GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hemelvaartsvrucht.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaartsvrucht.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij vieren deze week weer ons hemelvaarLsfeest. En het is goed, dal wij daarbij' ons concentreeren op de vraag, hoe wij het doein, en wal wij' eroindeiverstaan. Op een andere plaats in ons blad komt liiog met een enkel woord Ier sprake, hoezeer eigenlijk velen, die den christennaam dragen, ja onder de dragers van dien naam optnedem om te „profeteereli", feitelijk ontzonken zijln aan het geloof in den werkelijk ten hemel gevaren Hieiland. Temeer met het oog daarop is het goed, dat men tmet bewustheid zich voorhoudt, wat men met Hemelvaart eigenlijk wil, indien men althans nog gelooft, dat de hemelvaart zelf iets met óns wil.

Nu is het een van de mooiste uitingen van den gereformeerden geest, wanneer de Heidelbergsche Catechismus in Zondag 19 opmerkt, „dat Christus daarom ten hemel is gevaren, opdat Hij zich zelven daar bewijze als het Hoofd Zijner christelijke kerk, door wien de Vader alle ding regeert".

Hier wordt dus Christus' hemelvaart rechtstreeks in verband gebracht met „alle-dingen"en-hun-geregeerd-worden. Mei de geschiedenis djus. Zeker, ook met de geschiedenis van den hemel, die immers ook zijn historie, zijn processen als geschapen hemel doorloopt. Maar niet minder ïnet de geschiedenis der aarde. "Wiant dal „alle dingen regeeren", dal is reeds eerder in den Catechismus ter sprake gekomen. Dat was in Zondag 10, toen de „voorzienigheid Gods" besproken werd. „Regen en droogte, vruichtbare en onvruchtbare js/ren, spijs en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle ding", ziedaar de stof, waarover in Zondag 10 gesproken wordt "Welnu, op den hemelvaartsdag neemt Christus de wereldheerschappij aan; d.w.z. Zondag 10 krijgt in het licht van Zondag 19 zijn nadere verklaring, bevestiging en ook: aanvulling.

Zoo is de verhooging van den Christus een zich ©verbuigen tot den tijd, de aarde, de concrete werkelijkheid. Zijb „rugben" zet zich dadelijk om in „werken"; Zijn hemelsche rust en heerlijkheid is geen autark opgaan van den mensch Jezus Christus in zichzelf — hiermee zou Hij de groote afgodendienaar geworden zijn, de groote afvallige, wijl God het einddoel, de kroon en de glorie van alles is — doch die rust is tevens een zich bemoeien met regen en droogte, vruichlbare en onvruichtbare jaren, spijs en drank, kortom, ook met al die dingen, die van de aarde, en die op de aarde zijn. Chi-istus bemoeit zich na de hemelvaart dadelijk weer met wal Hij losgelaten heeft; Hij keert zich in en door die regeeringsdaad dadelijk weer tol de aarde, het opieratietea-rein, dal Hij naar het lichaam verlaten heeft. De aarde blijft Zijln operatieterrein; slechts nam Hij! den hemel daarbij aan, en deze nam Hem daarin aan. Maar wal de aarde betreft: deze bleef, even wezenlijk als te voreïi, het wierkteirrein van den Middelaar Gods en der menschen.

Op deze regeering van den tijd volgt evenwel — en we sluiten ons ook nu weer aan bijl de bespreking van Zondag 19 — de voleinding van den tijd. De Christus — zoo vervolgt deze

Zondag — wil, wat de kerk en de geloovigen betreft, in hen Zijh hemelsche gaven uitgieten; en deze uitstorting van hemelsche gaven beteekent, dat Hij in de kerk uitzendt die energieën, en in haar tot wasdom en tot rijping brengt al die zaden, die noodig zijn, om de kerk te brengen tol haar volle levensontplooiing. Aan den anderen kant wil Christus ook de kerk tegen alle vijanden beschermen en bewareai; Hij houdt dus de wereld in evenwicht, in dien zin, dat geen enkele katastrofe, geen enkele revolutie ooit in staat zal zijn, den geregelden wasdom der kerk te breken. Alles wat geschiedt, zal 'dienen moeten tot consummatie van den tijd; want de werking van den opbloei der kerk en de beveiliging daarvan, zij beteekenen ten slotte niets anders dan de toebereiding en de bewaring van de nieuwe mienschheid, die God in Christus zich voor oogen gesteld heeft. Haar consummatie is tevens die van den tijd; immers de tijden der geschiedenis hebben hun loop, en hun ver-loop "hiertoe ontvangen, dal de nieuwe menschheid haar plaats ontvangen zou in de wereld', en treden izou voor het aangezicht van God, lot vervulling van Zijn raad.

Al die geestelijke weldaden dus, die God op aarde uitstort door en uit kracht van den verhoogden Christus, zij duwen den wereldwagen weer verder, zij brengen den dag van Christus naderbij; zi| zijn concrete krachten, die dadelijk ingrijpen op hel aclueele wereldleven, opdat het zijn voltooiing vinden zou naar Gods bestel.

