GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nood, ons opgelegd.

Wij! moeten spreken en vertellen van God. Dit moesten wij eigenlijk met groote letters als een wandspreuk in onze werkkamertjes hangen. Want hier staan wij voor de groote moeilijkheid van onze taak. Wij mogen die moeilijkheid niet ontvluchten door te gaan spreken over allerlei godsdienstige en zielkundige toestanden, iets waarin sommigen een groot flair bereiken. Want dteze uitweiding over godsdienstige toestanden, die men ten onrechte prediking en evangelisatie noemt, is zeer gewild en heeft altijd aan het vleesch behaagd. Wie zoo maar met eenig talent handelt, mag op een behoorlijken toeloop rekenen. Het was een aardige avond! getuigen de menschen en de spreker: een lieve man en ©en innig kind! Broeder, ik oordeel u niet, voor welken prediker is niet vergeving van zijn katlxederzonden het teven? Maar Christus vraagt u wat anders; zijt gij mijn getuigd geweest? Van God te spïeken scliijnt zoo onmogelijk moeilijk, dat wij zouden willen uitroepen: stijve beginselman, doe eens wat water in uw onversneden wijn, word toch ééns van uw leven ©en pracüsch mensch en pak de dingen wat anders aan! Laat ons deze zaak eens bezien.

Stel u voor, ik krijg de opdracht de straat olp te gaan om aan een willekeurig publiek van Beethoven te spreken. Ik kijk nog even naar de buste op mijn piano en trek uit. Wie vind ik? Een paar kinderen, die icattekwaad uithalen of een spelletje doen, eenige vrouwen kleedkloppende, een olieman achter zijn riekend wagentje, eindelijk ©en paar gepensioneerden hun pijpje kort rookend. Wat zal ik die mensclaen van Beethoven vertellen, , van wien zij nimmer hebben gehoord en voor wien zij geen steek interesse hebben? Ik kan het beste naar mijn lastgever gaan en die onmogelijke op-dracht teruggeven. Ben ik een flink mensch, dan zal ik echter probeeren er wat van te maken. Ik geef de kinderen een kauwgummi en een opgeschoten bengel, van wien ik vrees, dat hij' roet in het eten zal gooien, presenteer ik een sigaret. Daarmede zal ik hem wel niet overhalen tot belangstelling in Beethoven, doch mogelijk tot verdraagzaamheid voor mijn persoon. Deze verdraagzaamheid subsidiair waardeering voor onzen persoon jio^ teeren wij gewoonlijk vrij hoog. Nu kom ili tot mijn onderwerp. Wacht eens! Beethoven is geboren, heeft een vader en moeder gehad, is getrouwd, was tot zijn verdriet met dooflieid geplaagd en is eindelijk ook gestorven. Als ik hem dan nog wat zet in de locale verf en ia de lijst van zijn tij^d^ dan luistert mijn publiek beter dan ik had durven hopen. Geef ik mij echter rekenschap wat ik eigenlijk gedaan heb, dan zal mij duidelijk worden, dat ili evengoed over een bakker, een politie-agent of een huisschilder en glazenmaker had kunnen spdresken als over BeeUioven. Formeel heb ik wel mijii opdracht uitgevoerd, maar zakelijk heb Us. er niets van terechtgebracht. Als ik de volgende week op"nieuw een dropje geef en wat van de omstandigheden van Beethoven vertel, zullen zij; weer luisteren. Maar ze zullen hetzelfde blyven, de jongen zal even valsch fluiten als voorheen, de vrouwen zullen steppen op de klank van de jazz én de mannen zullen hun pijp uitkloppen in volslagen onverscMlligheid. Dat dropje en de sigaret, al die entourage, behoef ik niet uit de hoogte te veroordeelen, mits ik helder inzie, dat zij aan de eigenlijke zaak niets, letterlijk niets, doen. Ja maar, hoe moet ik het dan aanpakken? Daar is maar één middel, van Beethoven vertellen, werkelijk van Beethoven! Dan zal ik niet bij allen, maar zeker bij sommigen belangstelling voor hem verwekken. Het zal mogelijk lang duren en zwaar vallen, het resultaat zal kruipen als een slak, maar het is de éénigste manier om mijn opdracht te vervullen.

Ik hoop dat mijn beeld duidelijk is. Wiji moeten van God spreken, in de collegezaal en in het parlement, van den kansel en voor de handwerkclub, bij de straatpredildng en op de huiscatechisatie. En — wij' kunnen God niet bij de mensehen tntroduceeren. De Bijbel — gij weet het — is een boek zónder voorrede en zónder inleiding. Hij' begint met de verschijning van God, Die ongeïntroduceerd verschijnt; In den begiime schiep God... Is Hij? Wi e is Hij? IJdele vragen. Hij versdiijnt, Hiji poneert! Zoo komt God nóg in Zijn Woord, Hij vraagt geen belet. Hij toont geen geloofsbrieven. Het allerlaatste wat Hij' van ons begeert is dit, dat wij Hem bij de mensehen introduceeren. In majesteit verschijnt Hij: Ik ben die Ik ben! Als wij geloof ontvangen om Zijn opdracht te vervullen, dan zullen wij zien dat deze tóch volledig was en tóch mogelijk. En God zal door de prediking des evangelies' zahgmaken die gelooven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1939

De Reformatie | 8 Pagina's