GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een 300-jarig Jubilenm.

In het „Handelsblad" van 9 Deo. (Avondblad) vonden we een interessant artikel, naar aanleiding van het feit, dat 3u0 jaar geleden de genezende werking van de kinabast (kinine) werd geconstateerd. Omtrent de ontdekking van dit feit lezen we als volgt:

Een van de merkvyaardigste musea, die ik heb bezocht, is het Wellcome Historical Medical Museum in Londen. Dr Wellcome (hier in Nederland bekend door de Engelsche pharmaceutische firma Burrough and Wellcome) heeft met zeer groot geduld en speurzin een buitengewoon belangrijke verzameling bijeengebracht van alles wat op geneeskunst betrekking heeft, bij alle volken en gedurende alle tijden. Het museum organiseert af en toe ook voordrachten en zoo zijn thans aangekondigd twee feestelijke middagen en avonden op 8 en 10 December, waarop plechtig herdacht zal worden het voor de menschheid zoo belangrijke feit, dat vóór driehonderd jaar de koortsgenezende werking van den kinabast werd ontdekt. Een ervan zal gepresideerd worden door onzen gezant te Londen en daar zal o.a. Prof. v. d. Wielen, hoogleeraar in de pharmacie in Amsterdam, een feestrede uitspreken.

Onget'wijfeld zal ook in dit dagblad wel ovei' het feest worden gerapporteerd; voor mij was het echter - oen aanleiding om hier iets over de geschiedenis Bn de beteekenis der kinine te vertellen. Allereerst dan de geschiedenis.

Conizares, een Spaansch magistraat in Ecuador, is de eigenlijke ontdekker. Hij genas met een aftreksel van de liast van den kinaboom de gravin van Chinchon, de vrouw van den onderkoning van Peru. Zij was zoo verheugd over haar genezing, dat zij besloot de heilzame werking van de stof meer algemeen bekend te maken en zij vond hierbij steun bij de Jezuïeten onder kardinaal De Lugo in Peru, die op haar verzoek bast verzamelden en naar Spanje zonden. Merkwaardig was, dat het bastaftreksel bij de inheemsche bevolking in Peiii en Ecuador niet bekend was, zoodat men hier niet te maken heeft met een volksgeneesmiddel, zooals bij zoo vele andere plantenextracten. Het „poudre de la comtesse", of de „Jezuïetenberg" werd spoedig in Eviropa bekend: Karel de Tweede van Engeland werd door zijn geneesheer Robert Talbor genezen met een aftreksel van den bast; hij verhief hem daarvoor in den adelstand en dit feit en het boekje van Talboi" „Talbor's wonderful Secret lor cureing Agues and Feavers" bracht de kina in het brandpunt der belangstelling van de 17e-eeuwsch medico en pharmaceuten. Het is wel merkwaardig, dat in Wfet land van herkomst zelve de werking der kinine nog in de 18e eeuv/ vrijwel onbekend was: de bekende ontdekkingsreiziger de la Condamine vertelt in zijn verhaal over zijn reizen in Zuid-Amerka (van 1735—1745), dat hij met uit Frankrijk meegebrachten kinabast een Spaanschon Creool genas, die al een jaar geplaagd werd door de derdedaagsche koorts en die nooit van het middel had gehoord, dat in zijn eigen land groeide.

De geschiedenis van de kinine.

Ook de kinine heeft haar historie. Daaromtrent licht bovengenoemd artikel ons als volgt in:

Hoewel wij thans weten, dat kinine feitelijk alleen een goed geneesmiddel is tegen malaria en bij andere koortsen slechts symptomatisch kan helpen, werd het in de 17e en 18e eeuw bij allerlei koortsachtige ziekten gebruikt, en welhaast geen geneesmiddel verheugde zich meer in de waardeering van medico en leeken dan het aftreksel van den kinabast. In de 17e eeuw beschreef Linnaeus den kinaboom en noemde ter eere van de gravin de Chinchon het geslacht, waartoe de boom hoorde, Cinchona; hij vergiste zich in de spelling en liet in de eerste lettergreep de h v.'eg.

