop volgende aankondiging der schuldvergeving in de absolutie klinkt bij het eerste hooren sommigen zoo uitheemsch toe, dat ze zich eenigszins verontwaardigd van het geheele plan afkeeren. Maar dat is toch niet billijk. Ook niet billijk is het, als men er de commissie een verwijt van maakt, dat ze nieuwigheden wil opdringen aan de 'kerken. Immers synode na synode vroeg om verbetering in onzen eeredienst. Maar verbetering brengt noodwendig verandering mede. Men 'kan toch niet verbeteren en alles laten zooals het was. En slechts hier en daar slechts een klein beetje verbetering aanbrengen, maar het geheel toch nog zeer gebrekkig laten, ware toch niet verstandig.

Wie onbevooroordeeld het geheele rapport leest met 'de verklaring der commissie over de voorgestelde veranderingen, kan moeilijk ontkennen, dat de veranderingen werkelijk verbeteringen zijn. En eigen fantasie is niet de bron geweest, waaruit de commissie geput heeft. Maar de reformatie van Calvijn en a Lasco en Datheen op dit terrein, zooals die later door Dr A. Kuyper in zijn „Onze Eeredienst" duidelijk weer ia het liöht is gesteld, heeft haar in de aanwijzing en rangschikking der liturgische werkzaamheden naar wezen, aard en doel van den eeredienst grootendeels geleid.

De commissie heeft er voorts ter dege mede gerekend, dat zulke veranderingen, ook waar ze verbeteringen zijn, niet zoo maar in eens, zonder tegensparteling, door al onze kerken zullen worden opgenomen, Daarom adviseert ze, dat de regeling in den eeredienst niet overgelaten worde aan de individueele kerken, 'daar ons kerkgemeenschappelijk bestaan eenheid in leer, tucht en eeredienst eischt; dat de Synode, representeerende al onze kerken, daarom onzen tegenwoordigen vorm van eeredienst wijzige, doch de kleine büzonderheden daarvan aan de individueele kerken overlate. Dat geeft aan onze kerken wat de commissie noemt „a uniform, but flexible order of worship". Voorts wil de commissie, dat de invoering der verbeterde orde van eeredienst in eenige locale kerk niet plaats hebbe, totdat blijkt dat die kerk er rijp voor is. En ter andere zijde kan de Synode niet wachten totdat alle kerken voor de verandering klaar zijn.

Ze wil, met andere woorden, geleidelijke invoering, maar zoo, dat leeraars en kerkeraden met verstandigen en voorzichtigen ijver aan invoering zullen arbeiden, gesiteund door de classes, vooral met hare kerkvisitatie.

Naar men ziet bestaat er sterke overeenkomst tusschen dit voorstel en dat, wat aan de Synode van Utrecht in 1923 werd geadviseerd.

Vermoedelijk zal echter aan het voorstel in Amerika eenzelfde lot beschoren zijn als aan dat te Utrecht.

Of er moest opnieuw een commissie voor benoemd worden.

Op aanneming schijnt geen kans te bestaan.

Eigenaardig dat in het vooruitstrevende Amerika in het kerkelijke leven het konservatisme soms even groot is als ten onzent.

Daar kan dat nog meer gevaar opleveren dan hier.

Want heeft straks het Amerikanisatie-proces ook de Christelijke Gereformeerde Kerk doortrokken, dan staat te vreezen, dat men met de traditie korte metten maakt onder voorgeven, dat zij slechts verouderde gebruiken bevat. Een' verzetten van de bakens liikt mij daar nog meer noodig dan hier.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Pers-stemmen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1928

De Reformatie | 8 Pagina's