GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Synode.

We beloofden eenige persstemmen te geven over de Synode. Daartoe beginnen we met volledige overname van een artikel van Prof. Grosheide in het „N.-HoU. Kerkblad"; dit artikel is o.i. het meest ingrijpende van wat er over de Synode is geschreven, voorzoover het ons onder de oogen kwam. Prof.' Grosheide schrijft:

De oogst, die op de Synode te Arnhem is binnengehaald, is niet groot.

Van het Leeuwarder programma is een niet zoo klein deel voor goed begraven.

Wij zeggen deze dingen met groote droefheid. Het is heel verre van ons om den rechterstoel te beklimmen en deze of die te veroordeelen. Integendeel, we gelooven, dat hier gesproken moet worden van ons aller, onze gemeenschappelijke schuld.

Reeds eerder stelden we de vraag: waarom kunnen wij niet?

Ik beweer niet, dat ik op die vraag een antwoord kan geven. Maar we mogen en moeten allen tezamen pogen een antwoord te vinden. Wat hier volgt, moge een bijdrage tot het antwoord zijn.

Vóór de Synode schreven we, dat we veel liever hadden, dat verschillende dingen, die nu reeds voor de vierde maal aan de orde zouden komen, voor goed van de agenda verdwenen, dan dat ze nog weer uitgesteld werden. Dat is thans ook met enkele dingen geschied. Maar dat brengt te meer ons onvermogen aan het licht.

Waarom kunnen wij niet?

We zullen in de eerste plaats wel moeten belijden, dat we op de Synode van Arnhem niet op de rechte wijze bijeen gekomen zijn, als Gereformeerde Kerken. De zaak van het promotierecht van de Theologische School was het één en het al. Daar moest men vóór of daar moest men tegen zijn. Dat stond ook dikwijls van tevoren bij ons vast. We zijn afgevaardigd als vóór-of als tegenstanders.

Natuurlijk heeft dat verlammend gewerkt. Wanneer we ons op de bijzaken in de eerste plaats richten, dan moeten de hoofdzaken in het gedrang komen. Dan ontbreekt ons de kracht om te doen, wat toch de eerste taak van de kerk van Christus is, de kracht om te belijden.

Nu zou dat alles nog zoo erg niet zijn, indien de zaak van het promotie-recht op zichzelf stond. Dan kon men haar behandelen, afhandelen, gelijk een Synode zooveel dingen behandelen moet, gewichtige, minder gewichtige en zelfs onbelangrijke.

Maar als ik wel zie, staat het zoo niet. Doch een en ander is het teeken, waarin ons leven staat. We hebben de aandacht van het middelpunt overgebracht naar de bijkomstigheden. Dat zien wc in heel ons doen.

Vraag, wat de menschen boeit in de prediking, in hun lectuur, in hun gesprekken. Dan is het niet in de eerste plaats Jezus Christus en dien gekruist.

Wij leven naar de buitenzijde en dat gaat zich wreken.

Dan kunnen we niet, als het om de centrale dingen gaat.

Wie in dit licht het Leeuwarder programma ziet, die vraagt zich steeds weer af, is het wel ernst geweest? Men versta mij wel, ik bedoel niet, dat we het te Leeuwarden niet ernstig meenden. Maar ik bedoel: hetgeen we te Leeuwarden deden, dat hebben we blijkbaar niet gedaan uit innerlijke begeerte, maar onder den drang der omstandigheden. Als er in onze Kerken werkelijk een drang leefde om nader ons geloof te belijden in zake de Heilige Schrift, zooals het naar mijn overtuiging noodzakelijk is, dan was het onmogelijk, dat na tien jaren een voorstel, dat zeer zeker gebreken had, maar toch heel veel goeds bevatte, van de tafel ging. En hetzelfde kan men zeggen van andere dingen.

In gelijke richting wijst nog iets anders. De laatste beslissingen der Synode zijn genomen met dikwijls kleine meerderheid van stemmen. Er is niet één meening onder ons, zoodat we het spoedig eens zijn. We weten het allemaal en we blijven bij onze meening. Het overleg, de beraadslaging, werk niet veel uit.

Ik noem eindelijk nog iets. De Synode van Assen heeft één schadelijk gevolg voor ons gehad, n.l. dat wc bang geworden zijn voor verandering, voor iets nieuws.

Hoe dankbaar we den Heere mogen zijn, dat Hij ons in staat gesteld heeft vast te houden aan de waarheid der Schrift, we hebben te waken, dat we juist dezen zegen niet verzondigen door te komen tot conservatisme.

Nu moet men ons niet tegenwerpen, dat we toch zelf meer dan eens gezegd hebben, dat een Synode de dingen niet maken kan, maar eenvoudig te behandelen heeft, wat haar wordt voorgelegd. Wij klagen de Synode niet aan. Maar wij meenen, dat de Synode niet meer tot stand kan brengen, omdat in onze Kerken sommige dingen anders moesten zijn.

Hoe komen we nu tot verbetering?

Dat is niet zoo gemakkelijk te zeggen. Daar zullen we nog wel eens over moeten spreken. Dat kan nu ook in zekeren zin, omdat de Synode van Arnhem weinig voor haar opvolgster overliet. Wij staan voor een goed deel aan een nieuw begin.

En dan is geloof ik het eerste, waartoe we elkander hebben op te wekken, dit: dat we toch dicht bij het middelpunt moeten leven.

Allereerst omdat het de hoofdzaak is.

In de tweede plaats, omdat we het over de hoofdzaak eens zijn en door Gods genade eens blijven, terwjjl de bijzaken verdeelen.

’t Wil ons voorkomen, dat, zoo we ons op het middelpunt richten, het begin van den weg naar beterschap is gevonden.

Later hopen wij anderen het woord te geven.

Nog noodig? !

Onderstaand stukje knipten we uit de Amerikaansche „Wachter". Omdat het „algemeen waar" is, plaatsen we het maar in deze rubriek en niet onder buitenlandsche persstenunen.

Een operatie. Ja, maar een operatie waar een predikant moeilijk buiten kan. Ds Spurgeon gaf aan zijn studenten, die het Pastor's College verlieten, on naar de gemeenten, die hen geroepen hadden, zouden heentrekkeri, gewoonlijk verstandige raadgevingen en soms geestige gezegden mee, en vele daarvan zijn' bewaard gebleven. Zoo 't onderstaande, zooals ik zoo pas las:

„Toen Cand. Welton in 1867 zijn eerste beroep als predikant naar Thetford aannam, zeide Ds Spurgeon tot hem:

„Vóór uw vertrek wensch ik u een operatie te doen ondergaan. Ik zal één uwer oogen uitrukken, één uwer ooren toestoppen en een toom in uw mond doen. En dan moet ge, eer gij heengaat, ook nog een nieuw pak kleeren hebben en den kleermaker zeggen, dat hij een zak zonder bodem in uw jas moet maken. Verstaat gij mijn gelijkenis? "

„Ik geloof het wel, dominee, maar zou toch gaarne uw verklaring hooren."

„Wel er zal in de leden van uw gemeente veel wezen, dat gij met het blinde oog moet aanzien, en naar zeer veel zult ge met het doove oor moeten luisteren, en daar ge dikwijls in verzoeking zult komen om dingen te zeggen, die liever ongezegd moesten blijven, zoo herinner u den toom. En voorts moet ge al de praatjes, die ge zult hooren, terwijl ge uw herderlijke werkzaamheden verricht, in den bodemloozen zak doen"."

Nu, ook onze candidaten mogen met dit advies hun voordeel doen. voordeel doen.

En sommige onzer gemeenteleden mogen er hunne conclusies uit trekken!

Ook een demonstratie van armoede.

Onder het opschrift „droevig" schreef Ds in „de Geldersche Kerkbode" het volgende: Renting

Ons werd uit Arnhem blijkens het poststempel toegezonden een exemplaar van „de Strijder", het orgaan van de Chr. Democr. Unie.

