GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZIELKUNDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIELKUNDE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zelfkennis,

n.

Zelfkennis veronderstelt allereerst, dat wij. thuis zijn in de mikrokosmos van ons eigen bestaan. Dit beteekent dan dat de mensch zich zelf met zijn eigen gaven, aanleg en neigingen moet kunnen onderscheiden van andere, óók in dien zin, dat hij weet welke specifieke tendenzen er bij hem optreden. Is deze situatie aanT, re.zig, dan zal de mensch ook critisch kunnen staan tegenover de verschillende eigenschappen, die hij bij zichzelf ontdekt.

Niet alsof het nu zijn ideaal zou zijn om dat speciale te onderdrukken, om van zichzelf een mensch te maken zoo ongeveer van den gulden middenweg, maar wel zóó, dat het zijn ideaal is om naar buiten en boven hem staande normen de waarde van hetgeen zich in zijn leven aan tiem opdringt te beoordeelen.

Zonder de kennir. en waaïdeering van deze normen komt de mensch er zoo gemaklïelijk toe zijn eigen neigingen en hebbelijkheden als bet meest belangrijke in de wereld te beschouwen. D'an worden zijn eigen typische eigenaardigheden voor hem de maat voor alle dingen. Gevolg is, dat de betrokkene de wereld afmeet naar hetgeen hem speciaal bekoort. Zoo ontstaan de onevenwichtige figuren voor wie een objectieve waardeering der dingen niet mogelijk is; menschen, die eischen, dat naar hun regeltje alles zal worden geschreven en dat naar hun wij'ze van aanvatten der dingen ieder zich moet richten.

Wanneer wij daartegenover als ideaal stellen, dat de werkelijke persooinlijkheid oordeelt, wil en handelt overeenkomstig objectieve normen, dan beteekent dit natuurlijk allerminst dat het ons ideaal zou zijn, dat er geen variabiliteit zou wezen in het optreden der menschen. Het beteekent allerminst, dat wij alle individuen willen fabriceerea naax eenzelfde sjabloon. Daarvoor bestaat trouwens ook niet veel gevaar. De mensch blijft zichzelf in heel zijn optreden. Maar de eisch is, dat deze mensch zijn eigen typische eigenaardigheden niet zal stellen als norm voor anderen.

Veel van de verbreJdng van ons leven^ veel ook van den strijd onder christenen, veel van de verdeeldheid van de gelijkgezinden, veel van den twist onder vrienden, veel van de tegenstellingen waarvan het leven vol is, moet op rekening gebracht worden van de individueele verscheidenheden van de menschen onderhng. Dikwijls wordt aan deze verscheidenheden dan liet karakter gegeven van een principieel verschil, terwijl ja werkelijkheid alleen de menschen maar verschillend zijn en deze menschen de zonde begaan, , dat zij eigen neigingen en aanleg als norm stellen voor de rest. Dit brengt een gevaar mee voor ons christelijk leven. Vele eenvoudigen worden in den waan gebracht, dat er gestreden wo^rdt over hoogst belangrijke principieele dingen en in werkelijkheid is het menigwerf niets anders dan dit, dat de eene mensch zijn manier van doen aan de rest •5\'il opdringen, terwijl de andere z ij' n wijze van optreden voor heel het leven normatief vindt.

Nu zal men ceggen, dat iemand die dan toch objectieve normen aangeeft voor zijn optreden, in die zonde niet kan vervallen. Dit schijnt inderdaad zoo te zijn.

Maar de rechte zelfkennis leert ons hier toch anders.

AVij worden er voortdurend aan herinnerd, dat de bede, of God ons hart doorgronden wil, eiken dag van noode is, óók voor den meest objectief schijnenden christen.

De leugen van het bewustzijn speelt duizenden menschen parten.

Wat verstaan wij onder dezo leugen van het bewustzijn ?

Het woord zelf zegt ons reeds, dat wij hier te doen hebben met een verschijnsel, dat niet ligt in den kring van de o p z e 11 e 1 ij k e leugens.

De onbewuste leugen is juist daarom zoo gevaarlijk, omdat zij eigenlijk buiten het zelfbewustzijn van den persoon schijnt om te gaan.

Wij willen door eenige voorbeelden aantoioa^en wat de bedoeling is.

Er was een man, die van jongsaf aan, wat men pleegt te noemen, „nogal lui was uitgevallen". Deze man was, voor zoover menschen daar over mogen oordeelen, wel een christen. Hij klaagde voortdurend over het feit, dat er zoo weinig Godsvertrouwen te vinden was bjj zijn medechristenen. Hij' zelf, zoo betoogde hij, was er gelukkig bij, dat hij alles liet in 'sHeeren hand. De man was landbouwer. Wanneer men langs zijn akkers liep, zag men er het onkruid welig tieren. De sloot langs zijn weiland zat vol met onkruid. De distels groeiden in zijn wei overvloedig temidden van de tallooze molshoopen. Zijn rogge was slecht gemest. Zijn haver magertjes, omdat zij te laat was gezaaid. Zijn boerderij bracht lang niet op wat zij opbrengen kon. Maar dan placht hij te zeggen: „Och ja, kijk eens, als de Heere voor mij niet meer heeft weggelegd, dan laat ik dat in 's Heeren hand. Ik heb in mijn. leven Godsvertrouwen geleerd."

Ik geloof dat deze man volkomen oprecht was voor zich self. Maar in feite hadden wij bij hem te doen met een geval van bewustzijnsleugen. Het Godsvertrouwen kwam dezen man uitstekend van paS om er, zooals hij krachtens zijn natuurstaat en zijn aanleg was, achter weg te kruipen.

Het tragische van het geval is bij zulke situar ties, dat de menschen werkelijk zelf niet weten, dat zij andere doeleinden najagen dan zij zich in, hun bewuste leven voorstellen.

Zoo kruipt achter heel veel gewetensvolle plichtsbetrachtuig menigmaal een stiekume eergierigheid weg. Achter het scherm van: „Wij moeten rentmeester zijn van ons geld, en zijn verantwoordelijk voor alles wat wiji er mee doen, " zit menigmaal ©en felle geldgierigheid. Achter ©en agressief verdedigen van „heilige beginselen" zit zeer dilcwijls een stil minderwaardigheidsgevoel, dat den strijder tot de uiterste felheid prikkelt.

Natuurlijk beteekent dit niet, dat wij' nu alle Godsvertrouwen, alle trouwe plichtsbetrachting, alle voorzichtigheid in geldzaken, allen principieelen strijd maar zouden moeten veroordeelen. Allerminst en op generlei wijze!

Maar dat de leugen van het bewustzijn vele menschen parten speelt, staat vast.

En daarom is het zoo noodig, dat wij heiligen ernst maken met ons zelfonderzoek. Daarom is het zoo noodig, dat wij ons zelf recht kennen. Daarom moeten wij tot eiken prijs dagelijks bezig zijn met op ons zelf goede acht te geven.

Het pijnlijke is evenwel, dat wij juist in het geval van de leugen van het bewustzijn nooit op eigen initiatief tot de ontdekking van onze fouten komen.

Daarom hebben wij vrienden noodig, die «as rustig op onze gebreken attent durven makea.

Goede vrienden of vriendinnen kunnen Godsgezanten voor ons zijn om ons te helpen in de oefening der zelfkennis.

Maar dan mogen wij ook niet in eigen wijsheid of betweterij onmiddellijk den raad van vrienden afwijzen of critische opmerkingen van vrienden verre van ons werpen. Wij zullen eerlijk de mogelijkheid moeten veronderstellen, dat wij op een verkeerden weg zijn, ook bij het heiligste, dat wij meenen te doen, om Gods wille.

Zoo alleen zullen wij waarlijk het Koninkrijk Gods lomnen dienen.

En zoo alleen zullen wij kunnen groeien in de echte zelfkennis.

De zelfkennis heeft zich dus te richten niet alleen op wat wij zijn, maar ook op wat wij bedoelen.

Richt zij zich op datgene wat wij zijn, dan heeft zij in de eerste plaats na te jagen een harmonische samenhang tusschen onze speciale begaafdheden en specifieken aanleg eenerzijds en de van God ons gestelde normen en doelstellingen anderzijds.

Richt zij zich op wat wij bedoelen, dan beteekent dit, dat wij niet alleen de bedoeling op den voorgrond, maar speciaal de bedoeling op den achtergrond critisch gaan bezien.

Nu raken wij hier een uiterst moeilijk punt aan. Want het pijnlijke toch is dit, dat bijna niemand zijn doelstelling zuiver kan zien. Ook hier geldt het dat wij onbekwaam zijn tot ©enig goed. Ook als wij met het heiligste bezig zijn zit altijd weer op den achtergrond in de doelstelling iets van ons zelf.

Toch moeten wij voortdurend werken om in zelfkennis zoo toe te nemen, dat wij hoe langer hoe meer los kunnen komen van onszelf.

Dit wil dus zeggen, dat arbeiden in Gods Koninkrijk beteekent: sterven aan ons zelf.

Daarom is arbeiden in Gods Koninkrijk „ais mensch voortdurend het kruis dragen".

Ook hier is het woord van kracht: „Hij moet wassen, maar ik minder worden".

Dit beteekent echter weer niet, dat God het tegenredelijke van ons eischt. God vraagt niet opheffing van de wetten die Hij in de natuur Zelf gelegd heeft.

Maar ook deze wetten worden door God geheiligd. Ook de neiging, waardoor wij telkens weer iets van onszelf zien in de doelstelling wordt door het licht der wedergeboorte op een geheel eigen plan gebracht.

Bij den arbeid in Gods Koninkrijk moet al het aardsch-natuurlijke uit ons leven verdwijnen.

Maar, God leert ons dat wij aan het eind toch ook onszelf mogen zien.

Doch dan zóó, dat wij ons daar zien als begenadigden. Begenadigden ook in en door ons werk.

Dat is het mysterie in het woord: „W, aiit Hij zag op de vergelding des loons".

Toch hij zelf er inl Hij, de man, die „man Gods" genoemd werd.

Ja, maar dan hijzelf er in, omdat hij God allereerst kende. God ook kende als ©en God van genade, die uit genade het loon bereidt als een loon der genade voor ieder, die heeft ieeran sterven, eer hij sterft, zoodat hij niet sterft, wanneer hij sterft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

ZIELKUNDE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's