GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De vette Synodocratische koe in de wei van Dr F. L. Bos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vette Synodocratische koe in de wei van Dr F. L. Bos

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben twee weken geleden niet onder stoelen en banken gestoken, dat naar onze meening dr P. L. Bos op de hoofdzaak gecapituleerd heeft voor ds Van Teyüngen, synodocraat, en bewilliger in de handelingen van de uitwerpers. NatuurHjk zullen er weer enkelen boos zijn, en natuurlijk zal ik dan van die zijde afdoende tegenargumenten mogen vragen ter voorafgaande bewijsvoering van het rechtmatige van den toom.

Nu wil ik dr Bos evenmin als mezelf „weerlegd" zien met verwijzing naar dr J. Ridderbos. Ik herinner eraan, dat ik mijn meening heb gezegd, zonder af te wachten, wat van de zijde van dr Ridderbos gezegd zou worden.

Maar wel wil ik ter adstructie van mijn meening, iït op de hoofdzaak dr F. L. Bos aan de synodocratische meening had toegegeven en dat zijn verklaring tengevolge van dit toegeven onschriftuurlijk was, er op wijzen, dat dr J. Ridderbos zelf zijn groote tevredenheid betuigt met die verklaring, o p h e t door mij besproken (hoofd) punt, terwijl voorts deze zelfde dr Ridderbos, tengevolge van zijn verstrikt zijn in eigen uitwerpersgaren, nu ook al zóó publiek de gereformeerde be.ijdenis weerspreekt, dat curatoren hem zouden aanpakken, als ze nog kerels waren tegenover hem.

En het is goed, dit te onthouden, stel, dat het me straks lukt te bewijzen, wat ik hier zeg. Dr Ridderbos heeft — ds Veldkamp begrijpt dit zoo niet, maar dat ligt dezen keer heusch aan hem — precies gedaan, wat ik destijds verwachtte: niet aanstonds reageeren op de pijnlijke vraag van ds B. A. Bos, om ook eens iets zakelijks te zeggen; en voorts, toen hij toch wel wat zeggen moest, ds Bos op de hoofdzaak afvallen (de schuldbelijdenis als basis; tot nu toe is er geen enkele levende ziel, in of buiten Oosterbeek, op deze „basis" van ds B. A. Bos gaan staan). Die basis is al lang van de baan, als ik de stoute beeldspraak mag hanteeren. Maar tegenover het ontbreken van de vette koe eener accepteering van de door ds Bos gevorderde schuldbelijdenis gaf hij een hint in de richting van een magere koe: hij stond sympathiek, en zoo meer, tegenover de „hereenigingspoging" van ds B. A. Bos, want dat „s m a 1 d e e 1", dat dr H. N. Ridderbos uit de vrijgemaakte kerk wil zien lospeuteren, nu ja, dat is dan toch wat.

Sindsdien heeft nu dr F. L. Bos min of meer zich doen zien als ondersteuner van de actie van ds B. A. Bos; in de Oosterbeeksche kringen zijn er zelfs, die meenen, dat hij de theologische fundeering of inkleeding maar geven moet voor wat ds B. A. Bos heeft ondernomen als practise h kerk-„her"eenigings-werk.

Dat beteekent: als 't even. kan zal dr J. Ridderbos gaarne steun verleenen aan de actie van ds B. A. Bos en aan die van dr F. L. Bos. Als 't even kan, zal hij ook gaarne bijvalsbetuiging geven aan de formules die de Heeren dr F. L. Bos en ds v. Teylingen hebben geredigeerd; deze formules zijn immers te lezen in het kader van de Oosterbeeksche hulpverleening aan het synodocratisohe blad „De Strijdende Kerk", redacteur ds Toornvliet, die zelf in. eigen blad heeft verklaard, c.q. doen verklaren, dat men het blad in leven zou houden omdat de historie der VRIJMAKING nog aspecten had, die dr H. N. Ridderbos, met dr den Hartogh, beiden promotoren' van dit orgaan, interesseerden, zeker met het oog op genoemd „smaldeel". Zegt niet het tweetal dr Bos-ds-v.-Teylingen zelf, dat hun tweetal nieuwe formules (zie ons voorlaatste nummer) een positieve bijdrage „bedoelen te geven" voor de oplossing van de geschillen, welke bij het kerkelijk conflict van de achter ons liggende jaren in het geding waren" ? „Eenigheid des Geloofs" is dus ten deele voertuig geworden van de synodocratische post-acta, wat we voorspeld hebben en zeer betreuren. Maar niet verzwijgen zullen: het wordt tijd, dat men weer eens zich de feiten herinnert. . ., . ,

De eer van de beeldspraak van een vette koe, althans van het gebruiken er van, in dit speciale geval, komt aan dr J. Ridderbos toe. Hij „verblijdt" zich erin, en dat is volkomen in de lijn van zijn overtredingen van 1944, dat dr Bos en ds v. Teylingen gezamenUjk verklaren, dat wij de kinderen der gemeente, zoolang zij zich niet als ongel oovigen openbaren, bouwende op Gods verbondsbelofte, hebben terekenen tot degenen diedeelen'in de wederbarende.genade van den H. Geest. Daarmee is ook zijnerzijds erkend, wat iedereen zal moeten erkennen, dat o p h e t betwiste punt, drF. L. Bos voor 100 pet. de synodocratische meening, die al zooveel eUende in de wereld gebracht heeft, heeft aanvaard. Ik hoorde, dat hij in zijn kerkbode over dat „rekenen tot" een private toelichting gegeven heeft. Die kan ons natuurlijk verder niet van meening doen veranderen, want als ds V. Teylingen soms weer een andere „toelichting" geeft, dan heeft hij daar weer „recht" toe, en anderen kunnen weer andere toelichtingen fabriceeren. Wij hebben alleen maar te maken met wat er staat, en wijzen

ide formule zelf af, met aller toelichtmgen, de onze incluis, erbij. De tekst zelf is nu eenmaal onaanvaardbaar.

'Nu heeft dr J. Ridderbos ook enkele bezwaren tegen wat verder in de formule van de predikanten dr Bosds v. Teylingen staat. Die bezwaren betreffen dan wat er verder in te lezen staat. Wij hebben ons daarmee niet bezig gehouden in ons artikel van 2 weken geleden, want wij hadden genoeg aan de hoofdzaak; de bloemlezing uit de belijdenisschriften interesseerde ons verder niet. Maar hier komt nu de beeldspraak van jjVette en magere koeien" voor den dag: dr Ridderbos verklaart, dat hij, als hij de bezwaren, die tegen de KEST van de formule bij hem leven, zich voor den geest brengt, al maar moet denken aan den droom van Farao: aSl waren de. eerste koeien ook nóg zoo vet, de magere kwamen en aten ze op met huid en haar. Hij heeft nog één troost: de pap wordt nooit zoo heet gegeten als , ze van het vuur Jcomt; of, om in de beeldspraak der „koeien" te blijven: in de werkelijkheid kon in Farao's dagen het ergste iwaad nog worden gekeerd (d.w.z. de magere jaren aten de vette niet heelemaal op). Nu, daar kon dr Ridderbos wel eens gelijk aan hebben: wie eenmaal begint met die miserabele compromissen, al was het alleen maar door het punt-in-geding te «amoufleeren, of aan de aandacht te onttrekken, die keert altijd het goede, d.w.z. datgene, wat de synodocraten „het ergste kwaad" achten en dus het meest vreezen. Dr Ridderbos erkent hier, dat acties als van Oosterbeek (waarvan die formulesmederij een verlengstuk is) nog wel zullen kunnen uitloópen ten faveure der synodocratie. Wij zijn tot onzen spijt het daarover met hem óók al eens; en de Oosterbeekenaren, die nog van goeden wille zijn, moeten nu maar eens in „De Roeper" of zoo roepen tegen dr Ridderbos, dat hij zich heusch vergist. Als ze d e b e w ij z e n, erbij geven, ik zeg: de bewijzen, niet de exclamaties, dan zal ik eerbiedig luisteren. Anders ook niet.

