GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING EN ONDERWIJS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Rapport over de Concentratie.

Men herinnert zich nog, dat het Wetsontwerp van 6 Aiig. 1935 feilen tegenstand ontketende in en buiten de Kamer, met name tegen paragraaf 12 en vooral tegen de verhooging der minima, de dispensaliebevoegdheid van de ICroon of den Minister, de te verwachten bezuiniging, het onder­ scheid in de regeling voor het openbaar en het bijzonder onderwijs.

Er werd toen een staatscommissie ingesteld (11 Febr. '36), die op korten termijn had te onderzoeken, of bovengenoemde bezwaren konden worden ondervangen. De commissie heeft met bekwamen spoed gewerkt en kon haar rapport 16 Dec. 1936 aan Hare Majesteit de Koningin aanbieden.

Een lichte verwondering rees er, toen bekend werd, dat de commissie eenstemmig dit rapport gaf. Geen nota's van minderhedenj neen, allen plaatsten zich achter deze voorstellen en dat zegt wat, wanneer men daaronder namen leest als: Albai'da, De Geer, Joekes, Schouten, Suring, Terpstra, Thijssen, Tilanus. Dat mannen van zoo uiteenloopende partij schakeering het eens werden, zegt wel iets en is op zichzelf reeds verheugend. Trouwens in hef kloeke woord^ waarmede Minister Slotemaker de Bruine de oommissie installeerde, kwam deze zin voor: „Daarbij wordt ons werk niet weinig vereenvoudigd doordat het beginsel der L.O.-wet 1920, dat de pacificatie uitwerkte, buiten onze bestudeering valt en doordat de Regeering geen oogenblik wil getornd zien aan de overtuiging, dat het der overheid niet toekomt zich een oordeel te veroorloven omtrent de vraag, in hoeverre bepaalde richtingen in het bijzonder onderwijs reden van bestaan hebben naast andere richtingen, ook naast zoodanige, die den buitenstaander voorkomen wel zeer verwant te zijn. Van de zijde van de Overheid moet dit element van de geestelijke vrijheid ongerept worden bewaard."

Dit woord heeft wel richting gegeven aan de lijnen van het wetsontwerp-, dat de commissie mede in haar rapport gaf. Laten we maar eens even letten op het fijne puntje van de dispensatie. Bij het wetsontwerp van 6 Aug. 1935 werd voorgesteld, dat aan een sclaool, die beneden het vereischte aantal leerüngen daalde (mits niet beneden de 25) toch door den Minister, den Onderwijsraad gehoord, in bijzondere gevallen, zonder eenige beperking of nadere aanwijzing, op verzoek van het schoolbestuur de rijksvergoedmg kon worden toegekend. Daartegen rees vooral jn de Tweede Kamer bezwaar. Men achtte het niet gewenscht, de aanspraak op vergoeding in zoo hooge male van het inzicht van den toevallig aan het bewind zijnden Minister afhankelijk te stellen. Men vroeg om objectieve normen.

Ik meen, dat voor hel vinden van die normen de commissie gelukkig geslaagd is. Een school mag nu blijven bestaan, houdt althans het recht op subsidie, ook al daalt ze beneden de nieuwe normen (voor de kleinste gemeenten is die norm 50 leerlingen), als het getal ten minste niet lager dan 25 wordt, wanneer de ouders, voogden ot verzorgers het gewenschte onderwijs voor hun kinderen niet kunnen vinden binnen 4 kilometer van hun woning.

En wat is nu het gewenschte onderwijs? Dat wordt geacht te worden gegeven aan alle scholen, ten aanzien waarvan de ouders, voogden of verzorgers niet schriftelijk hebben verklaard, dat en waarom zij tegen de richting van 'het daar gegeven onderwijs overwegend bezwaar hebben. Geen ouder kan dus worden gedwongen, zijn kind naar een minder gewenschte school te zenden. De school blijft, als er nog maar 25 kinderen zijn, die binnen vier kilometer geen andere schoolruimte vinden, waar onderwijs wordt gegeven naar de verlangde richting der ouders. De commissie koos deze formuleering, omdat zij van oordeel was, dat op deze wijze de belanghebbende ouders gedwongen worden, zich rekenschap te geven, dat zij tegen de scholen, waarheen zij hun kinderen niet wenschen te zenden, overwegend bezwaar heb^ ben, ontleend aan de richting van het daar gegeven onderwijs, maar dat zij dan ook kunnen volstaan met dat bezwaai- aan te geven, zonder dat eenig Overheidsorgaan de gegrondlaeid daarvan zal kimnen toetsen. Het op deze wijze ingebrachte bezwaar zal zonder meer moeten worden aanvaard

Hier is, meen ik, de vrijheid der ouders op uilnemende wijze gehandhaafd, ook al voegt de commissie er aan toe, dat bezwaren tegen bepaalde onderwijsmethoden of een bepaalde inrichting van de school, of omdat men een jongens- of een meisjesschool prefereert, hier niet kminen gelden.

Het moeilijke punt is nu, dat de scholen beneden de 50 leerlingen niet meer kunnen verrijzen en ook moeten verdwijnen, tenzij ze in het bovenomsclu-even geval verkeeren. Dat zal voot' vele ouders toch nog moeilijk genoeg zijn. Heel wat kleine scholen doen zulk goed werk. Maar 't spreekt, er moeten offers gebracht worden.

Het rechtsgevoel wordt bevredigd, doordal de oommissie voorstelt, in het algemeen voor de openbare scholen bij oprichting en bij opheffing dezelfde getallen te laten gelden.

Laten we hopen, dat bij de behandeling van het ontwerp de eensgezindheid van de commissie ten voorbeeld moge zijn. De eisch der bezuiniging; blijft gehandhaafd, we moeten dus terug. Dat is altijd moeilijk. Dit ontwerp, tot wet verheven, beware ons voor een onverstandige afbraak van ons onderwijs. Mogen betere tijden spoedig i"uimere middelen geven, opdat ook het bijzonder onderwijs zich moge kunnen blijven ontwikkelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's