GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerst- en Silvesterpoëzle van Willem fle Mérode.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerst- en Silvesterpoëzle van Willem fle Mérode.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

In het vorige artikel heb ik twee verzen van de Mérode aangehaald uit den bundel „De Stille Tuin", die over het Kerstgebeuren zelf handelen.

Gaarne voeg ik daai-aan nu, na Kerstmis, nog één citaat uit de kerstpoëzie van dezen bundel toe, een vers, welks inhoud betrekking heeft op de komst van de Wijzen uit het Oosten.

't Is in dialoog-vorm gesteld. De dichter — men kan ook zeggen de lezer — doet den vreemden reizigers een vraag, die een rhetorische vraag is en als het ware dient, om hun antwoord uit te lokken. Dat antwoord komt dan ook onmiddellijk. Midden in den derden regel vallen de reizigers den vrager in de rede: ze dolen niet, maar ze volgen een duidelijk spoor; ze weten ook precies, wat ze zoeken. En ze hebben haast om bij hun doel te komen: ze willen „naar God henen" en wenschen geen oponthoud. In den allerlaatslen regel spreekt dan weer de vrager, en wat hij zegt, bewijst, dat het antwoord heeft gebracht, wat hij wilde liooren: de zekerheid, dat die vreemdelingen weten, dat zij den Zaligmaker tegemoet gaan.

Het vers luidt aldus:

De W ij z e n.

„O vreemde reizigers, en gaat gij niet te verre Van huis en hof en at wat gij gehaast verlaat? En vreest gij 't dolen niet? " Wij reizen op de sterre. En rusten eerst wanneer en waar die stille staat.

Der hemelingen loop ging langs gezette banen. Toen (zoet verschrikte ons hart, wij weten nog niet hoe, ) Deed deze witte zon alle andre zonnen tanen En vloog de lage sfeer der donkere aarde toe.

Zooals de zee den dwan^ der koele manestralen Ontkomen kan noch wil, zoo volgen wij gelucht Gods dwingend heillicht na, tot waar Gods licht zal dalen En 't hemelrijk begint bij levens laatst gehucht.

Daar zal ons hart getroost zijn treurigheid beweenen.

Bij offer en gebed gebracht voor Gods gelaat, Houdt ons niet langer op, wij willen naar God henen. — „Gaat dan, en vindt Gods Zoon, uw Zaligmaker, gaat!"

(Ik moge er, voor het goed begrijpen, op wijzen, dat het laatste woord van den tienden regel „ger tucht", een dichterlijke formatie is voor: onder tucht gebracht door ...) * *

Eindelijk haal ik uit de poëzie van de Merode nog een Sylvestervers aan, in verband met den komenden Oudejaarsdag.

't Is opmerkelijk eenvoudig, èn van inhoud èn van vorm, en vraagt geenerlei toelichting.

Slechts vestig ik er de aandacht op, dat in den laatsten regel het typische kenmerk van de Mérode's verzen gezien wordt: dat hij immer den inhoud van wat hij overpeinsde, betrekt op zichzelf. Hier begi'ijpt hij ook den lezer van het vers in die toepassing.

Oudejaar.

Hoe vaak zijt Gij dit jaar Niet tot ons hart gekomen Met leed en met geluk. Met ziekten en met pijn. Maar ook: hoe vaak hebt Gij Verdriet en kwaal genomen, En deed uw stil bezoek Ons stil en zalig zijn! En nu, 'tis middernacht! O, mocht de wereld wijken Met den omzwaai van den tijd. Daal, hemel, tot ons neer.

Wij laten de aarde los Om zelf niet te bezwijken. Ontruk ons aan onszelf En houd ons vast, o Heer!

Met dit Sylvestervers besluit ik de citatie uit de poëzie van de Mérode, die ik in dezen jaai-kring heb gegeven.

Ze moge onzen lezers eenigermate hebben overtuigd van de juistheid der eerste zinsnede, waarmede indertijd (in het Paasch-artikel) die citatie begonnen werd: „de verreweg-beste van de christelijke dicliters van dezen tijd is Willem de Mérode".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Kerst- en Silvesterpoëzle van Willem fle Mérode.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's