Hiermee is intusschen duidelijk, dat die ééne uitspraak over dat rekenen van de kinderen tot degenen die in de genade des Geestes deelen, door dr Ridderbos beschouwd wordt als een vette koe (en dan synodocratisch) in de weide van óók dr F. L. Bos. Alleenhjk moet het beest tegen versUnding nog worden beveiligd, dunkt de schrijver, en hij begint er al

Nu iets over dat niet meer gereformeerd spreken van dr J. Ridderbos. De heeren dr Bos-ds v. Teylingen hadden beweerd, wat wij nog al „vanzelfsprekende" achtten, dat ALLE kinderen der gemeente in het •verbond Gods en in zijn gemeente begrepen zijn. HIERTEGEN NU HEEFT DR J. RIDDERBOS ERNSTIG BEZWAAR.

U schrikt van dit bezwaar? Ik ook. Maar ik ben toch blij, dat het zoo duidelijk is gezegd. De oogen moeten wel opengaan van de menschen, die zich nog bezig houden met Oosterbeek en zoo, en die meenen, dat men er met de methode-Toomvliet-Bos komen kan. Want ze kunnen nu zoo maar lezen, dat een man, die nog steeds de opleiding van dienaren des Woords onder de synodocratie heeft, letterüjk bezwaar ver-Maart te hebben tegen dit eenvoudige gereformeerde 2; innetje uit antwoord 74 Catechismus.

Ja, maar, zullen ze verwonderd vragen, hoe kan dit dan? Is er geen toelichting bij?

Zeker, zeker, natuurlijk. Hier is dr Ridderbos' toelichting: hij is van overtuiging (let op dit sterke woord: overtuiging) dac dit „ALLE kinderen der gemeente" niet in den geest van de opstellers van den Catechismus is.

Daar staan we dus. Professor in Kampen. Overtuigd, dat niet alle kinderen in het verbond Gods en in zijn gemeente begrepen zijn, en dat dit nooit in de bedoeling van de auteurs van den Catechismus geweest is.

Hoe dr J. Ridderbos zich uit de impasse werkt? Wel, hij verklaart, dat de vaderen bij een dergelijke uitspraak dachten aan de kmderen „in het g e - meen". Wij moeten dus de kinderen in het gemeen doopen; en „in het gemeen" beteekent niejt: aïle. Hoe dr Ridderbos den moed heeft, ze tóch stuk voor stuk te doopen, dat is een tweede kwestie. Men kan zien, waar de Kuyperiaansche dwaling al toe leideh kan.

Intusschen, dit is verder een zaak voor den synodocratischen kerkeraad van Kampen en voor de curatoren van het instituut-Oudestraat; al zullen ze wel niets doen.

Wat ons betreft, verklaren wij, dat die meening van dr Ridderbos onhoudbaar is. Ursinus' „Schatboek", ik neem maar do edities Bremae 1623 en Hanoviae 1634, resp. p. 497 en 394, zegt: allen en al.een zij, die leerüngen van Christus zijn, d.w.z. die metterdaad zijn, en dus ook té houden zijn (d.w.z. te behandelen zijn in rechten), als leden van de zichtbare kerk, hetzij ze dan volwassenen zijn, die geloof en bekeering behjden, hetzij ze kinderen zijn, die in de kerk geboren zijn, moeten gedoopt worden. Want alle kinderen der geioovigen zijn in het verbond en in de kerk Gods, tenzij ze zelf zich uitsluiten. Derhalve zijn ze ook leerlingen van Christus; omdat ze in de kerk geboren zijn, d.w.z. in de school van Christus; daarom onderwijst ook hen de H. Geest naar hun bevatting en leeftijd. Een oogenbUk later wordt er aan toegevoegd. dat ALLEN die tot het verbond en tot de kerk Gods behooren, moeten gedoopt worden: de kinderen der christenen behooren evenzeer als de volwassenen tot het verbond en tot de kerk; derhalve zijn ze ook evengoed als die volwassenen te doopen. Verder nog: him komt de, belofte toe.

Het Ujdt geen twijfel, of het „allen" van de H.H. Bos-van Teylingen is geheel en al overeenkomstig den catechismus, ook naar de bedoeling van zijn opstellers. Waarom we ook dezen volzin uit hun nieuwe formule niet de moeite van afzonderlijk citeeren waard vonden: men gaat geen water naar de zee dragen.

Maar er zijn er die het eruit vrillen pompen.

Of het hun gelukken zal met het zeewater te doen wat de magere koeien met de vette deden? Ook dit gevaar kon wel eens meevallen in de werkehjkheid. Maar het is toch wel heel erg. En het bewijst des te meer, en mogen de Oosterbeekenaren het zich voor gezegd houden, dat wij aan nieuwe formuletjes geen seconde behoefte hebben. Ook dr Ridderbos moet maar ophouden te vertellen, wat hij nóg weer eens hier poneert, dat d? scheuring niet allereerst om de leer, maar om „zekere handelingen" is gekomen. Dat is toch wel wat erg onmannelijk; wil men weer ontkomen aan de schorsingsgronden, die wel degelijk het niét in alles beloven te leeren naar de formules van '42 als openbare grove zonde aanrekenden? En wil men ons al wijs maken, dat „cand. Schilder" om „h a n-delingen" weggestuurd is? Laat dr Ridderbos maar soUiciteeren naar zijn „smaldeel"; sollioiteeren dat bij voorbaat gedoemd is „bedelen" te worden, is geen werk van de christelijke hoop, en sticht geen eenigheid des GELOOFS, doch der scharrelarij.

Oosterbeekenaars, en Roepers, hoort toe: dr J. Ridderbos adviseert den heeren dr Bos en ds v. Teylingen dit woordje „allen" aan revisie te onderwerpen. Ook de normale koe dus moet door de vette slagers worden verslonden.

Moge al dit revisieverzoek zelf aan geen revisie onderworpen zullen worden van de zijde van den indienaar van het verzoek, wij mogen ons laten waarschuwen. Ziet ds B. A. Bos nu ook niet langzam-erhand, waar hij aan toe is? Dr Ridderbos: géén basis voor de schuldbelijdenis die van hem door ds Bos gevraagd is, en géén aanvaarding van den catechismus in zijn nuchtere klassieke uitlegging. En dan toch maar samenplakken? Kom toch: het is immers allemaal een ijdelheid, ijdeler dan de ijdelheid zelf, zoolang niet royaal en eerlijk wordt teruggekomen van het ongereformeerde drijven van 1944 en 1946 en vervolgens, ook in Eindhoven? Wie „op de grens" van kerk en secte hebben gestaan in het schorsen-gaan, die zijn óver die grens heengeschoven daarna, en staan nu binnen dat gebied wel te applaudisseeren aan ds B. A. Bos, maar dit doen ze NIET om terug te keeren, maar om hun „smaldeel" te lokken.

Wij laten voorts de beweringen van dr Ridderbos gaan; hij heeft nog niet getoond te verstaan, wat „conditie" is bij de gereformeerde theologie. Maar dat blijve rusten. Zijn aanval op den catechismus is ditmaal de hoofdzaak.

En wat die dubbelzinnige formule „rekenen tot" betreft: niet alle kinderen zijn in het verbond volgens dr Ridderbos ? En toch w è 1 allen „rekenen tot" ? Maar-dan kan dr Ridderbos de „vette koe" van deze „rekenen-tot"-uitspraak alleen handhaven, als h ij „rekenen tot" opvat als „houden VOO r".

Daar gaat dr'Bos' interpretatie van „rekenen tot".

Het is bewijs nummer zooveel voor mijn bewering: Oosterbeek etc. is FACTISCH een aanval op de vr ij making als acte van trouw. En alles een heenwerken naar de oneerlijke vervangingsformule van '46. En al worden er weer enkelen boos: we zullen toch de nuchtere waarheid hebben te zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

De vette Synodocratische koe in de wei van Dr F. L. Bos

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's