GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Probleem-roman als tijdsverschijnsel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Probleem-roman als tijdsverschijnsel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Elke jicriode ia de literatuurgeschiedenis, hoe ver men ook teruggaat, hesft haar eigen uitingsvorm, eei! bepaald genre dat karakteristiek is voor den tijd, dat voortkomt uit, maar ook aansluit bij den geest en de verhoudingen van dien tijd. Om nu maar te blijven binnen het raam van onze eigen Nederjaudsche letterkunde: beginnende bij den middeleenwschen ridderroman-in-verzen en het berijmde heiligenleven, kan mien, heel de literatuurhistorie door, die specifieke uiting aanwijzen, die innerlijk en uiterlijk door haar lijd gestempeld wordt. Men ziet daarin dan^ als in een spiegel, het denken en doen der menschen, dat wat hun belangstelling heeft en hoofd en hart bezig houdt.

Ook onze tijd heeft zijn typeerenden literatuurvorm : den roman.

Terwijl aanvankelijk bij de literaire herleving van Tachtig de dichtkunst „de nieuwe lente en het nieuwe geluid" bracht, is met de negentiger jaren der vorige eeuw de roman op den voorgrond gekomen en steeds m.eer geworden het literaire kunstwerk. Men kan veilig zeggen, dat in de ontwikkeling der nieuwere letterkunde-, zooals die op de basis der Tachtigers-opvattingen is voortgegaan, de roman geleidelijk aan de alles-beheerschende plaats heeft verkregen en dat hij de dichtkunst sinds lang ver achter zich heeft gelaten, wat betreft algemeene belangstelling en waardeering.

Onder invloed van de buitenlandsche prozaliteratuur en de snel-wisselende denkbeelden van den tijd, ontplooide zich die roman in velerlei v^ertakking. Al naar de verhoudingen zulks meebrachten bloeide op de naturalistische roman (van Van Deyssel, Querido, Netscher, Coenen, Aletrino) de realisme-roman (van De Meester, Querido, HeyermansJ de symbolische roman (van Van Eeden, Marie Metz-Koning, ! de historische roman (van Van Schendel, van Oordt). We kennen, als we naar den inhoud rubriceeren: den roman, die het leven teekent der gegoede burgerij, hetzij in zijn milieu-Terhoudingen (van Herman Robbers, Jeanne Reypeke van StuweJ, hetz'ij in zijn geestesgesteldheid (Ina Boudier-Bakkor), 'den roman die binnenleidt in de sfeer van verfijning en ovërbescliaving (van Couperus, Borelj of in de troebelheid der maatschappelijke verwording (van Van 'Hulzen, Heyermans). Uit de latere jaren dateeren de oorlogsromans, in welk genre uiteraard de eigen literatuur (Van SuchtelenJ achterbleef bij de buitenlandsche yan auteurs als Barbusse, Gibbs, Kellermann, Stillgebauer, Renn, Remarque, von Onruh e. d.; de roman van de neurose, uit de crisisjaren na 3en wereldoorlog, die in Duitschland zijn beste vertegenwoordiging vindt (in het werk b. v. van Jacob Wassermannj, maar ook ten onzent vrij veelvuldig is (bij Emmy van Lokhorst, 'J. W. de Boer, R. van Genderen Stort, Maurits d, e Yriesj; de ideëenroman (van Scharten-Antink, Anna van Goch—• iKaulbach, Jo van Ammers-Küller), de roman van fearakter-analyse (van Jaarsma, Van Boovenj enzoovoorts. Men kan, zoo men schistematiseeren wil, schier tot in het oneindige voortgaan.

Maar bij alle verscheidenheid is er één doorgaande eigenschap; altijd weer is de roman als de antenne, die de geluidgolven van den tijd opvangt en ook weer verder geleidt, tot ze bereiken het oor van ieder, die luistert. Want dat vooral is het karakter van den roman: hij geeft weer wat den tijd beweegt — en door zijn groot analytisch vermogen ontleedt hij dat tot op de diepste roerselen — maar hij oefent daarop tegelijkertijd invloed, omdat hij niet is een mechanisme, doch een organisme, ontstaan uit en gedragen door een levende overtuiging.

In de laatste jaren nu heeft zich naast de vele bestaande romansoorten een nieuw roman-type ontwikkeld, dat dit karakter in bijzondere mate vertoont: de probleem-roman, d. i. de roman, waarin de problemen van den dag aan de orde komen. Deze probleem-roman is d e roman van 'dezen tijd, spiegel van het moderne denken, maar ook factor in dat denken, want bij zijn weergave van gebeuren suggereert hij tegelijk ook den lezer een verklaring daarvan, en aldus oefent hij metterdaad ook invloed uit in de ideeënwereld van het huidige geslacht.

