GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Na de Bijbelles”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Na de Bijbelles”.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heeren Nauta en Valóan hebben een zeer goed werk gedaan voor onze Christelijke scholen.

Voor alle vakken die op de Christelijke scholen onderwezen worden, bestaat zeer goed leer-materiaal. Maar men kan niet ontkennen, dat ia het algemeen genomen, wat parate kennis betreft, de Bij'belsche Geschiedenis er bij de jongemenschen het slechtst afkomt.

Nu heeft men ook naar aanleiding van de verschijning van dit boekje geziegd, dat Bijbelsche Geschiedenis toch eigenlijk een kwestie is van sfeer.

Ik ben het daar, wanneer het zoo gezegd wordt, niet me© eens.

Zeker, het vak Bijbelsche Geschiedenis vraagt op de Lagere sdhool een eigen sfeer. Het eischt ook dat degene, die het vak behandelt, het vak liefheeft. Die Bijbelsche Geschiedenis vertelt moet zijn Bijbel liefhebben, moet blijken geven dat hij zijn God liefheeft.

Maar daarmee is niet alles, lang niet alles gezegd. De kinderen op de Lagere school moeten ook Bij'belkennis hebben.

Ik vrees wel eens, dat, hoe voortreffelijk overigens ook de resultaten van het onderwijs mogen heeten (over de meerdere of mindere voortreffelijkheid dier resultaten wil ik thans niet twisten), toch in ieder geval de resultaten van. het godsdienstonderwijs het minst voortreffelijk zijn in vele gevallen.

Wanneer men jongemenschen, die pas de Lagere school verlaten hebben, vraagt naar hun parate kennis, dan blijkt inderdaad dat zij wat vele andere vakken betreft, zeer veel paraat bezit aan keninhoud hebben; maar wanneer men dan komt tot het vak Bij'belsche Geschiedenis, valt het resultaat van de school vaak bitter tegen. Zeker, zij hebhen wel een vage herinnering omtrent allerlei dingen die hun verteld zijn, maar een concrete voorstelling van do opeenvolging der feiten van de Bijbelsche Geschiedenis ontbreekt al te zeer. Daarlaij missen ze ook dikwijls (we durven wd zeggen: in de meeste gevallen zelfs) de kennis, althans de parate kennis van zeer bekende Bij"belsche plaatsen. Bovendien blijkt menigmaal, dat zij .allerlei namen slecht of in het geheel niet hebben gememoriseerd.

Daarvan de school een verwijt te maken zou onbillijk .zijn.

Ia de eerste plaats reeds vanwege de usance die er nu eemnaal heerscht. De usance toch is deze, dat men de Bijbelsche Geschiedenis vertelt en dan de volgende les weer wat navraagt van het vertelde. Oip zichzelf een uitnemend gebruik. Maar anderzijds .toch weer niet een gebruik dat voldoet aan aüerléi eischen.

In , de tweede plaats moeten we er echter mee rekenen, dat de Lagere school over tallooze middelen beschikt om de kennis bijv. van Vaderlandsche Geschiedenis, van Aardrijkskunde, van Rekenen enz., paraat te doen zijn voorzoover zulks noodig is.

Maar helaas ontbreekt zulk een leermiddel tot dusverre voor de Bij'belsche Geschiedenis óf geheel óf ten deele.

Boekjes die zoozeer ingesteld zij'n op het memoriseeren van de feitelijke gegevens van de Bijbelsche Geschiedenis als de boekjes van de Hèeren Nauta ea Valom ken ik niet één; ik geloof oofc niet dat ze bestaian.

D'aarom aarzel ik niet deze boekjes een van de belangrijkste aanwinsten voor het onderwijs op de Lagere school te noemen. Dat zegt heel wat. W© hebben in de laatste jaren pracht schoolboekjes gekregen. Maar toch meen ik dat deze boekjes dezen roem verdienen.

Do Bijbelsche 'Geschiedenis toch moet op de Lagere school het vak bij uitnemendheid blijven. We mogen nooit vergeten, dat tenslotte de kennis der heilige historie voor het onderwijs aan het kind des Verbonds de belangrijkste eisch is. Een school die op dit pimt nalatig zou zijn, zou haar belangrijkste taak veronachtzamen.

En nu durf ik de stelling wel aan dat het Bijbelsche-geschiedenis-onderwij's niet goed gegeven kaa worden, indien het niet de aoodige parate kennis aan de leerlingen bij'brengt. Dit was een van de grootste fouten van vele christen-paedagogen dat zij oordeelden, dat Bijbelsche-geschiedenis-onderwijs eigenlijk geen vak van kennis was. En toch halen wij', wanneer wij den eisch, dat parate kennis van de gegeveas der Heilige Schrift bij het kiad aanwezig moet zijn, loslaten, het vak Bijbelsche Geschiedenis naar beneden. We ontdoen het dan van zijn doelstelling zooals dit vak op school immers ook een eigen doelstelling heeft.

Immers wel verre van in methodistischen zin, het halfimr of de drie kwartier Bij'belles op school in dienst te willen stellen van „de bekeeriag van het kiad", slechts het kind verder iets vaa buiten te willen laten leeren, handhaven wij juist de gedachte, dat de Lagere School de roeping heeft het kind, voorzoover dat mogelijk is, zich te doen inleven in de gedachtenwereld vaa de Heilig© Schrift en kennis mee te geven aan dat kind van diezelfde Schrift die de openbariag Gods is.

Een Christelij'ke school moet zooveel Bijbelkennis aan het kiad gevea, dat het kiad zij'n leven lang juist daardoor in den Bij'bel thuis is en d« Bijbelsche Geschiedenis als vanzelfsprekend bekend acht.

En zeker, dan mag de Lagere school, dan moet de Lagere school zelfs paedagogisch met deze stof werken, dat is, zij mag en zij moet ook wel wijzen op de noodzakelijkheid van de bekeering vaa het kind. Maar dit beteekent niet, dat zij met een stichtelij'ke toespraak, naar aanleiding van een Bijbelsche Geschiedenis kan volstaan.

Evengoed als bij elk vak, moet ook bij da Bijbelsche Geschiedenis het geleerde worden gememoriseerd en gerepeteerd totdat het er muurvast in|zit en het kind, straks man geworden, altijd weer zeggen kan: de school heeft mij geleerd in mija Bijbel thuis te geraken.

En tot dat doel ken ik geen beter middel dan de boekjes welker titel wij hierboven aantreffen.

(Uitgave van H. J. Sprayt's Uitg. Mij. N.V., Amsterdam.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

„Na de Bijbelles”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's