GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ned. Chr. Persbureau.

Naar aanleiding van wat we verleden week opmerkten, zendt men ons een bulletin van het N.C.P. van 28 Sept. Boven het verleden week afgedrukte stuk staat in de copie: „een der vooraanstaande leden van de generale synode der Gereformeerde Kerken; thans te Sneek bijeen, zendt ons de volgende beschouwing".

De redactie van „Fr. Kbl." daarentegen had gezegd:

„Het Ned. Chr. Persbureau schrijft."

Indien het Bureau meent, dat dit niet juist is, moet het zich beklagen bij ds Veldkamp.

Ook met deze formule voor oogen keuren we intusschen de publicatie af. Alsmede de eigenaardige manier van distributie van zulk nieuws (zie verleden week). En ook het gedrag van dit „vooraanstaande synodelid". Op deze manier kan men, wat men niet zelf in een onderteekend artikel in de pers zou opmerken, toch daarin opgenomen krijgen. Het Persbureau moet niet zeggen: het ééne lid kan deze „serieuze" beschouwing via ons bureau geplaatst krijgen, maar we staan voor de copie van een ander ook open. Waar moet het heen, als we onjuiste persberichten eerst moeten zien opgenomen, en daarna mogen bestrijden? Alles via een persbureau ?

Het bureau houde zich bij zijn taak, en geve niemand de kans, anoniem onjuiste dingen te schrijven.

Het volgende stuk (inzake Buchmanbeweging) is ook al onjuist. Daar staat niet meer boven, dat een vooraanstaand lid der synode het schreef. Ik las in „Het Zoeklicht", dat mij in den mond gelegd werd, dat ik de Buchmanbeweging (de Oxfordgroep) een duivelsche inspiratie vond. Het blijkt nu, dat de „Zoeklicht"-redacteur niet zijn eigen opvatting had gegeven, maar afgegaan was op een onjuist bericht van het N.C.P., afkomstig weer van dit synodelid.

Laat dat synodelid zijn naam noemen. Toen ik in de vergadering over de zaak sprak, merkte dr v. Es op, dat ook „De Reformatie" wel eigen beschouwingen gaf. Zeer zeker. Maar mijn beschouwingen zijn onderteekend. En ze doen heusch geen moeite om via een persbureau in de kerkbodes te komen. Als thans „Het Zoeklicht" en andere bladen verkeerd nieuws krijgen, is dat de vrucht van de coöperatie van een onbekend synodelid en een- bureau, dat zijn taak verkeerd opvat. Straks krijgen we dan weer moeite over de polemiek, de straten van Askelon en zoo voort.

P.S. Het blijkt mij na verzending der copie, dat het. Bureau zich ook heeft uitgelaten over de zaak. Volgende week zullen we zien hoe.

Buchm.anbewegiiig.

Het „Alg. Weeiktilad voor Ohristendom en Cultuur" schrijft in een artikel van ds E. ivan Meer, waarin over de synolde van Sneek enkele opmerkingen' worden geplaatst :

Prof. Schilder sprak een vernietigend oordeel uit Oiver de Groep-'beweging; deze is, volgens hem, geen middel in 'Gods 'hand om menschen te hekeeren. Verblijdend was daar tegenover de houding van den nieuwen toogleeraar in de zendingswetensohap. Dr J. H. Bavinck, die onlangs uit Indië repatrieerde: ihij kon het met deze afwijzing niet eens' zijn, want hij 'had ginds vruchten der 'beweging gezien. Van nabij' weet de kroniekschrijver, dat er onder de Gereformeerden zijn, die Prof. Bavinck bij'vallen.

•Ook in „Het Zoeklioht" ^) las ik iets over mijn opmerkingen ter synode in dezen. Het blad heeft op'gemerkt, dat ik 'een vergelijking trok tussdhen de ver- 'houding, die onzerzijds tegenover de Buchmanbeweging zou in te nemen zijn ter eener zijde, en de houding die Paulus blijkens Hand. 15 : 16—18 'heeft ingenomen t. a. V. de waarzeggende slavin te P'hilippi. Men bad n.l. opgemerkt, dat Ide Buchmanbeweging toc'b.ook wel veel goede dingen 'zeide, en ook 'het evangelie wel weer tot de menschen bracht en zijn aimbtelijke verkondigers meermalen aanbeval. D'aartegen merkte ik op, dat die slavin omtrent Paulus en zijn helpers veel goeds zei, hun werk zelfs aanbeval, maar dat niettemin Paulus van die gratis-propaganda niet gediend was. „Het Zoeklicht" meent nu te mogen concludeeren, dat ik de Buchmanbeweging duivelswerk noem. Be reden zal wel zijn Idat het blad deze vrouw als een orgaan van den duivel ziet. Maar dan is de conclusie die 'het trekt nO'g niet gewettigd. Men zou evengoed kunnen bewijzen, dat ik de BuchmanJbeweging als vrouwelijk, of als slaafsöh heb afgewezen.

Neen, 'de kwestie ligt dieper; zooals ik al eens in een' preek over dezen tekst in „Menigerlei Genade" heb doen uitkomen. Ik zou dus zoowel „Het Zoeklidht" als het „Alg. Weekblad" naar de kommentaren willen verwijzen, en met name 'het „Alg. Weekblad" naar prof. dr, J. de Zwaan, Idie langs zijn neus weg opimerkt, dat uit de woorden' van die slavin blijkt, o.m. „bij' welke groep een journalist Paulus 'zou hebben ingedeeld".

Evenwel merkt De Zwaan ook op, dat in Philippi monotheïsme in velerlei sdhakeering het woord vroeg; en nu was Paulus benauwd dat men tot valsohe synthese komen zou. Geen ijzer en leem. Geen christendom en 'gnostieik. Geen vlag die de lading niet dekt. Geen fusie tussoben 'Paulus' evangelie en wat De Zwaan noemt „'bestanddeelen 'der Levantijnsche godsdiensten; tot dezen wilde Paulus niet gerekend worden."

1) Zie evenwel bureau. — K. S. wat ik schreef over het Ned. Chr. Pers-

Ec 'herbaal dus' slechts wat Ik opmerkte. Ik geloof niet dat de Buchmanbeweging in Gods hand. een middel tot bekeering is. Ik geloof wèl dat ze, net als vele andere vrome en onvrome dingen, daartoe een aanleiding wonden kan. Maar als we aanleiding en middel niet meer kunnen onderscheiden, staat bet niet best. Ik geloof ook dat bet Woord Gods zóó kradhtig is, dat zelfs indien in 'het bonte gezelschap der Budhmanlieden nog enkele resten van de kerk doorwerken en enkele flitsen van Gods Woord lichten, dit Woord en dit werk der kerik krachtig kan zijn. Maar de Buohman - beweging als zoodanig dient bet Woord niet, maar verknoeit bet, en beeft b 1 i| k e n s haar officiëele papieren geen evangelie, doch een toesobouwing die 'het evangelie meer en meer „ten onder 'houden" moet. Als de 'kwakzalver te hooi en te gras uit een behoorlijke apotheek medicijnen wegkaapt, zullen en'kele patiënten bij den kwakzalver beusoh nog wel eenig baat kunnen vinden. Maar ik denk er toch niet aan, me te laten verleiden tot bet geruststellende oordeel, dat Uus de kramerij van dien kwakzalver, al zijn daar enkele ingrediënten uit een goede apotlheeifc in 'veifdwaald, in Golds hand 'het middel is tot saneering van een stad, die in nood is, of dat ze een instituut voor volksgezondheid zou mogen heeten.

Leer- dan wel meeningsgeschillen?

In het „Kerkblad der Geref. Kerken N.-O.-Indië" schrijft ds J. Plomp:

Er z ij n onder ons geschillen.

belang- Er z ij n onder ons geschillen over zeer rijke kwesties.

Niettemin moet een scheuring buitengesloten worden geacht.