Als verschijnsel, als probleem-roman, is hij een merkwaardig product van dezen tijd. Want onze tijd is bij uitstek de problemen tijd, de tijd zonder lijn en zonder houvast, op ieder gebied vol van wat men dan noemt problemen, 't Woord probleem is tegenwoordig het rnode-woord, want iedere vérhouding, elke toestand, elk onderdeel der samenleving heeft zijn problemen, dat wil zeggen: zijn aanleiding tot diepzinnig redeneeren en theoretiseeren. Daarbij is het opmerkelijke, dat niet de behoefle aan een oplossing der vrajen primair is, maar dat het gaat om 't probleem zélf, 'of wat men dan 't probleem gelieft te noemen. Dat, het probleem wordt bekeken, bespiegeld, heen en weer en omgedraaid en de eenige uitkomst van "dat alles is de verzuchting, dat men hier toch werkelijk voor een probleem staat. Wat vroeger zaak van overweging heette, is tegenwoordig zwaarder, gewichtiger, ingewikkelder: een probleem. We hebben verkeersproblemen, bemalingsproblemen, wegenproblemen (nog onlangs werd gesproken over het autobusprobleem en het luchtververschingsprobleemj naast oncferwijsproblemen, opvoedingsproblemen, ontwapeningproblemen, We lezen in de krant over het Kantprobleem, het Einstein-probleem, het Therèse Neumann-probleem en een kolom verder vinden we damproblemen en kruiswoord-problemen. De ongelijksoortigheid der begrippen in het eene en het andere geval doet blijkbaar niet ter zake; 't woord probleem is als het beroemde dekseltje dat op alle potjes paste.

Werkelijk alles is probleem tegenwoordig, 't Is als worden van overal de problemen gezocht en opgespoord. Ze worden geschapen en in elkaar gezet en dan verdiept men er zich in met iets van wellust; men coquetteert er mee en maakt ze tot uiterst belangrijke vraagstukken. En de goedgeloovigen worden er van doordrongen, dan het gaat over hoogst gewichtige moeilijkheden, of liever, ze vinden een zoodanige voorstelling van zaken, dat ze, er wezenlijk ingrijpende quaesties in gaan zien, zwarigheden, waarover diep nagedacht en vooral heel veel gepraat moet worden.

Natuurlijk kan niet worden ontkend, dat er in " onzen zoo uiterst gecompliceerden tijd vraagpunten zijn, die inderdaad den naam van .probleem verdienen, en ook niet, dat er onder die problemen zijn, die, hoe ook doorvorscht, problemen blijven. Maar evenmin kan worden tegengesproken dat men ten aanzien van allerlei „tijdvragen" dikwijls den indruk krijgt van problemenjagerij. Tegenover een vorig geslacht, dat bij de triomfen der exacte wetenschap er zijn glorie in vond „vinder" te zijn, poseert de moderne mensch gaarne als een „zoeker". Hij wil niet meer „napraten", niet meer uitgaan van „overgeleverde begrippen", niet meer voetstoots zich neerleggen bij wat misschien louter door conventie zijn autoriteit heeft verkregen — hij wenscht te onderzoeken, te overwegen, „logisch" te beredeneeren, niet uit begeerte naar overtuiging, maar als plicht van welbegrepen moderniteit. En zoo wordt alles probleem, wordt problemenjagerij de ziekte van dezen tijd. Intusschen, van die ziekte wordt de zoeker zelf het slachtoffer. Want door het alles problem.atisch stellen verliest hij iedere zekerheid. En waar hij zich dan oriënteeren moet naar een tijd, die arm is aan inhoud, die alle belijning en houvast mist en door hopelooze onevenwichtigheid zich kenmerkt, zoodat een billart-wedsfr'ijd even groote nationale beteekenis heeft als een wetenschappelijke praestatie, raakt hij geheel zijn koers kwijt en wordt heen en weer geveegd door de problemen als een opwaaiende krant over een stadsplein. In het gewirwar van moeilijkheden en zelf-opgeworpen quaesties weet hij ten slotte geen pad meer te vinden, waarlangs hij veilig kan gaan, geen verhouding te ontdekken, waarin werkelyke bevrediging en rust mogelijk zijn.

Ten slotte wordt dan het leven zelf 't allergrootste probleem, de som van allerhande occultistische, individualistische, intellectualistische en wie-weetwat-istische waarden meer en de moderne mensch, die 'taan zijn moderniteit vérplicht is een zoeker te wezenj peinst zich moe, maar raakt al verder van de wijs. En hij eindigt met zichzelf een probleem te worden en weet in den dichten nerel van ideëen en denkbeelden geen rechts en geen links meer.

Lang niet malsch werd in een Handelsbladartikel onze tijd aldus gequalificeerd: „(Onzej stijlen rhytme-arme tijd is de tijd der geestelijke kwakzalvers van menige gading. De zotste fratsen worden als ernst verkocht op deze Jcermis der buitensporigheid O, eigenlijk is het dus toch wel een groote tijd, waarin wij leven, 't Is namelijk de tijd der geestelijke charlatans dei' exploitanten van het geestelijk snobbisme op ieder gebied. Het is een groote tijd voor de Uilenspiegels en de Mephisto's. De wereld wil bedrogen zijn, nu meer dan ooit Een wildernis Tan geesten, een markt vól schreeuwers en bekochten "

fnaeriïaad, . een onmatige problematiek is de ernstige ziekte van dezen tijd. Eni ze is te ernstiger, wijl ze niet is een gril van moderniteit, maar het gevolg van een sinds lang woekerend proces. Daarover nader in een volgend artikel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

De Probleem-roman als tijdsverschijnsel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's