Bijna 200 jaar na de ontdekking, in 1820, komt dan een verdere vooruitgang: twee jeugdige Fransche apothekers deelen aan de Académie des Sciences te Parijs mede, dat het hun gelukt is uit den kinabast twee stoffen te isoleeren, de kinine en de chinchonine, die beide in staat zijn de bekende werking van den kinabast uit te oefenen, echter in veel sterkere mate. De ontdekking van Pelletier en Caventou wordt onmiddellijk naar waarde geschat en men beijvert zich allerwegen de kinine zuiver af te scheiden en in plaats van het poeder van den bast of de aftreksels ervan te gebruiken.

In de 19e eeuw wordt het koortsmiddel dan meer en meer geapprecieerd, vooral door de verovering van Algerië door de Franschen. Algiers werd in 1830 ingenomen, maar de Fransche soldaten stierven als ratten aan de koorts en men dacht er reeds over om dit ongezonde land te verlaten, toen de kinine redding bracht. Een officieel rapport deelt mede, dat van 1100 manschappen, die in Juni ontscheept waren, er in October nog maar 300 in leven waren, die echter reeds den dood in de schoenen droegen, want op het eind van het jaar waren er nog maar 80 over.

In 1833 stierven van de 5500 man 1100; toen waren alle kolonisten, die in 1830 naar Algerië waren vertrokken, dood.

In 1836 paste een jong militair arts. Maillot, de kinine als geneesmiddel toe en direct verminderde de sterfte; korten tijd daarna konden de Franschen, dank zij uitgebreide kininisatie, hun kolonisatiepogingen doorzetten.

Niet te verwonderen is het, dat toen Caventou, bijna tachtig jaar oud, toevallig in Toulon kwam en daar met zijn vrouw een oorlogsschip wilde bezichtigen, hij door den admiraal van het eskader Bonet Villaumez met militaire eerbewijzen aan boord werd ontvangen en aan dien état major werd voorgesteld als de man, aan wien vei'reweg de meesten van de heeren hun leven te danken hadden.

Ook bij ons in Indië bleek de kinine een noodzakelijk geneesmiddel en dus besloot men te trachten de kinaplant uit Peru naar Indië over te brengen. De botanicus Haskarl werd hiervoor uitgezonden en in 1854 verzamelde deze met zeer veel moeite kinaplanten in Zuid-Amerika en bracht deze naar Java over. Het fregat „Prins Frederik der Nederlanden" volbracht deze zending en zonder twijfel is dit wel het beste humanitaire werk, dat een oorlogsschip heeft verricht, zooals in de HoUandsche monografie over de kina en kinine wordt opgemerkt.

De cultuur op Java gelukte; in 1860 probeerde de Engelschman Markham de invoering naar Britsch-Indië en ook daar werden plantages met kinaboomen beplant. In 1861 werden de bewoners van Ecuador bang, dat de winstgevende handel in kinabast hun zou ontgaan en verbood de wetgevende macht den uitvoer van kinaplanten en kinazaad. Maar toen was het te laat en waren er al kinaplanten in Azië gegroeid.

Gelukt is de cultuur alleen op Java, op Sumatra, op Ceylon, op San Thomé en in sommige deelen van Britsch-Indiö. In 1889 was de cultuur op Ceylon de belangrijkste; in 1893 is echter de Ned.-Indische productie al belangrijker; thans levert Java 90 pCt. van de totale wereldproductie. Hoe dit komt, is l, e verklaren uit het feit, dat men meer en meer in plaats van het aftreksel van den bast of het mengsel van alcaloïden, dat daarin aanwezig is, de voorkeur geeft aan het gebruik van de zuivere kininepreparaten.

Welk een zegen heeft onze God in de laatste 300 jaar door dit middel aan de menschheid' gegeven! '

Decadentie.

Ons werd toegezonden een advertentie uit „De Gooi en Eemlander". Voor de toezending onzen dank.

Deze advertentie is een o v e r 1 ij d e n s b e r i c h t. Het bericht werd afgedrukt zonder r o u w r a n d.

Onder aan de advertentie, die het stei-v'en meldt van Margaretha Maria Willink (Tante Gr e e-t), staat het volgende:

De teraardebestelling zal plaats hebben Zaterdag 6 December a.s. te half twee uur op de Algemeene Begraafplaats te Blaricum.

Vertrek van het sterfhuis één unr.

Bezoeken kunnen niet worden afgewacht, evenwel zijn bloemen en belangstellenden bij de begrafenis hartelijk welkom. Vooral geen hooge zijden of kachelpijpen, maar wel in gewoon dagelijksche kleeding en in opgewekte stemming.

Dit alles op speciaal verzoek van Greet.

