UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN.

Langs de kwestie heen.

De leider van het Propaganda-'Bureau der Ghristelij'k-Demooratisclie Unie zond ons ter opname een stuk, dal gericht is tegen het artikel, dat wij naar aanleiding van het resultaat der verkiezingen schreven.

Het is ons niet mogelijk de plaatsing te overwegen, omdat het voornaamste van het ingezondene langs de kwestie, welke wij ter sprake 'brachten, heenloopt.

En er steekt nooit profijt in langs elkander heen te redeneeren.

Wij zagen alleen de zaak onder de oogen: hebben de Antirevolutionairen ter oorzake van het 'kerkelijk schism-x aan de Chr. Dem. Unie verloren? Dat die vraag dooj' anderen werd opgeworpen kan geen verwondering baren, waar toch vooraanstaande personen uit de schismatieke kerken vóór de verkiezingen optraden om de kandidaten der Unie aan te bevelen. Of de Ghr. Dem. Unie zelf een bepaalde houding ten aanzien van 'het schisma aannam, roerden we eelfs niet a, an.

Wij mogen niet toelaten, dat onze beschouwingen naar dit terrein worden overgeheveld.

De schrijver maakt de opmerking, dat de vergelijking tusschen de cijfers van de Chr. Dem. Unie in 1929 mei, die der Christen^Demokraten van 1925 weinig zin heeft, omdat de Chr. Dem. Unie eerst in 1926 werd opgericht Anderen blijken niét van die gedachte te zijn. Niet alleen door ons, maar ook door bladen als het „Alg. Handelsblad", „De Maasbode" e. a. wordt dezelfde vergelij-king getrokken. 'Ondanks, het advies van den heer Staalman om blanco te stemmen, kan de nauwe verwantschap tusschen de Ghristen-Demokraten van 1925 en de Chr. Dem. Unie kwalijk worden geloochend.

Schreven wij', dat in den kieskring Haarlem geen lijsl van de Ghr. Dem. Unie werd ingediend, onze mzender wil er op attent maken, da't die wèl werd ingediend, doch door ongesteldheid van den persoon, die zich daarmee belast had, te laat. Maar dit kan men toch moeilijk indienen noemen. Als ik 'beweer, dat Stresemann de reis naar New York op de „Bremen" niet meemaakte, gaat 'het dan aan een tegenspraak te lanceeren in dezen vorm: hij maakte die wel mee, maar te laat? In elk geval weten onze lezers nu, dat de Ohr. Dem. Unie in den kieskring Haarlem een lijst had willen indienen. Ofschoon het feit, dat alles hier gezet was op den worp van de gezondheid van één persoon, ons ook wel wat te zeggen heeft, treden we daarin liever niet, want wij hebben er geen behoefte aan over deze materie een discussie uit te lokken.

De kabinetsformatie.

Dat aan Jhr. Ruys de*-'Beerenbrouck opdracht werd verstrekt om een kabinet te formeeren, steunende op de partijen der rechterzijde, stemt tot voldoening.

Wat de „N. R. Gt." ook betooge, een parlementair kabinet is wel degelijk mogelijk.

Doch alleen, wanneer het een reohtsch kabinet is. Of 'bij het aanwijzen van Jhr Mr. Ru-ys het motief heeft voorgezeten, dat de stembusuitslag in die richting wees, valt niet te beoordeelen.

Wij voor ons meenen niet, dat de verkiezingen een bepaalde richting behalve dan die van een reohtsch kabinet aanduiden.

Indien aan De 'Geer of Golijn de zware eer der kabinetsformatie ware toegekend, zou dit stellig niet tegen den gees't der verkiezingen indruischen.

Toch is het ons liever, dat ditmaal het oog viel op een Roomsch staatsman als kabinetsformateur.

Afwisseling is ook in deze gezond. Zoo worden de lasten verdeeld.

Een Roomsche was aan de beurt.

Golijn formeerde in 1925 een ministerie.

En al vormde daarna De Geer een intermezzo-kabinet, zoo ware het toch zeker niet gewensoh't, dat hij' nu weder tot de formeeringstaak werd geroepen. Zoo licht zou mei eenige verandering het intermezzo-kabinet in een parlementair kabinet kunnen zijn omgetimmerd. Al konden gedurende zijn bewind geen principieele wetten worden op stapel gezet, hij had toch genoeg invloed, dat deze periode meetelt voor zijn beurt. Vooral, omdat het de Christelijk Historischen waren, die het kabinet-Golijn deden duikelen.

Wij verheugen er ons over, dat „De Standaard" meende, dat thans de portefeuille van financiën nu eens niei aan een politicus van Antirevolutionairen huize dient te worden toegewezen.

Hoe gaarne men zich van onzen kant ook offers getroost voor een goede politiek, die offers mogen toch niet te zwaar op één partij drukken.

En juist het aanvaarden van de portefeuille voor financiën betee'kent het grootste offer brengen.

Een minister van financiën, die durft ingrijpen en man van de daad is, komt de partij, waartoe hij behoort, in den regel op stemmenverlies te staan.

Dat is voor een keer zoo erg niet.

Doch het mag niet keer op keer gebeuren.

Of Ruys slagen zal?

Er worden harde noten gekraakt over de Christelijk Historischen.

Indien het waar is, wat verluid wordt, dat zij van een vast akkoord en een omlijnd program als basis voor do medewerking met de Regeering niet willen weten, zouden wij niet 'kTagen als de zaak daarop afsprong.

Wij hebben met de Christelijk Historischen al zooveel leergeld 'betaald, dat het niet geraden mag geacht anders dan op gedetailleerd kontrakt met hen samen te werken.

Zij de vrees, 'wat geschieden moet als men van Chris­ telijk Historische zijde zich niet binden wil, geen leidsvrouw.

Er kome een hecht en homogeen rechtsoh kabinet, dat voor een vierjarige periode op de meerderheid der Kamer als met wiskunstige zekerheid aan kan.

Of er kome er geen.

In een politiek, die één partij in het bijzonder naar do oogen moet kijken, zit bederf.

Zij is oorzaak, dat de ministerszelels van 'het begin af op wormstekige, wankele pooten staan.

Onze mannen zijn er te goed voor om daarop plaats te nemen.

Onze partij mag daaraan niet gewaagd.

Dan maar liever op andere wijze parlc'mentair gemodderd.

Wij hopen echter, dat het verantwoordelijikheidsbesef bij de 'drie partijen van de rechterzijde sterk genoeg zal zijn om een vasten koers te verkiezen boven vrijbuiteren.

'De kabinetsformatie doet in gewicht voor de verkiezingen niet onder.

Daarom worde ook zij in het gebed gedacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen