GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een Amerlkaanscbe Synode in zitting.

II.

Wanneer de breedste kerkelijke vergaderingen in Amerika samenkomen, is het de gewoonte, dat correspondentiekerken en andere inter-denominaüale lichamen, deputaten zenden, die de groeten hunner respectieve groepen overbrengen, of, wat de laatstbedoelde genootschappen betreft, bij vernieuwing vragen om zedelijken en finantiëelen steun. Ter vergadering der Christian Reformed Church, waarover we in het vorig artikel schreven, kwam ditmaal een schrijven in, dat de groeten overbracht van een Keirk, waarmede men tot hiertoe nog niet correspondeerde, n.l. de Zuidelij ke Pr esby t erisch e Kerk — wier officiëele naam is „Presbyterian Church U. S." in ondersoheiding van de Noordelijke Presbyterische Kerk, die officieel heet: „Presbyterian Church in U. S. A." Zoo men ziet is er slechts het verschil van één letter in den naam. Toch is er een groot onderscheid tusschen dié Kerken wat de leer betreft. De Noordelijke groep heeft heel wat moderne elementen. De Zuidelijke is betrekkelijk vrij daarvan, en wat de leiding betreft, beslist conservalief. Waar de candidaten der Christian Reformed Church soms dienen in die Zuidelijke Kerk, kwam er meer contact in de laatste jaren.

Zelfs ontvingen een paar gegradueerden van Calvin Seminary beurzen aan een der Zuidelijke Seminaries tot voortgezette studie. En de professor in Kerkhistorie van datzelfde Seminarie werd gekozen om de feestrede te houden toen aan de candidaten in de theologie van Calvin Seminarie diploma's werden uitgereikt.

Dit nadere contact leidde zeker tot het bovenbedoelde schrijven.

Er kwam ook een brief van een andere Presbyterische groep —de „Presbyterian Church in America". Omdat die naam zooveel lijkt op dien der Noordelijke groep, heeft laatstgenoemde het zelfs voor het gerecht gebracht om het gebruik van dien naam te verbieden. Als ongewensohta compieliüe enz. De zaak is nog hangende.

Inmiddels is de „Presbyterian Church in America" in twee stukken gescheurd. Deze groep kwam in Juni 1936 tot openbaring. Onder leiding van den beleenden Dr J. G. Machen. Het overlijden van dezen leider was een groot verlies vooir de jeugdige en zwakke Kerk.

Zooals we reeds enkele maanden geleden in onze „Reformed Review" mededeelden, was de nieuwe groep op leerstellig gebied van den beginne af niet homogeen. De historie heeft de juistheid van onze mededeeling bewezen. Het v^^aren tweelingen in den moederschoot der oude Kerk.

Het grootste deel der nieuwe groep was blijlslbaar, ten deele althans, het pre-mUlenniale element der Noordelijke Kerk. Benevens predikanten en Kerken van independente richting. En dan natuurlijk het Gereformeerde element zooals geleid' door mannen uit onze kringen afkomstig.

Eerst hield de krachtige persoonlijkheid van Dr Machen die diverse elementen te samen. Hoewel het reeds kraakte vóór zijn overlijden op 1 Januari 1937. Zoo knikkerde men hem uit als president van den Independenten „Board" (zie vorig arüliel), voor Presbyterische Buitenlandsche Zending. Na het heengaan van den bekwamen leider kwam het tot breuke in 't openbaar. Ter derde Algemeene Kerkvergadering der Presb. Kerk in Amerika. Deze koos Ds J. J. de Waard, ook uit onze kringen, als moderator of voorzitter. Als opvolger van Dr Buswell, die op zijn beurt Machen had opgevolgd.

Buswell is een pre-millenniale kampioen, hoofd van Wheaton College, in den staat Illinois, ofschoon hij wenscht gerekend te worden als Calvinist. Onder zijne leiding hebben zich 14 predikanten afgescheiden van de „Presb. Church in America". Ze hebben den titel aangenomen van „B ij b e 1 Presbyterische Kerk". En zijn van plan een theologisch seminarie te verbinden aan Wheaton College. Reeds werd de faculteit benoemd. Onder haar is een voormaUg professor van Westminster Seminary, die zijn ambt neerlegde. Hij en zijn aanstaande mede-hoogleeraren zijn, voorzoover ons bekend, besliste „plre"-maiinen. Het dispuut in de Presb. Kerk in Amerika was trouwens vooral betreffende het ChUiasme. Ook was er verschü omtrent de houding tegenover het al of niet geoorloofde van het gebruik van alcoholische dranken.

Men trachtte ook vooroordeel te wekken door de beschuldiging, dat de tegenwoordige leiders „aliens" zijn — buitenlanders, die niet den specifiek Amerikaansch-Presbyterischen achtergrond hadden in him denken en doen.

Ons dunkt dat deze scheuring voor het ovefr gebleven deel een uitzui veringspr o ces zal zijn, in den zin dat het de groep bevrijdde van een militant , „pre"^element en van mannen die independentisüsche gevoelens betreffende kerkregeering voorstaan.

Overigens — we zijn haast geneigd om te pirofeteeren aangaande de toekomst der gesm.aldeelde groep. Gaven we aan. die neiging plaats, dan; zouden we voorspellen dat de „Presb. Church in America" binnen afzienbaren tijd nadere unie zal zoeken met de Christian Reformed Church.

Gezien dat de tegenwoordige leiders grootendteels uit die Kerk , zijn gekomen en geheel homogeen met haar gevoelen wat leer en kerkregeer betreft. En na het bovengenoemd uitzuiveringsproces zal daar niet hetzelfde bezwaar tegen bestaam als vroegeir het geval was.

De toekomst zal het openbaren. En die is niet in der menschen hand. Gelukkig ook.

Van deputaten van correspondentie-kerken gesproken, was het wederom een teleurstelling, dat er geen vertegenwoordiger was van de Gereformeörde Kerken in het land der Vaderen. Kerken waarmede wij ons het meest homogeen gevoelen. Zelfs geen schrijven met zusterlijke groeten. 'Zeker vergeten. Wat wel jammier is, gefzien dfe behoefte aan versterking vani het gevoeg van saamhoorigheid' in dezen tijd met al zijn verdeeldheid. Ook omdat wij als Gereformeerden toch nog altijd het ideaal vasthouden van een Ecumenisch Concilie van onze Gerefarmeerdte Kerken.

Broeders, belast met de correspondentie met buitenlandsche zusterkerken, neem s.v.pi nota van onze begeerte met betrekldng lot de a.s. Synodte, Juni 1938. Zoo de Heere wil.

Misschien dat een bezoek aan die Synode gepaard kan gaan met bijwoning van een voorge^ steld Calvinistisch Congres in New-York, ter gelegenlieid van de Wereldtentoonstelling in dat jaar te houden in het voormalig Nieuw- Amsterdam.

Het valt ons eenigszins moeilijk te raden in welke zaken, ter Amerikaansche Synode behandeld, men in Nederland genoeg zou belangstellen om ze in dit j, Reform, atie"-artikel op te leekenen. We zullen naar ons beste oordeel te werk gaan in het volgend Kort overzicht der „handelingen" der Synode.

Allereerst noemen we de actie omtrent de Jodenzending. De Ohristdan Reformed! Church heeft twee zendingsposten voor missie onder de Joden. De oudste is in Paterson, in den staat New-Jersey. De zendeling, aldaar gestationeerd, Ds H. H. SchultZi, van Bentheimer afkomst, werd gedurende de zittingen der Synode door den dood afgelost — 16 Juni. Te Paterson bezit deze Missie een flink huis in een Joodsche buurt. Een veel beter inrichting wordt gevonden in de stad Chir cago, een gebouw genoemd „Nathanaël Institute". Ten behoeve dtezer zendingsposten wordt van de kerken elk jaar, per huisgezin, 75 Amerikaansche oenten verwacht. Hetzelfde bedrag, in Nederlandsch geld, volgens Ds W: Breukelaar, door de Gereformeerde Kerken opgebracht ten bate der Missie onder de heidenen en Mohammedanen.

Van de zending gesproken mogen we hier zeker wel noemen het plan om een o.pleid'ing& school te openen voor jongeheden die eenige opleiding wenschen om leekenarbeid te verrichten ten bate van stadszending enz. Tot hiertoe diende een soort instituut in Grand Rapids. In verband met opleiding van de onderwijzers en onderwijze^ ressen die de Zondagsschool dienen. Er werd echter door een vorige Synode geen geld afgestaan voor de zaak. De vruchten van het pasgenoemd instituut waren niet geheel bevredigend. Nu werd opdracht gegeven om een plan voor de Synode van 1938 te leggen dat betere opleiding zal verschaffen. Wel bestaan er reeds verschillende „Biblie Schools" in de V. S. Doch de meesten zijn zoo sterk chUiastisch gekleurd, dat ze een gereformeerd mensch en een gereformeerde kerk niet kunnen bevredigen.

Ze hebben reeds heel wat van onze jongelieden schade aangebracht wat hun leerbegrippen betreft.

Vandaar de behoefte aan een eigen opleidingsschool.

Een onderwerp, dat op elke Synode onder ons heel wat discussie idtlokt, staat in verband met emeriti zaken. We hebben hier in Amerika niet zulk een bevredigende regeling van het onderhoud der emeritus-predikanten en weduwen en •weezen van overleden leeraars, als üi Nederland. Het Emeritusfonds noemden we reeds jaren geleden den martelaar onzer kerkelijke kassen. Onze regeling is erfelijk belast omdat zij een afwijking is van een duidelijk artikel in de Dordtsche Kerkenordte. Die Kerkenordening gaat uit van locale regeüng. Bij ons heeft men de zaak van stonden af — reeds ongeveer 70 jaren geleden — een zaak gemaakt van heel de groep. Een algemeen fonds, waarvoor men elk jaar per gezin $ 1, 60 verwacht. Wel een erg klein bedrag. En de emeriti moeten zich met een veel te klein bedrag „bedruipen". Wat de lezers zeker wel teleur zal stellen. Wat, — in Dollarland — moeten de emeriti zich „bedruipen"? Helaas is zulks het geval. Vandaar dat menig jong predikant zich zelf voorstelt, om, kon het zijn, niet aan het Emeritusfonds te „vervallen". En reeds tientallen van jaren roept men om een Pensioenfonds, zoodat alle emeriti er uit kunnen trekken. Af gedacht hun eigen finantiëelen toestand. Doch men heeft Inog geen plan uitgedacht dat allen bevredigt. Schrijver dezes heeft reeds jaren een plan voortgesteld, dat de predikanten zelf een zeker percent van hun salaris afstonden — hoe hooger het tractement hoe hooger de bijdrage — en dan vooirtst de plaatselijke Kerk en de Kerkengroep het ontbrekende opbrengend.

Tot hiertoe heeft men zulk een regeüng nog niet kunnen 'treffen. Inmiddels zucht men in menig emeritus-gezin. Vooral nu de prijzen van levensmiddelen stijgen is het inderdaad een zich „bedruipen".

En we schamen ons eigenlijk, dat men van onze gezinnen niet meer vraagt dan $ 1.60 in een heel jaar. En dan — in DoUarland — heeft men soms moeite om dat bedrag te heffen. Hoewel dat in de laatste jaren heel wat beter is geworden. 'Er komt meer systeem in de inzamehng der gelden. Maar — liet fonds lijdt nog steeds aan een „vitium originis" — krank in den levenswortel. Vandaar de misère in de zaak. Het fonds een martelaar... In Dollarland — let wel!

„Things are not always what they seem", zegt de dichter. Eilaci, dat is óók zoo bij ons.

Onder de lichamen die gewoonlijk, evenals Vroeger genoemd, ter Synode verschijnen, om voor 'teerst of opnieuw moreelen en finantiëelen steun te zoeken, behoort ook de „C. L. A.", een verkorting van „Christian Labor Association". Voor hen, die geen Engelscli verstaan zij gezegd', dat dit beteekent: „Christelijke Arbeid- Vereeniging". Sedert vele jaren heeft men onder ons geprobeerd om een Patrimonium op te richten naar het voorbeeld der Nederiandsche christenen. Evenals men soms getracht heeft'een Christelijke Staatkundige Partij op te richten.

Van dat laatste is tot hiertoe helaas nog niets gekomen. De politieke toestanden in ons land verschillen zoo enorm van die in Nedterland b.v., dat men dat niet in enkele regels kan beschrijvien.

Wat de arbeidersbeweging echter aangaat, begint het te „dagen in het Oosten". Vooral door de toestanden op industrieel gebied.

Er is onder de arbeiders een zwenking — wat een groot deel van de werkende klasse betreft — in de richMng — zal ik zeggen — van R u s 1 a nd ?

Die zwenking schijnt vooral tot openbaring te komen in de C. I. O., wat weer zoo'n verkortnig is van „Commission Industrial Order". Wat zeker geen vertaling behoeft. Leider van de C. I. O. is een zekere heer Lewis. Sommigen hebben betoogd', dat deze man onder invloed van Moskou staat Ofschoon hij ontkent een communist te zijn. Hij is blijkbaar een krachtige persoonlijkheid'. Sommigen hebben beweerd', dat hij Amerika's dictator is, of op weg is het te wordeuu Hij rekent — hloe vreemd dit moge klinken — op' Roosevelts moreelen steun. Om het niet sterker uit te druikken.

Onze natie stond enkele weken verstomd, met den blos der schaamte op veler kaken. Waarom toch? Omdat Lewis openlijk beweerde, dat hij rekende op Roosevelts steun — waarom? Omdat Lewis met zijn geestverwanten, de arbeiders, welker stem hij beweert te beheerschen, hem in het Witte Huis hadden gezet! Ook met een oonti-ibuüe, om de Democraten in hun stembuscampagne te steunen, ten bedrage van — een 'hall'f millioen dollars. Natuurlijk verwachtte elk rechtgeaard Amerikaan dat deze aantijging direct zou worden weerlegd'. Beslist ontkend Met verontwaardiging. Helaas, helaas! Er kwam geen enkel woord van het 'Witte Huis om de natie gerust te steUen. Maar — er kwamen 'daden die luider spraken dan woorden.

In onzen staat Michigan begon men met een vorm van werkstaking, tot hiertoe onder ons nog niet gezien of gehoord'. „Sit-down strikes'. W.erkheden die den arbeid staakten, bleven in hun fabrieken, ze sliepen er in. Gedienstige geesten brachten levensmiddelen. Brooddronken tafereelen waren veelvuldig. Wat nog erger was — de wettige eigenaars werden verhinderd om 'hunne fabrieken, of zelfs hunne kantoren, binnen te treden.

De troepen werden te wapen geroepen. Dat wU zeggen de staatsmihtie. Men zou ze wellicht kunnen vergelijken bij de schutterij in het land der Vaderen. Ik elk geval niet het gewone nationale leger, dat onder den. president onzer Unie staat.

Hoofd' der staatsmilitie is de gouverneur van den respectieven staat. In Michigan is die gouverneur een zekere beer Murphy. Roosevelt riep hem van een hoogen post in de Pliilippijnen. Daar was zijn salaris $ 16.000.

De president wenschte, dat liij zich candidaat stelde voor het gouverneurschap van Miohigan. Salaris I 6000. Murphy kwam, zag, won. Al was zijn stemmenmeerderheid niet groot. Wel, Murphy riep de slaatsmiUtie te wapen. Met welk doel? Tot bescherming der werkstakers! Daartoe had hij, zoo werd beweerd, boog bevel ontvangen. Eigenaars bleven van hunne eigeaxdommen uitgesloten. Arbeiders die nog aan 'tweirk bleven in sommige fabrieken hadden zelfs moeite om hunne levensmiddelen te krijgen via de posterijen. Brieven aan hen gericht, werden zooaLs men openlijk beweerde — geopend door de stakers. Toen men in de hoofdstad van onzen staat — een plaats die Lansing heet, — het waagde een kliedm getal werkstakers in de gevaiigenis op te sluiten, , Jhadden de C. I. O.-leiders, een sMm plan bedacht. Men promulgeerde een „Laboir Holiday". Een algemeene werkstaking. Men eischte de sluiting der winkels. De politie hield zich afzijdig. Men beweerde, dat zij zich verborg in de stadsgevangenis. Dat wil zeggen: het publiek uit de voeten bleef. De werkstakers traden op eigen houtje op als verkeersagenten. Voorzoover ze verkeer toelieten. De pubüeke vervoermiddelen bleven van de straten geweerd. Feitelijk een toestand van anarchie. Van revolutie.

Gelukkig werd' er geen bloed gestort. Het publiek — de stakers, ingesloten, maakte van het zaakje een soort feestpartij. Er was meer brooddronkenheid dan iets anders. Het Amerikaansche publiek is als regel nogal, wat wij hier noemen „giooidl humored" — dat is: goed gehumeurd. Ofschoon er op dien regel belaas uitzonderingen zijn.

Hoe dit zij — in Lansing hep het nogal ordelijk af. Behalve natuurlijk het door en door vernederende der situatie.

Verdeï zullen we daar niet over schrijven. „Die zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht". Ook schrijver dezes behoort tot de Amerikaansdie natie.

Maar — en nu keeren we weer tot de C. L. A. terug — het is de ziwenking in de richting dooir ons beschreven — die velen van ons werkvolk de oogen begint te openen voor het bl-oodnoo'dige van een vereeniging als de Christelijke Arbeiders Vereeniging. "Waardoor ze tegenwoordig heel wat toeneemt in getal.

Wie hopen dat de pogingen, zoovele jaren aangewend , — ten slotte moge slagen. Opdat ook door zooietis: ons volk zij, wat we altijd als ideaal stelden , — een zoutend zout en lichtend licht. Wij zijn soms, eerlijk gezegd', bevangen met vreeze, dat men die idealen uit het oog verliest. Toch geven we den moed niet op. Wie gelooven nog steeds dat God ons volk herwaarts bracht niet eenvoudig om in Dollarland geld te maken, maar om de idealen van Brummelkamp en Van Kaalte te verwefkelijken. Zijn we daarin te optimistisch? Zullen we in ons volk worden teleurgesteld?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's