GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Communistische paedagogiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Communistische paedagogiek.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het „Gorrespondentieblad" van 26 Maart schrijft J. Th. R. Sohreuder een interessant artikel over de wijze, waarop men in Rusland de kinderzielen vergiftigt:

In een lezing van Dr George Lodygensky te Geneve, uitgegeven door de „Entente Internationale Gontre la Ille Internationale" te Geneve van Februari 1930, lezen wij het volgende:

„Yaroslavsky schrijft in de „Pravda" van 15 Januari 1930:

„ „De beweging voor de ongodsdienstigheid wordt •een massa-beweging, niet alleen in ons land, maar ook elders. Heel een reeks van feiten toont aan, dat de beweging groote vlucht neemt in andere landen. De anti-godsdienstige beweging, die wij opmerken onder de groote massa's van Joodsche arbeiders, breidt zich in 't bijzonder uit in Polen, Lethland, Lithauen, België, Engeland, Amerika en andere landen!....""

„ „De anti-religieuze beweging der massa's stelt voor alle communistische partijen de versterking van de anti-religieuze beweging aan de orde van den dag." "

De voornaamste communistische organen, die zich aan de anti-religieuze propaganda buiten Rusland wijden zijn de „Internationale der arbeiders in het Onderwijs", de „Internationale der Communistische Jeugd" en de „Federatie der roode Pioniers".

Het Bulletin van de I. T. E. publiceert voor het onderwijzerscorps de volgende aanwijzingen:

„ „Het zijn vooral de kinderen, die men emanoipeeren, losmaken moet van de kerk, onttretten aan het gif van den godsdienst. De arbeiders in het onderwijs en de scholieren zelf moeten zich verzetten tegen elke godsdienstige propaganda.... Deze edele taak rust voornamelijk op de Pioniers en op de Communistische Jeugd Ieder lid van de Partij en van de G. J., iedere bewuste Syndicalist moet deelnemen aan den stelselmatigen strijd tegen den godsdienst" ".

Niet tevreden met de actie, gevoerd door middel van de I. T. E., laten de Sovjets kinderen uit verschillende landen naar Moskou komen, waar deze ongelukkigen onderworpen worden aan een speciaal anti-godsdienstig onderwijs. Men heeft de tegenwoordigheid in U. R. S. S. geconstateerd van kinder-delegaties, komende uit de volgende landen: Engeland, Frankrijk, Duitschland, Noorwegen, Boelgarije, de Vereenigde Staten (waaronder verscheidene negertjes), China.

Het Bulletin van de I. T. E. bevestigt, dat op de laatste internationale reunie van de roode Pioniers in Rusland bijna honderd kinderen aanwezig waren uit „kapitalistische landen".

De „Frankfurter Zeitung" toont, dat het onderwijs van Moskou niet zonder resultaat blijft: vier communistische bladen voor kinderen doen in Duitschland hun afschuwelijk werk. Het zijn: „Die rote Schule", „Der rote Schulbesen", „Die Schultrommel" en „Der rote SchüUer".

Dit laatste wordt in de scholen van Leipzig verspreid en geredigeerd door een vroegrijpen jongen van 13 jaar, Alex geheeten, die den laatsten zomer verscheidene weken in Rusland heeft doorgebracht. Hij werd er heen gezonden door de directie van de communistische partij. In alle landen van Europa, Amerika en Azië toont dezelfde propaganda haar uitwerking.

„De Humanité" van Parijs plaatst eiken dag tientallen convocaties van communistische kinderen-clubs".

„Er bestaan 59 communistische organen, bestemd voor de rijpere jeugd en voor kinderen in Europa; 2 in de Vereenigde Staten; 8 in Zuid-Amerika en 6 in Azië". Al deze periodieken voeren een intense antigodsdienstige propaganda. 'Onder deze bijzonder antigodsdienstige organen moet in de eerste plaats genoemd worden de Duitsche uitgave van het blad „Zonder God".

Het schijnt, dat men in Moskou een Fransche en een Engelsche uitgave van hetzelfde orgaan voorbereidt".

Over de anti-godsdienstige propaganda op de scholen in Rusland lezen wij het volgende:

Het blad „De Anti-godsdienstige", nummer 2 van het jaar 1929 deelt mede, dat het Commissariaat van het Openbare Onderwijs de verplichte functioneering in alle scholen van „strijdende anti-godsdienstige kernen" heeft voorgeschreven.

Het „Dagblad van den Onderwijzer" (No. 123, 1929), heeft de instelling aangekondigd van afzonderlijke ambten van „anti-godsdienstige inspecteurs van de opvoeding", - alsmede de convocatie in Mei 1930 van het eerste Congres der „Kinderen Zonder-God".

