CORRIGEnda

in het ; , Schooldagnummer" van vorige week zijn een paar zinstorende fouten ingeslopen.

Op pagina 4 plaatse men de derde en vierde alinea van kolom 2, de alinea's dus, welke aanvangen met: En zoo zegt Ezra die diep-eerlijkè en verrukkelijk-arig, elooze w O o r, d e n en eindigen met: Zie gemeente dat is nu geloof in de eerste kolom onderaan onmiddellijk n a het zinnetje: Hij wil, hij kan niet ongeloovig zijn.

Voorts leze men den eersten zin Van de laatste alinea van de derde kolom, op diezelfde pagina aldus: Onbegrijpelijk, dat vroegere vrienden hiervoor alleen maar een cjmisch lachje over hebben of spreken van een verfijnde afgoderij van de School.

En eindelijk moet Ds van Dijk in de eerste kolom van pagina 8 niet als voorganger, doch als voorzanger worden aangeduid.

Straks ben ik weer een verworpene. Er z^jn alleen maar punten van uitverkoren-zön. -

Het is hoogmoed te wanen voortdurend onder Gods gunst te staan. Hoogmoed, omdat daarin de mensch zich vergrijpt aan God, onjdat de mensch daarin God neerhaalt tot zijn menschelijke, aardsohe leven.

In deze zelfde lijn ligt de ontkenning van de moge-Ujkheid om hier op aarde" bet Koninkrijk Gods tot gelding te brengen en te concretiseeren. Daar is geen vaste lijn van gemeenschap tusschen Gods Koninkrijk en onze menschelijke samenleving. En dus is het weer hoogmoed om te zeggen: Hier in deze school, hier in deze organisatie, hier in deze partij, is reëel en zichtbaar en tastbaar het Koninkrijk Gods. Bovendien is het, vanwege de hiervoor vermelde Schriftbeschouwing, onmogelijk om het Woord Gods als een altijd geldenden vorm voor ons handelen hier op aarde te kennen.

Uit deze dialectisdhe beschouwing, die op Gods Woord gegrond wil zijn, vloeit voort de gedachte van de doorbraak. Het is duidelijk, dat deze beschouwing nooit kan toelaten, veel minder stuwen tot, politieke organisatie die de Heilige Schrift aanneemt ais het richtsnoer ook voor het staatkundige leven, en die ook in den staat Gods gebod wil gehoorzamen. De antithesegedachte is uit den booze. De schapen en de bokken kunnen niet uit elkaar gehaald en afzonderlijk gegroepeerd en georgaJiiseerd worden. Schaap en bok zitten tesamen in één hok, en wij moeten ze samen daatin laten zitten.

We moeten de tegenstelling, die er gekomen is, gemaakt door de hoogmoedige voorstanders eener christelijke politiek, doorbreken. We moeten allen vereenigen in eenzelfde partij, waarbinnen dan de dialectische spanning van het „ja" en het „neen" kan heerschen. Vandaar dat verschillende, dialectisch georiënteerde, predikanten zich hebben aangesloten b\j de partij van den arbeid.

Hoewel het uitgangspunt verschillend is, komen dus de nationalist en de dialecticus beiden terecht bij de doorbraakgedachte, en Vinden zij elkaar in één partij, de partij van den arbeid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen