GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Medan in 1930.

Ondanks de teleurstellingen op economisch gebied, die vele Nederlandsi-s in Indië treffen, is er op het terrein van het kerkelijk leven zeer veel, dat rijken stof tot dank geeft. Het Kerkblad van de Gereformeerde Kerken in Nederlandsch-Indië handelt in het nummer van 13 Mei speciaal over Medan. Een deel van dit artikel (van de hand van Ds Mai) dat in zijn geheel voor opname te lang is, geven we hier v? eer. We krijgen daaruit althans eenigszins kijk, hoeveel en hoe mooi werk in dit deel van ons Insulinde wordt verricht:

Het jaar 1930 zal in de geschiedenis van het gereformeerd kerkelijk leven op Sumatra wel in bijzondere gedachtenis blijven. Werd het economisch beschouwd een malaise-rampjaar, dan treft temeer, dat in het leven der gemeente zulke groote plannen verwezenlijkt werden. Behalve het eigen zendingswerk, waarover straks, dient als gewichtig feit gememoreerd te worden de institueering eener nieuwe gereformeerde kerk te Pematang Siantar. Nadat de finantieele mogelijkheid was aangetoond en na ernstig beraad het verzoek van den jKring Siantar" met gunstig advies naar de classis was doorgezonden, nadat deze meerdere vergadering met groote eenstemmigheid en blijdschap de vereischte toestemming had gegeven, werden op 21 September de ambten ingesteld.

Op deze wijze is nu de „kwestie-2de-predikant" of wilt ge: het „noodvraagstuk-bearbeiding-verstrooidengebied" tot oplossing gekomen. Ook Medan's 'kerk heeft met vreugde vernomen, dat aireede een predikant gereed staat om naar Indië te komen en de jonge gemeente Pematang Siantar te dienen-Tot zijn komst ben ik consulent, zoodat in het afgeloopen jaar de arbeid onder de verstrooiden dezelfde bleef. Eerst als Ds de Jong zal gearriveerd zijn, zal de beteekenis van de institueering openbaar worden en de bearbeiding van beide kerken onder genorinaliseerde omstandigheden kunnen geschieden.

Dit laatste zal zeker Medan's „stadsgemeente" en haar verkleind verstrooidenressort ten goede komen. Wat Medan plaatselijk betreft, de opkomst onder den dienst desWoords geeft ons, zoo niet reden tot roem, dan toch tot dankbaarheid. Catechisaties zijn er momenteel 'twee: één voor jongens en meisjes (een groepje van 5 a 6) en één voor volwassen doopleden, benevens 4 „particuliere". Ben ik op reis, dan neemt br. Massink de jongeren-catechisatie over. Het zou een mooi ding zijn, indien we het aantal leerlingen eens konden opvoeren, door b.v. kinderen van buiten de 'kerk, uit de Indische, blijvende bevolking vooral, op catechisatie te krijgen. Op deze wijze zouden we onze kerk, die te Medan wel heel geprononceerd „totok-gemeente" is, meer en meer tot „volkskerk" in den, goeden zin des woords kunnen reformeeren. Indien straks de predikant meer tijd èn krachten vrij heeft voor de plaatselijke gemeente, zalt deze zaa'k meer dan tot heden mogelijk was, de aandacht van den kerkeraad hebben.

In dit verband moet vermield worden het werk der evangelisatie. Met dankbaarheid zij geconstateerd, dat deze arbeid groeit en de 'gemeente zich langzamerhand meer bewust wordt van haar roeping in deze. Een tweede Zondagsschool werd begonnen en 'doordat gebleken is, dat hiermede in een behoefte wordt voorzien, zijn er al plannen om in een ander stadsdeel een derde Zondagsschool op te richten. De Ev. Commissie word gereorganiseerd en ontwikkelt sindsdien een voorbeeldige activiteit. Gepoogd wordt om een goede jeugdbibliotheek in werking te stellen, terwijl 'de verspreiding van „De Zaaier" alle aandacht heeft. Mogen steeds meer broeders en zusters bun gaven en krachten wijden aan dit voor-'de-hand liggende werk, waardoor de kerk des Heeren gebouwd kan worden, terwijl zulk een actieve dienst eigen geloofsleven tot rijken zegen is'

Hier dient in één adem genoemd te worden de uitzending van preeken per Radio. Een evangeUsatiemi'ddel bij uitnemendheid en voor de toekomst 'dé aangewezen methode om de leden in de verstrooiing te brengen onder de bediening van het Woord en "itet contact met de moedergemeente te onderhouden. Het is niet de sobuld van het Bestuur der Medansohe afdeeling der N.I.C.R.O., 'dat de communicatie door den aether de volmaaktheid nog niet beeft bereikt. Dezen broeders komt een woord van hulde en dank toe voor bun initiatief en toewijding. Moge het bun gelukken om straks over béél het verstrooidengebied de klanken van het evangelie verstaanbaar te maken. Van al dezen airbeid geldt het woord van den Heiland, , dat ik verleden jaar reeds aanhaalde: „'de velden zijn wit om te oogsten."

Verleden jaar zijn slechts enkele gemeentevergaderingen gehouden, o.m. ter bespreking begrooting, plannen zending en institueering Siantar en rapporten Generale Synode. De verstrooidendagen werden op Pinksteren gehouden, waarbij de geringe opkomst van „buitenleden" mijn beschouwing over deze aangelegenheid in het vorig jaarverslag neergelegd, bevestigde. Voortaan zal aan Pematang Siantar de gelegenheid gegeven zijn om den ouden roem en luister dezer hoogtijdagen te bandbaven.

In verband met de gewichtige aangelegenheden van. zending en kerksplitsing heeft de kerkeraad ia 1980 vele malen en vele uren (!) vergaderd-Er wordt 'getracht getrouw en geregeld huisbezoek te doen, maar juist, om: dat dit werk als het meest noodige en moeilijke gezien wordt, worden bier de tekorten ook' 'het meest pijnlijk gevoeld.

Wat 'teigenlijke verstrooiden werk betreft, behalve bezoeken in den omtrek van Medan en maandelijksche preekbeurten te P. Siantar werden in 1930 de volgende reizen gedaan: Januari: Atjeb, Februari: Tapanoeli, Mei: het Zuiden, Juni: Java en Riouwarchipel, September: Atjeb, Oct(*er: Tapanoeli, November-December: „het Siantarsche". Ongeacht P. Siantar, kan ik, , indien de omstandigheden 'gunstig zijn, op een tiental plaatsen buiten Medan openbare godsdienstoefeningen houden. Zoo noteerde ik een 16-tal van dergelijke preekbeurten, terwijl ik van de bijbellezingen in. huissamenkomst den tel kwijt ben. Waar gevraagd, kon overal de Heilige Doop bediend worden aan de Idnderen der Gemeente en zesmaal werd in kleinen kring het Avondmaal gehouden. Behalve door onderlinge correspondentie werd bet contact tusschen kerkeraad en leden onderhouden door de uitgave der z.g.. „Mededeelingen", waarvan dit jaarverslag als No, 3 verzonden is. Alle „verstrooiden"'ontvangen wekelijks van kerkeraadswege een preek „Uit de Levensbron".

Zending.

Ds Renting schreef in het jongste nummer van „De Geldersche Kerkbode" het volgende artikel over den stand van zaken op het Zendingsterrein:

Dezer dagen verscheen bij den Zendingsstudie-Raai bet „Nederlandsch Zendingsjaarboek voor 1930/31— 1931/32".

Dit Jaarboek, dat een half jaar later dan gewoonlijk verschijnt, omdat daardoor de gegevens nauwkeuriger en vollediger kunnen worden verstrekt, is een omvangrijk boekwerk van ongeveer 300 bladzijden geworden.

Het is van groote waarde voor allen, die belangstellen in den Zendingsarbeid, die in Oost-en West-Indië wordt verricht.

Betrouwbare overzichten over den arbeid der verschillende Zendingscorporaties op verschillende terreinen verhoogen de waarde van dit jaarboek, waarin alle adressen te vinden zijn, die men noodig heeft, zoo men zich ten opzichte van het Zendingswerk in onze Koloniën wil oriënteeren.

Natuurlijk ontbreekt de Zending dgr Gereformeerde Kerken niet.

De Redactie geeft ook daarover juiste en betrouwbare inlichtingen.

Dat is van groote beteekenis, omdat dit Jaarboek in veler banden komt en daardoor in ruimen kring bekend wordt, wat op Zendingsgebied door onze Kerken gedaan wordt.

In „Het Zendingsblad" van deze maand werd ook een statistiek opgenomen, zoowel van den Hoofddienst als van den Medischen Dienst over 1930.

By vergelijking met hetgeen bet Zendingsjaarboek vermeldt, blijkt het, dat er reeds weer eenige wijzigingen in de statistieken moest worden aangebracht.

De cijfers van „Het Zendingsblad" wijzen reeds weer op meerderen vooruitgang.

Vooral wat den Medischen arbeid aangaat, staan de Geref. Kerken in het voorste gelid.

Dat zal duidelijk worden, wanneer men er op let, dat van de 19 Hoofd-ziekenbuizen en de 52 hulphospitalen er resp. 7 en 24 door de Geref. Kerken werden gesticht en worden verzorgd.

Van de 71 vaste poliklinieken worden er 42 door onze Geref. miss. artsen bediend. Van de 35 Europeescbe. artsen zijn er 18 in dienst der Geref. Kerken.

Maar bovenal blijkt uit bet aantal bedden en het

aantal verpleegdagen in de verschillende Ziekenhuizen, hoe de arbeid in de Geref. Zendingshospitalen zich heeft uitgebreid.

Van de 5000 beschikbare bedden in de Zendingshospitalen in geheel onze Oost worden er 2460 in onze Geref. Ziekenhuizen op Midden-Java en Soemba gevonden en van de 1806746 verpleegdagen der gezamenlijke Zendingshospitalen komen er 835315 voor rekening van den Medisohen Dienst onzer Kerken.

Bijna de helft van alles vrat door den Medischen hulpdienst voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk in onze Koloniën verricht wordt, geschiedt door middel van onze artsen en onze verpleegsters, die daarbij door een aantal inlandsohe krachten worden bijgestaan.

Gedurende 1930 werden op onze Zendingsterreinen 350 inlandsohe mannen en 287 inlandsohe vrouwen gedoopt. Daarbij komen nog 6 Chineesche mannen en 10 Chineesche vrouwen.

Het aantal gedoopte inlandsohe kinderen bedraagt 655 en dat der Chineesche kinderen 19.

Tot openbare geloofsbelijdenis kwamen 167 inlandsohe Christenen en 2 Ghineezen.

Met groote dankbaarheid mogen we dus constateeren, dat de Heere met Zijn Geest onder de volkeren werkt.

Niet op onze Zendingsterreinen alleen, neen ook op die van andere corporaties wordt heerlijke vrucht op den arbeid gezien. •

Stemme dat onze harten tot dank aan den Koning der Kerk; maar vermenigvuldige zich ook ons gebed voor dien Zendingsarbeid en voor allen, die dagelijks bezig zijn met het zaaien op den Zendingsakker, opdat ze gesterkt worden tot hun werk, verblijd worden door den zegen des Heeren op hun werk en velen, die zalig worden, mogen worden toegebracht tot de kennis van den eenigen Naam, Die onder de menschen tot zaligheid gegeven is, door hun werk.

Spanje.

Spanje ligt ver weg. En „we" hebben er tachtig jaar tegen gevochten. Wat willen we meer? Of we wel het kerkelijk leven daar eens willen bekijken? Dr Keizer schrijft in „De Geldersche Kerkbode":

Van uit politiek oogpunt volgen wij met belangstelling de gebeurtenissen in Spanje. Niet minder interesseert ons de gang der dingen in dit land met het oog op het kerkelijk leven aldaar.

Een der eerste besluiten van de republikeinsche regeering betrof die van de vrije uitoefening van godsdienst. Wij verlangen al naar nr. 177 van de „Blatter aus Spanien". In nummer 176 van Maart 1931 lazen wij van de verregaande brutaalheid der dorpsgeestelijken. Wij kunnen ons niet indenken wat de roomsche priesters tot nu toe op sommige dorpen durfden bestaan tegen de protestanten en dat tegen alle koninklijke wetten in. Binnen de groote steden waren de „evangelische kerken" reeds min of meer vrij in haar bewegingen. Doch buiten de aanzienlijke steden heorschen nog toestanden als voor en ten tijde der Hervorming in de Germaansche landen van Europa. Als men leest, dat de revolutionairen hun woede koelen aan kerken en kloosters, dan bedenke men toch wat de bevolking zoowel in Spanje als in Rusland heeft moeten ondervinden van de zijde van priesters en popen. Onder de dictatuur van Primo de Rivera had de roomsche kerk in Spanje de handen weer geheel vrij gekregen, en die vrijheid heeft zij in den laatsten tijd, naar wat zij gewoon is te doen, of de grofste wijze misbruikt. In een van de laatste samenkomsten der bisschoppen werd besloten aan alle priesters een circulaire te zenden, waar onder meer ook in voorkwam: alwaar een evangelische predikant is, d. w. z. een protestantsche pastor, vandaar moet hij verdreven met alle middelen, en daar waar een zich zal willen vestigen moet dit voorkomen worden met alle middelen. Wat dat alle middelen inhoudt, dat weten de protestanten in Spanje maar al te goed en de priesters daarbij. In dienzelfden tijd schreef de „Gaceta del Sur", uitgegeven in de bekende en aanzienlijke stad Granada: „de grondwet is opgeheven en derhalve ook paragraaf 11, (de paragraaf die gebiedt de niet-katholieken te dulden); derhalve men moet nu uit heel Spanje de Protestanten bannen; in ieder geval zullen we hier in Granada wel zorgen, dat hun het leven ondragelijk wordt gemaakt". Echter men heeft hen geen haar gedeerd. Zeker, dit danken de geloovige protestanten in Spanje allereerst aan den Heere, doch ook hieraan, dat de roomsche kerk op vele plaatsen haar invloed op het volk totaal verloren heeft. Vandaar dat wilde revolutionairen hun haat thans durven koelen aan kerken en kloosters. Daarom leefde heel Spanje weer op, toen op 't onverwachts de dictatuur na een periode van zeven jaar moest plaats maken, ja waarvoor?

Voor een regeering door den koning benoemd, die echter thans met zijn familie uit Spanje heeft moeten wijken, wijl de bewindsmannen door hem benoemd, plaats hebben moeten maken voor een republikeinsche regeering. Echter met den val van Primo de Rivera noopte men, dat de merkbare druk van de priesterheerschappij zou worden verlicht. Over het geheel schikte het nog al voor de protestanten onder de tweede dictatuur, met generaal Berenguer tot president en met een afstammeling van den wreeden heriog van Alba tot vertrouwensman van den koning. Deze hertog van Alba is wel van een andere gezindheid dan zijn beruchte voorvader; de roomschen durfden en konden niet meer zooveel bestaan en doen tegen de protestanten als onder Primo. Deze Alba is vrijzinnig en van oordeel, dat katholieken, protestanten en mohammedanen in denzelfden hemel komen. Als minister van buitenlandsohe zaken was hij ook tegenwoordig bij den dienst in de evangelische kerk te Madrid onder leiding van ds Hans Fliedner ter gedachtenis van den gestorven Zweedschen koning en hij ontving daarvan Haar zijn zeggen een goeden indruk.

Naar alle waarschijnlijkheid zijn de dagen van l^nmo voor de roomsche geestelijkheid in Spanje voor goed voorbij. En geluldjig ook. .Met zeldzame brutaal­ heid tegen de grondwet en in strijd met onderscheiden koninklijke besluiten werd op verschillende plaatsen de protestantsche school gesloten, werd verboden om de klokken en beUen hunner kerken te luiden en bij hun begrafenissen allerlei onaangenaamheden hun bereid. Niet dan na veel instanties en dan die ter hoogste plaatse verkreeg men ook onder de tweede dictatuur, dat burgemeesters aflieten van hun vervolging van kerk en school.

Veel stof is er in den laatsten tijd, vlak voor de revolutie, opgejaagd in de linksche bladen, terwijl de roomsche bladen absoluut zwegen en het wilden doodzwijgen, door wat voorgevallen is in het dorp A1 h a m-bra. In Alhambra bevond zich een zekere Felix Vacas Canales uit Almagro, in gezelschap van den heer Franz Gowan, een Schotsch onderdaan, verder Bantista Garia en Sixto Paredes, alle vier leden vaji de Spaansche evangelische zending. Terwijl zij in de herberg van een zekeren Robles waren (misschien nog wel een familielid van den steenen man Caspar Robles op den Zeedijk bij Harlingen) werden de klokken geluid en kwam een woeste menigte onder aanvoering van den priester schreeuwend en schimpend voor de herberg en eischte dat de leden van deze zending uitgeleverd zouden worden om ze dood te slaan en anders zou de herberg in brajid gestoken worden. Ware de burgemeester niet met de politie gekomen, ze zouden de ketters doodgeslagen hebben.

Dit voorval is door niet-roomsche bladen ernstig besproken en de roomsche pers wordt het sterk toegerekend dat ze zwijgt. Men schaamt zich voor 't oog van gansch Europa. Het is te begrijpen, dat de revolutiemannen in Spanje zich willen wreken op de kerk die het volk in de kluisters der middeleeuwen wil houden en dat ten aanschouwe van heel Europa. Voor Spanje is de Westfaalsche vrede nog niet gesloten, zoo honen de bladen van links en het volk koelt zijn woede aan kerken en kloosters en veracht en verjaagt monniken en nonnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's