Het „Dagblad van den Onderwijzer" (2 Jan. 1930) deelt mede, dat er op 't oogenblik op het gebied van de U.R.S.S. 35 anti-godsdienstige universiteiten bestaan met 7000 toehoorders. Er bestaan bovendien 15 anti-godsdienstige faculteiten met 1500 toehoorders.

Om de activiteit van deze instellingen te versterken is de Radio-Universiteit van Moscou sedert den 15 October j.l. d© verspreiding begonnen van 68 anti-godsdienstige cursussen (Zonder-God, October 1929).

Het blad „Zonder-God" heeft elders de aankondiging gepubliceerd van het speciale Anti-godsdienstige Pers-Bureau te Moscou, hetwelk de sovjo.tbladen bedient. Het communistische Bureau voor Moscou heeft voor alle leden van de partij antigodsdienstige correspondentie-cursussen georganiseerd, waarvan ik (zoo zegt de schrijver) exemplaren in mijn bezit heb.

De „Pravda" van 13 December 1929 deelt mede, , dat de Directie van het syndicaat van kunstenaars; schilders en musici de mobihsatie heeft bevolen van zijn leden voor den anti-godsdienstigen veldtocht van Kerstmis. De bioscopen en schouwburgen zijn verplicht elk stuk van mystiek karakter weg te laten, . •terwijl anti-godsdienstige films in overvloed worden uitgedeeld. .

Dit alles wordt bekroond met een ruime distributie van anti-godsdienstige en godslasterlijke litteratuur^ Een lange lijst liiervan is gepubliceerd in de Staatsbladen van December 1929, in de „Izvestias" en de „Pravda". De anti-godsdienstige litteratuur voor de jeugd neemt er een van de eerste plaatsen in.

Men zoekt voorts de kinderen op directe wijze te laten deelnemen aan den anti-godsdienstigen strijd. Zes duizend kinderen hebben deelgenomen aan de antigodsdienstige manifestaties met Kerstmis van December 1929.

Een recent nummer van het blad „Sans-Dieu" (No. 11, 1929), deelt mede, dat in verscheidene scholen van Moscou de communistische leeraren aan de scholieren hebben bevolen, zich om beurten naar de naburige kerken te begeven.... om aan te teekenen allen, die komen bidden en tweemaal per dag rapport hierover uit te brengen aan de communistische autoriteiten.

Het Sovj et-blad beveelt den ouderen opvoeders aan, - - dit voorbeeld te volgen en verzekert met voldoening, dat deze nieuwe methode van spionnage bekroond is. geworden met het grootste succes. De lijsten, door de kinderen samengesteld, hebben tot grondslag gediend voor het sluiten van kerken.

Hetzelfde blad deelt met niet minder voldoening mede, dat de kinderen niet alleen in staat zijn geweest hun eigen ouders niet te sparen, maar dat zij ook meisjes, hun eigen klassegenooten hebben aangegeven.

De kleine spionnen hebben tot belooning boeken ontvangen en zijn officieel er mede gelukgewenscht, dat. zij er toe hebben bijgedragen kerken in communistische clubs om te zetten".

Zou het niet op den weg liggen van het „Internationaal Vei-band van Christelijke opvoedings--en Onderwijsorganisaties" om tegen deze verkrachting Yafl, .|ij|g-, gj5. derzielen een ernstig protest te doen uitgaan?

En dan te bedenken, dat in onze omgeving menschen, honderdtallen — óók gedoopte — menschen rondloopen met de gedachte dat zóó, als in Rusland, het hier ook Worden moet!

Hier is wel strijd noodig.

En veel gebeds.

Het begint ook bij ons.

In aansluiting aan hetgeen we overnamen van den heer Schreuder over Rusland het volgende, door W(ij b r a n d i) te 0(u dehorn e) geschreven in het bijblad van het „Friesch Dagblad": „De Zuid-Oosthoek" (3 Mei 1930):

De Communisten zijn fel gekant tegen het Christelijk onderwijs.

Vandaar dan ook, dat ze zich verzetten tegen uitgaven voor het bijzonder onderwijs, wanneer dit in den Gemeenteraad aan de orde komt.

Al de kinderen van het volk naar de openbare school, zoo s c h ij n t hun leuze te wezen.

Maar onder de hand pogen ze dan aan dit openbaar onderwijs een Communistisch stempel te geven.

Ook daar moet de celvorming beginnen.

Geen wonder, dat de Communist zich met het oog op de toekomst vooral ook op de jeugd werpt.

De jonge kinderziel moet worden bewerkt.

Dat beteekent in dit geval: vergiftigd.

Men hoopt er op, dat straks breede rijen zich zullen aansluiten bij de Communistische partij.

De S. D. A. P. wordt te burgerlijk; ze treedt niet kras genoeg op.

„Het Volk", het socialistisch hoofdorgaan, is wel het meest kapitalistische blad in ons land, zoo verzekerden ons eens in den trein een paar spoorwegmannen.