En eindelijk, niet slechts de regeering, niet slechts de voleinding, doch ook de beëindiging van den tijd ligt in het perspectief van den hemelvaartsdag, en slaat op hel program, dat op dezen dag zijn begin van uitvoering ontvangt. Want — en weer volgen we Zondag 19 — want Christus komt eenmaal weder om te oordeelen de levenden en de dooden. Hij zal aan de wereld, zoodra zij geconsummeerd is en zoodra alle in haar werkende krachten en energieën tot volle ontplooiing gekomen zijn, haar einde stellen. Hij zal hel oordeel • brengen. Dat oordeel — dat niet te identificeeren is met het „oordeel", dat sommigen in de laatste jaren prediken als het immer aanwezige, permanente „gericht", dat God over al het menschelijke heel te laten gaan, doch dat van al zijn „richten" in en over den lijd principieel onderscheiden is, wijl het definitief is, den tijd besluit, de conditionalileil, die, o n z e r z ij d s gezien, nog in al zijn gerichtsverhoudingen ligt, opheft en voor altijd wegneemt en daarmee voor eeuwig scheiding brengt tusschen de nieuwe menschheid en degenen, die door den onwil, om tot God te behoor en, zich meteen hebben afgescheiden van die nieuwe menschheid.

Regeering van den tijd,

voleinding van den üjd,

beëindiging van den tijd.

Ziedaar dan het drieërlei motief dat op den dag der hemelvaart in Christus' menschelijken geest leeft, dal dien menschelijken geest belcoort en trekt, en tol welks verwerkelijking Hijl zelf den lichamelijken band aan de Zijlnen verbreekt.

Hel mooie in deze calvinistische belijdenis, gelijlk ze in den Catechismus uitgedrukt ligt, is dit. dat hier niet, zooals in de hedendaagsche dialectische „theologie" gebeurt, de hemelvaart bezien wordt, of liever, een begrip van hemelvaart kunstmatig gevormd wordt onder het aspect van een voorop^ gestelde, onbijbelsche, menschelijke opvatting van tijd en eeuwigheid, om dan daarvoor pasklaar gemaakt te worden, doch dat, vlak omgekeerd, de tijd geplaatst wordt, met de beëindiging daarvan, onder het licht van den werkelijken in den tijd geopenbaarden en in den tijd verheerlijkten Christus. In het eerste geval is het hemelvaartsfeest niets anders dan een projecteeren van menschelijke begrippen op de „wolken", om zoo te „richten", in naam uit Gods gezag, in werkelijkheid evenwel op gezag van den mensch zelf, hetgeen oi n d e r de wolken geschiedt. In hel tweede geval evenwel wordt de levende, menschelijke Christus, die de Zoon Gods is en blijft, gezien als opgenomen boven de wolken, opdat Hij zijnerzijds de wereld, hetgeen onder de wolken is, zou zetten naar Zijn hand en zou vol-dragen en vol-einden naar Zijn wil.

Hier bukken wij dus voor Zijn Majesteit, die ons predikt, dal Hij niet slechts „richten" komt wat onder de wolken is, doch ook met genade en met den Geest komt zegenen, komt redden en tot heerlijkheid brengen wat hier beneden is, en zich voegt naar Zijn wil en evangelie.

En voor de velen, die, in christelijke bladen, kerkbladen, schoolbladen, min of meer coquetteeren met de hedendaagsche theorieën, die wij zooeven aangeduid hebben, wordt het op dezen Hemelvaartsdag al weer meer noodig, zich te bekeeren tol de waarheid en de belijdenis, die zljj voor het meerendeel nog formeel onderschrijven.

Het wordt tijd, dal we elkaar wal „prikkelen", en opjagen en plaatsen voor de vraag, of wiji niet de rechten van den verhoogden Christus, die wij op papier belijden, zullen erkennen.

Laat ieder, die niet meer gelooft, dal de mensch Christus Jezus van de aarde naar den hemel is opgenomen op zekeren kalenderdatum van zeker kalenderjaar, beginnen, eerlijk te zijln onder de menschen. Laat hij erkennen, dat hij' het evangelie der Gereformeerde belijdenis niet meer onderschrijft. Laat hem dat zeggen aan zijn kerkeraad of aan zijn schoolbestuur, en niet langer achter hen aankomen, die, al zijn ze liberaal, toch prijs stellen op eerlijkheid, al was het maar in den omgang van mensch met mensch.

Doch laat degenen, die hel vraagstuk van tijd en eeuwigheid alleen willen zien ander het hoog profetisch, priesterlijk en koninklijk gezag van den levenden Christus, hun hemelvaarts-zegen genieten. Zij hebben dien zegen slechts in hel heilsfeil verworven. Zij kunnen hem niet daarvan losmaken om Gods wil en om der waarheid wil.

Ooifc op dezen hemelvaartsdag geve God ons een rechte afgrenzing tusschen hen, die den naam van het feest behouden, maar met de zaak ervan knoeien, en de anderen, die het feest bewaren en vieren naar de Schriften.

Want onder de open zon wordt alle waan verbroken, en in het felle licht van den hemel wordt alle leugcnweefsel verscheurd.

I^iegen doen zij, die een nieuwen inhoud in de oude klanken leggen, altijd, zelfs, al hadden zij in hun quasi-theologie zelf het grootste gelijk'...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Hemelvaartsvrucht.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1933

De Reformatie | 8 Pagina's