Dit nummer is geheel gewijd aan de propaganda tegen de zoogenaamde vlootwet en voor de „nationale ontwapening".

De mannen en vrouwen van de Chr. Dem. Unie stellen zich op het standpunt, dat de maatregelen, welke een overheid neemt, om in tijd van gevaar, het recht te kunnen handhaven en het onrecht te keeren, behooren tot de wereld der ongerechtigheid, met welke ieder, die den naam van Jezus Christus noemt, heeft te breken.

De Overheidstaak, door God zelf aangegeven, is dus ongerechtigheid. Zonder het wellicht te willen, pleit men hier voor anarchie en zoekt men aan de over ons gestelde machten, aan welke God Zelf het zwaard in handen heeft gegeven, dat wapen te ontrooven.

We gaan op den inhoud van „de Strijder" hier niet verder in. In onze politieke pers zijn reeds meer dan ééns redevoeringen en nieeningen, zooals „de Strijder" die verkondigt, onder handen genomen.

In het exemplaar, dat ons toegezonden werd door een onbekend propagandist van „de nationale ontwapening", en waarin verschillende uitdrukkingen waren onderstreept, was ingesloten een getypt schrijven.

De verzender vergat blijkbaar, dat hij daarmede de postwet overtrad en 's Rijks schatkist onthield wat haar aan meerder porto toekwam.

Dat schrijven was van den volgenden inhoud en verraadt door dien inhoud tegelijkertijd uit welken hoek de wind waait.

Het luidt:

„DE SYN. IN SEPT. J.L.

5 weken lang zitten ze daar te boomen, zonder dat die geleerden iets verder komen. Prom.-recht wordt oudergewoonte op de lange baan geschoven; Uitbreiding lit...; vr.-kiesrecht; n.-test. lied enz. enz. nog niet rijp. Zeide een Dr., die beweerde de Ger. Kerk O. V. is rijk. Hij heet, vul het zelf in. Dr Van onzen paus vernamen we weinig, wel 50 % liet hij vallen, Zou hij soms spijt hebben, dat hij vaak „draait". En dat Prof. H. Visscher hem ver is de baas. De Asser-scheurziekte, nu op schoolgeb. begonnen, rust op 't gedoe. Is het wonder, dat velen er van worden moe. Verhef uw stem eens tegen het schandelijk behandelen Van cl. en kerkeraad van Lunterens gew. pred. (Ds J.)

En donk niet, ben ik mijn's broeder hoeder. Maar toon U eens een oprecht „broeder" Lees ook eens ons aller moeder. Dan zult ge aan Dr G.'s zijde staan. Als de God mammon niet te veel breekt baan."

Men ziet, de „dichter" veroorlooft zich in meer dan één opzicht „dichterlijke vrijheden".

Zijn „verslag" van de Arnhemsche Synode is niet geheel en al aan „vergissingen" gespeend.

Maar de geest, die er uit spreekt, is droevig en bedroevend.

't Zou me niet verwonderen, dat bijv. Ds Buskes na 't lezen van zulk een „kunstgewrocht" als het bovenstaande de verzuchting slaakte: „Bewaar me voor mijn vrienden!"

De inhoud van „de Strijder" wordt door dit kerkelijk gekleurd „gedicht", dat ingesloten werd niet bepaald verrijkt.

Na het lezen van deze ontboezeming heb ik het woord herhaald van „Dr ": „Wat zijn we nog rijk!" en er aan toegevoegd: vooral ook omdat we in onzen kring niet zulke prulpoëten hebben als de man is, die dit epos dichtte op de Arnhemsche Synode.

Het verschijnen van dit schoone vaers kan ook anders verklaard worden; wie er bezwaar tegen heeft, dat anderen belijden, dat ze door genade nog vele schatten bezitten, moet wel bij voorkeur zijn eigen armoede gaan demonstreeren. .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's