Over den doop.
Dat nu de door ons gegeven, voorstelling (inzake den doop n.l.) een andere was, dan de voorstelling, waarin het thans levend geslacht was opgevoed, en dus ook een andere dan de voorstelling die dusver door de'meeste predikanten omhelsd was, wisten we; en dat om de eenvoudige reden dat we zelven jarenlang die verkeerde voorstelling hadden nagepraat.
Het heeft ons dan ook in het minst niet verwonderd, dat menigeen eerst vreemd opzag, toen hij las, wat wij neerschreven. Eer heeft het ons sterk verwonderd, dat reeds zoo spoedig in tamelijk breeden kring de juistheid onzer voorstelling erkend werd.
Dit zeggen we natuurlijk niet met opzicht tot elk detailpunt van onze voorstelling; maar uitsluitend met het oog op de alles beheerschende vraag, of de Doop bedoelt een zegel te zetten op een genade, die men voor de toekomst als mogelijk afbidt, of wel op een genade, die men krachtens de verbondsgenade als aanwezig onderstelt.,
Dr A. KUYPER,
„De Heraut", No. 769, 18 Sept. 1892.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1938
De Reformatie | 6 Pagina's