Dit is toch wel een heel erge uiting van „den geest van den tijd".

In alle tijden van de historie had m.en eerbied voor den dood. .; : : ••; ••; ••

En placht men bij een doode althans iets van den ernst des levens, zooal niet te verstaan, dan toch te ondergaan.

Alleen tijden van de ergste decadentie maakten daarop een uitzondering.

Beleven wij zulk een tijd?

Grroote Stadskerken.

Het vraagstuk van de kerksplitsing in de groote steden heeft lang en veelzijdig de aandacht getrokken. Ds Lindeboom schrijft nu in het „N.-Holl. Kerkbl." het volgende:

We gaan vooruit.

In tegenstelling met enkele jaren geleden is er thans vrij wel niemand, die het opneemt voor het behoud der ééne, ongedeelde groote-stads-kerk. Niet slechts de parochie-indeeling — met behoud van den éénen kerkeraad — (zooals b.v. in de Geref. Kerk van Delft) maar vooral de meer radicale kerksplitsing — het uiteenvallen van de ééne stadskerk in meerdere zelfstandige kerken — begint gaandeweg meer voorstanders te krijgen.

Ook in HervoiTnden kring.

Daarvan vertelt Ds W. A. Hoek in het „Algemeen Weekblad". Met een drietal voorbeelden wijst hij aan, dat het „concreet kerkherstel" moet worden gezocht in de richting van het „afgebakende terrein".

Het eerste is, dat van Dr de Vrijer en de Oude Kerk.

De Oude Kerk was een verlaten kerk geworden. En de kerkeraad wilde haar sluiten. Maar Dr de Vrijer verzette zich. Begeerde en kreeg de om die kerk gelegen wijk. En vond zijn ambtgenooten bereid door ruiling van beurten mee te werken, dat hij minstens 30 maal per jaar in zijn wijkkerk kan optreden. Het resultaat was verrassend. „De oudste Amsterdamsche kathedraal doet het v.'eer", schrijft Ds Hoek, en hij laat volgen:

en hij laat volgen: „Geef een man, toegerust met behoorlijken arbeidslust, pastorale en homiletische gaven, de gelegenheid zijn krachten op een afgebakend terrein te ontvouwwen, laat hem door de week naar den Zondagmorgen en Zondagsmorgens naar de week toe werken, met één woord, herstel de verbroken hai-monie tusschen herder en leeraar, en een apathische kerk leeft op met een • apathische wijk."

Gelijk bekend, wordt als een der hoofdbezwaren tegen kerksplitsing aangevoerd, dat de menschen zóó aan het rondpreeken zijn gehecht, dat ze zich niet zullen laten binden aan de prediking van een of twee dominees.

Daarom is het goed, aandacht te geven aan het tweede en derde voorbeeld, door Ds Hoek genoemd.

„De zelfstandige randgemeente Watergraafsmeer, tot voor enkele jaren bepreekt door geheel den Amsterdamschen predikantencyclus plus enkele uitverkorenen van buiten, zag sedert zij een eigen voorganger bezit, het gehoor ook in de avonddiensten met minstens 50 pet. vermeerderen."

't Loslaten van 't rondpreek-systeem bracht dus in Watergraafsmeer gunstig resultaat. Terwijl het invoeren ervan in Amsterdam-Noord op een telem-stelling uitliep.

„Zoolang Amsterdam-Noord nog slechts ee'n evangelisatie bezat, maar met vasten predikant, zat er groei in het werk... Onder het regime van Ds Koningsberger werd de Bethlehemskerk in gebruik genomen, die al spoedig alle allures vertoonde van eon nieuwe kerk, v/aar de gemeente uit zou groeien. Doch ' sedert Ds Koningsberger officieel predikant van Amsterdam werd, en 'in 15 kerken mede ging wentelen, terwijl 29 andere dominees door zijn kerk draaien, is het gevaar van een te kleine Bethlehemskerk radicaal bezworen. Nu kan het voorkomen, dat zij zelfs op een eersten Paaschmorgen matig is bezet."

Zelfs de meest verstokte tegenstander van decentralisatie zal aan deze voorbeelden niet alle beteekenis kunnen ontzeggen.

, fie positieve consequenties", schrijft Ds Hoek terecht, „zijn helder als de onbewolkte dag".

Inderdaad — feiten bev/ijzon.

En dat vaak beter dan redeneeringen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's