GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Indivldueele Opvoeding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indivldueele Opvoeding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

In de school.

Op grond van de gegevens, door de Heilige Schrift verstrekt, kaai de Christen niet meedoen aan de eenzijdigheden van de moderne schoolopvoeding en onderwijskunde.

Wel komt de mensch als enkeling ter wereld en gaat hij als eenling heen. Wel is geboren worden en sterven een individueel gebeuren. Het eindeloos verwisselen van wieg en graf is als de beweging in den oceaan, waarbij de eene golf zich verheft en de andere zich begraaft.

Wel verheft Gods Woord de waardij van den individu zeer hoog, zoodat de geheele wereld minder waard is dan één enkele menschenziel.

IVIaar in het indivldueele gaat de mensch niet op. G-od zelf lijft de kinderen der geloovigen. in in het Verbond der genade. Ieder hunner is van Christus' lichaam niet meer dan een lid, niet meer dan hand of voet, dan oog of oor, die, los van de andere leden, niet op zichzell' kunnen bestaan en geen botoekenis hebben.

Deze opvatting verschilt nog al van de nieuwe richting, die in het kind een wezen ziet vooral met bezigheids-en scheppingsdrang, een wezen, dat gelegenheid moet ontvangen op de hem omringende wereld in te werken. V'oorcerst door het spel, als vooroofening van de sluimerende vermogens en krachten. Rn daarna als volgroeide, die de volle beschikking over lichaam en geest won, door den arbeid, om alzoo tot steeds hooger trap van ontwikkeling te komen. En dan wel zoo, dat de lichamelijke arbeid voorop en de geestelijke als noodzakelijk gevolg daar achteraan komt. De luisterschool moet doenschool worden.

Deze materialistische opvatting vindt in de Schrift geen steun. Adam kende den Heere aan den wind des daags. Hij mag en kan en moet luisteren ook. Dewey ziet in het kind achtereenvolgens den nomaad, den jager en v'isscher, den veehouder en landbouwer uit den oertijd. Voor hem is de lichamelijke arbeid het universeel ontwikkelingsmiddel van de menschheid en volgens de biogenotische grondwet der evolutie ook van het kind. Maar God schept het kind zóó, dat het al spoedig met groote vraagoogen de wereld instaart en een gansche periode van zijn leven al maar vraagt naar den naam der dingen, die het ziet, naar het wat en het hoe er van, ook zonder ze te beworkan. En wanneer de Nebukadnezars zich beroemen op den bouw van het Babel hunner handen, dan zendt God een stem der straf van den hemel ter verhederiri'g. En verheffing komt eerst dan, wanneer zij luisteren naar het woord der waarheid door profeten gebracht.

De mensch bestaat tweeledig. Zijn „Ik" vormt zich in verband met het „Wij" en dan in tweeërlei zin.

Ontwikkeling van de gaven en krachten, die innerlijk in hem sluimeren, dé formeele dus, geschiedt door de activeering ervan. In zoover heeft de „école aictive" reden, recht, ja noodzaak van bestaan.

Maar wat het materieele betreft, het doen kennen van wat God voor den mensch heeft gedaan, Zijn loffelijkheden. Zijn sferkheid en Zijn wonderen, is er geen andere mogelijkheid dan de luisterschool, hoe zeer ds modernen ze ook smaden.

ïer wille van de eenheid in de opvoeding moet het kind deze tweeërlei vorming op een en dezelfde school vinden, zóó, dat beide richtingen-organisch vereenigd zijn.

Al wat de school doet, hetzij ze in vaardigheden oefent, hetzij ze kennis verbreidt, hetzij ze iets anders doet, ze doe het al ter eere van dien God, die Gepst is en stof schept, en naar wiens beeld het kind geschapen is.

De oude school heeft gezondigd door haar miskenning van de rechten der individualiteit, door haar zucht van nivelleering, door haar onderdrukking van de spon­ tane uitingen van den leerling.