Sneek 1939 bezinne zich opnieuw op het voorstel van prof. Greijdanus. Wie kennis van de zaken neemt, ontdekt, dat in onze kerken geen enkel auteur, dat, wat Schrift en belijdenis zeggen over de twee naturen van Christus en over de onsterfelijkheid der ziel, bestrijdt. Dit zouden 1 éér-geschillen kunnen zijn. Maar aangezien geen enkele hoogleeraar of predikant onder ons er aan denkt deze dogmata aan te vallen, zijn ze als leergeschillen fictief.

De andere kwesties zijn niet meer dan meenings-

verschillen. De Synode van Sneek houde zich bezig met déze prealabele vraag: heeft onze in 1936 benoemde commissie 1 e e r-geschillen of slechts meening s- verschillen bestudeerd?

meeningsver­ Het antwoord moet m.i. luiden: schilt en !

Een 1 e e r-geschil onderstelt afwijking van Schrift en belijdenis; een m e e n i n g s-verschil afwijking van wat één of meer theologen als hun meening ten beste gaven, doch nooit in het kerkelijk dogma werd vastgelegd. Rest nog de vraag, of er in onze kerken meeningsverschillen mogen bestaan.

Moeten we over alle onderwerpen, die de Schrift raken, volkomen eenstemmig zijn?

Te wenschen ware dit wel.

In het worstelen naar die éénstemmigheid is te waardeeren het heimwee naar den staat der heerlijkheid, waarin alle geloovigen den juisten greep op de openbaring Gods zullen hebben, en wij, naar het woord van Paulus (Ef. 3:18), „ten volle" kunnen begrijpen, „met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij".

De studie van Gods Woord gaat — Hem zij dank! — onder ons regelmatig voort. Daarom is het heel goed mogelijk, dat we mettertijd moeten komen tot formuleering van nieuwe-, of betere formuleering van de reeds gefixeerde dogmata.

Nu is de strijd der geesten nog gaande.

De kerk geve dezen „geesten" tijd. Doch wake voortdurend voor afwijking van de Heilige Schrift.

Zij dulde de meeningsverschillen.

Dan volgt ze het voetspoor der Vaderen uit den bloeitijd, en van den kerkreformator Kuyper.

Kuyper heeft gestreden tegen het pogen van velen in zijn tijd om de woorden der belijdenis te vullen met een vreemden inhoud. We zijn aan de belijdenis gebonden, en dat wat aangaat al haar stukken. Dat dit geen hangen aan bepaalde termen, woorden of zegswijzen met zich brengt, sprak Kuyper bij herhaling uit. En hij beroept zich daarbij op de Vaderen. Zoo citeert hij Walaeus als volgt: „daer en is niemant van ons, die oyt heeft ghemeint dat de woorden die in de Confessiën eens zijn ghebruijkt, de gene die daarvan belijdenisse doen, also souden verbinden, dat sij geen andere emmermeer en souden mogen ghebruijken, ofte, dat sij de wijse en de maniere van spreken niet en souden moghen veranderen".

Eerk-kuriakè.

Uit „Geref. Kb. Hoeksche Waard en IJsselmonde":

U herinnert u dat woord nog wel uit uw catechisatietijd. Het is een Grieksch woord, waarvan — naar sommigen beweren — Het Nederlandsche woord „kerk" is afgeleid.

Maar in de dissertatie, waarop dr N. M. H. van der Burg vorige week tot doctor in de letteren en wijsbegeerte promoveerde, komt de stelling voor: „De juistheid van de gangbare opvatting, dat to kyriakon of hè kyriakè het woord „kerk" (Kirche, church, etc) zoude hebben opgeleverd, kan met reden betwijfeld worden".

Met reden!

Alweer een vermaning om met etymologieën voorzichtig te zijn!

Anderen denken aan „circa"; kerk zou dan de „ruimte" zijn, waarbinnen het Woord gepredikt, de gemeenschap Christi vergaderd wordt.

Promotierecht.

Er valt veel te clteeren. Afzonderlijk melden we, wat de heer H. Algfa schrijft in „Leeuw. Kb." (classicaal):

Wij betreuren de gevallen beslissing zeer.

Het meest, omdat zij zoo weinig zegt en niets anders beteekent dan uitstel en voortzetting van onzekerheid. Dat is voor de Kerken geen voordeel.

Ook niet voor de positie van de Vrije Universiteit. Wij zouden het ten zeerste afkeuren, als iemand minder mild offerde voor de Vrije Universiteit, omdat het promotierecht er niet kwam. Maar dat neemt niet weg, dat het niet tactisch was van sommige hoogleeraren van de Vrije Universiteit, om in deze discussie zoo op den voorgrond te treden.

Bij een vroegere gelegenheid, toen het promotierecht aan de orde was, zwegen zij om tactische redenen. Dat was een wijze daad.

De deuren dicht.

Uit „De Waarheidsvriend":

'Gesloten Theologische Faculteiten. De oorlogsoitistandigheden hebben er toe geleid, dat in Duitsohland (waar ook de theologische stuÜenten in 'het leger dienen) de theologische faculteiten te Bonn, 'Breslau, EHangen, Giessen, Göttingen, Oreifswald, Halle, Heidelberg, Kiel, Koningsberg, Marburg, Munster, - Rostock en Tubingen gesloten werden, terwijl die te Berlijn, Weenen, Leipzig en Jena open bleivl3tt. Roomsoh-Katholieke theologische faculteiten zijn nog open te Weenen en te Münöhen, de 7 andere werden eveneens gesloten.

Angst.

Een inzender in „Algemeen Weekblad" merkt op:

Hooggeachte Redactie!

Vergun mij een paar opmerkingen n.a.v. het overigens knappe opstel van Dr J. van Walré de Bordes over Angst.

Het komt mij n.l. voor, dat, volgens het Evangelie, Jezus wel degelijk angst heeft gekend. Matth. en Marcus teekenen beiden ons Gethsemané met de woorden: (Mt. 26 : 37/38, Mc. 14 : 33/34) „Hij begon droevig en zeer beangst te worden", zóó zeer zelfs, dat Hij als een kind in 't donker nauwelijks alleen durfde zijn en om de tegenwoordigheid van zijn drietal discipelen dringend vroeg. Dat ligt ook geheel in 't oorspronkelijke, dat in 'tGrieksch zooveel zeggen wil als: „van huis geraakt"; vandaar zeker ooii de Statenoverzetting: zeer beangst.

En wijst de omschrijving daarvan in Hebr. 5 : 7 niet evenzeer in die richting: „verhoord zijnde uit de vrees? " Prof. Brouwer vertaalt dan ook: „tot bevrijding van zijn angst verhoord".

Zouden wij het misschien ook zóó mogen zien, dat Hij mede daarin ons moest gelijk worden, opdat wij er onze troost in vinden mochten? Dat Hij in zijn angst tot het gebed zijn toevlucht nam, opdat ook wij daarin onze bevrijding vinden zouden?

„In alle opzichten op gelijke wijze als wij verzocht geweest, maar zonder zonde". Juist! angst als zoodanig behoeft geen zonde te zijn, ook onze opkomende angst niet; die wordt het eerst, als het in blijvende Godverlatenheid ontaardt. Hij begon er ook mee, maar herwon tot zelfs over Golgotha heen zijn Godsvertrouwen geheel. In Zijn kracht worde onze zwakheid volbracht!

M. HEFTING, em.-pred.

Den Haag, 25 September 1939.

De vertaling van Hebr. 5 : 7 is weer anders bij prof. Grosheide. Bij hem leest men: „verhoord vanwege zijn vroomheid"; (Korte Verkl.).

Overigens: „angst" wordt bij sommigen tegenwoordig (m.i. ten onrechte) onderscheiden van „vrees". Het eerste zou dan onbestemd zijn (geen bepaald object), het tweede bepaald door een vast object (dat gevreesd wordt).

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1939

De Reformatie | 8 Pagina's