Begin, zoo luidt bet Communistische parool, begin bij — bij het begin; dat wil zeggen: b ij h e t k i n d!

„De Tribune", het communistisch orgaan, heeft dan ook een kinderbijvoegsel: „De Jonge Kameraad".

Stelselmatig wordt getracht, de kinderzielen daardoor te vergiftigen.

In dat bijvoegsel wordt op een schrikkelijke wijze •propaganda gemaakt voor het atheïsme.

Weg met den ouden God!

Dat vreeselijke woord wordt gelegd op de lippen van de kinderen.

Een zoogenaamd stormplan is thans opgesteld.

Men wil een twaalftal soh o eicellen geheele land stichten. over het

Maar even 25 schoolkranten zal men uitgeven.

"'• Zoo wórdt niets meer ontzien. '---'•'-? •• - /

Met helsche woede kampt men tegen alle godsdienst.

God is het kwaad!

Dat zielverwoestend gif zal, zoo hoopt men, ook het kind reeds in wilde, woeste haat doen ontvlammen tegen den Heere van hemel en aarde.

Laten we op onze hoede zijn tegen deze verderfelijke invloeden.

Tegenover de haters Gods moeten wij doen schallen het lieflijk geklank van het Evangelie der genade.

Predikt het Evangelie aUen creaturen!

Zoo luidt het bevel van den opgestanen Christus.

Dus ook tegenover den Communist spreken en getuigen van het heil, dat er is in Jezus Christus.

Wat doen wij, lezers?

Wat wij doen?

Laten we in ieder geval zorgen, dat de school aan de ouders blijft, voor zoover ze aan de ouders hoort, bij de tegenwoordige wet, en laten we doen, wat we kunnen om al meer de beginselen, ook voor onze onderwijsorganisatie te laten heersohen.

En laten we zorgen, dat onze school gesloten blijft voor de mannen en vrouwen, die niet met groote beslist­ heid voor hun belijdenis uitkomen.

jozua en Richteren.

Niet omdat wj het noodig hebben, maar omdat het ons toch steeds iets waard is, wanneer ongeloovigen erkennen moeten de waarheid der Schrift, nemen we het volgende bericht over uit het „Handelsblad" van 13 Mei (Avondbl. pag. 102, stadseditie):

Prof. Garstang, de Engelsche archaeoloog, die zooveel in Palestina gegraven heeft, directeur van het Britsche Archaeologische Instituut te Jeruzalem, heeft Zaterdagavond te Londen een lezing gehouden en daarin de historiciteit van de bijbelboeken Jozua en Richteren verdedigd. Hij concludeert daartoe door vergelijking van de bijbelverhalen, Egyptische documenten en de archaeologische vondsten. Volgens hem moet Jozua omstreeks de vijftiende eeuw v. C. Kanaan zijn binnengevallen; uit de opgegraven resten van Jericho, Ai en Hazor zou men dat kunnen opmaken. Deze steden en andere bloeiden gedurende het bronzen tijdperk en vormden de sterke strategische punten des lands. Vier en twintig Kanaanietische steden zijn prof. G. identiek met plaatsen die in de annalen der Pharao's van de 18de dynastie worden genoemd.

Van Jozua staat geschreven, dat hij de drie hierboven genoemde steden verwoest heelt; bij de opgravingen, zoo zeide de spreker, heelt elk dezer terreinen sporen van verwoesting omstreeks het midden of de laatste periode van het bronzen tijdperk, of omstreeks 1400 voor Christus. Een dieper gaand onderzoek dan aanvankelijk mogelijk was heelt te Jericho in dit voorjaar nieuwe evidentie geleverd.

Volgens de bijbelsche overlevering was de uittocht der Joden uit Egypte omstreeks 430 jaar voordat Salomo aan den bouw van zijn tempel begon, en ongeveer 1407 jaar voor de geboorte van Christus. Deze traditie zou dus door de opgravingen bevestigd zijn.

De fragmentarische schildering van Israel's toestand in het boek der Richteren past, zoo besloot prof. Garstang, tevens in de Egyptische chronologie; er is dus geen reden om eraan te twijfelen, dat de beide bijbelboeken historische waarheid bevatten.

Merkwaardig, dat tóch in d i t bericht nog de woorden „traditie" en „overlevering" worden gehandhaafd.

Merkwaardig ook, dat „d u s" in den laatsten zin.

Als opgravingen Gods Woord bevestigen is er geen reden te twijfelen, ij., , , _, , , . .

A priori is twijfel noodzakelijk.

Als Garstang niet gegraven had — dan zou men natuurlijk twijfelen.

Garstang is geloofwaardiger dan Hij, die spreekt in Zijn Woord.

Zoo zal het wel altijd blijven.

J. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Communistische paedagogiek.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's