Daartegenover zondigt menig modern gezin door een te ver gaand zich aanpassen aan de individualiteit van ieder kind op zichzelf, door een veel te groot gewicht hechten aan-wat het doet, iets, dat in de tegenwoordige

kleine gezinnen zoo licht gebeurt Een zekere strakheid van het schoolbedrijf is daarom een uiterst heilzaam tegenwicht tegen het wild gewoeker van het subjectivisme, met al zijn slapheden, eenzijdigheden en gebreken. Door haar ernst en strengheid voedt de school op lot eenvoudige, dagelijksche, om niet te zeggen alledaagsche plichtsbetrachting, zelfs

* * * Door een en ander is — in beginsel allhans .— uitgemaakt, dat de school ten opzichte van de kennismededeeling de jonge kinderen niet min of meer zelfstandig uit de boeken van Schriftuur, Historie en Natuur moet laten werken. Daltoniseering van het onderwijs, zoodat het kind door en door zich alleen leert, is hier niet gewenscht. Klassikale inrichting is hier onmisbaar. Het te-ver doorgevoerd Dalton-systeem geeft verlies in hoeveelheid verworven kennis. Immers ontbreekt dan do energie van 's meesters levend woord, van het levend contact mol hetgeen meester in jarenlange studio en ervaring heeft verworven'. Als onervarene vaart men veiliger en vlugger onder een ervaren kapitein, dan wanneer men zelf aan het stuut zit. Zelf zoeken mag formeel voordeel geven in sterking der vermogens, veel is er dat slechts met veel tijden energieverlies gevonden, of ook in het geheel niet gevonden wordt.

Wel is wenschelijk, dat bij de verwerking en het vastleggen der kennis en bij de voortgezette oefenino in vaardigheid ieder kind voor zich, naar dat hij gaven ontvangen heeft, individueel, met den tijd leert woekeren. Van veel belang is de wijze, waarop de school dit doet echter niet, als het maar gebeurt.

Bij opvoeding en onderwijs is niet de methode, is niet de inrichting van de school, zijn niet de leerboeken of leermiddelen de hoofdzaak, maar de persoon van den onderwijzer-. Dan zijn er onderwijzers, die zelfs bij het precies gelijkhouden van de klas^ ja bij enkel streng klassikaal onderwijs van 's morgens negen tot 's namiddags vier, zoo op lederen leerling weten in te werken, dat deze doet wat hij kan, alles geeft wat hij te geven heeft en zich op zeer voordeelige wijze ontwikkelt.

Maar regel zal wel zijn, dat bij getemperd klassikaal onderwijs, bij matige voorzichtige toepassing van het daltoniseoren, inzake de vorming van helderheid van inzicht en sterkte van willen het meeste wordt bereikt Veel kennen is goed voor het kind, doch tevens geloerd te hebben, hoe men tot kennis komt, is beter.

Of de school naast de individueele vorming bok iets voor de sociale kan doen? Door arbeidsgemoenschappen of werkgroepen, door zelfrogeering der klas en een prefecten-systeem tracht men van de schsol een sociaal opvoedings-instituut te maken.

Maar men vergete niet, dat onze scholen geen internaten en veel minder nog ambachtsscholen zijn.

Misschien kunnen de ondenvijzers wel aansporen on buiten-schoolsche organisaties te stichten en daarbij leiding geven. Maar dan volge men Engeland na, waar naar gis ruim de helft der onderwijzers belangeloos do vrije namiddagen offerden, om vrijwillig de schooljeugd leiding te geven bij haar spelen. In Amerika vormt men hier en daar uit de straatjongens clubs, om de dieren te beschermen, de wandelbosschen te bewaken enz.

Het richten van de krachten, die de jeugdige individuen in zoo sterke mate, en zelfs overvloeiend veel, bezitten, op een goed doel, het hoeft in de opvoeding in huis en school en daar builen groote waarde.

Doch men overschatte de resultaten, wat de individueele vorming betreft, niet. Men stelle niet te veel betrouwen in den modernen mensch noch in de moderne paedagogische stelsels. Ze meenen de werkelijls; heid, ook de natuur en de behoeften van het kind, te kennen, maar hun konnis beperkt zich te veel lot

het zintuiglijk-waarneembare alleen. Ze loochenen tot hun groote schade de natuurlijte verdorvenheid van bet kind en de macht der zonde.

Geen wijsheid in eeuwige dingen is er voor die Gods Woord verwerpen. Dat Woord roept op om de kinderen op te voeden in de leering en veimaning des Heeren. Dat is geen individualiteits-ontplooiïng, geen oproep tot activeering van wat in het kind is, tot sociale samenwerking allereerst. Het is de oproep om zich te buigen voor de macht van het Woord, om te laten inwerken de majesteit der Openbaring, om te laten werken Gods Geest in het hart.

Aldus alleen ontmoeten elkander de methodes van het van buiten-af en die van het van binnen-uit, van deductie en inductie, van de individueele en de sociale voiTning. Aldus leert het kind de twee groote geboden der liefde tot God en tot den naaste verstaan ea beoefenen.

STRIKWERDA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Indivldueele Opvoeding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's