GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Haagsche parade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Haagsche parade

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(li)

„VEKTBOTJWENSCBISIS".

In een van de bladen, welke de synodocratie dienen, werd dezer dagen geklaagd over vertrouwen en verdachtmaking in eigen kring, die het werk der Haagsche synode zoo uitermate moeilijk maakten, . en die de vereeniging met diegenen in de vrijgemaakte kerken, die „bereikbaar" zijn, het meest in den weg stonden. Er was een crisis van het vertrouwen. Die moest worden opgeheven.

Kort daarop verscheen in een blad, geredigeerd door broeders uit onze kerken een publicatie, die hetzelfde thema behandelde, en van gelijke strekking was. In die publicatie stond te lezen, dat onder ons reeds lang heerscht een crisis van het vertrouwen. En die crisis was met de uitspraak van de Haagsche synode inzake samenwerking tot haar hoogtepunt gekomen, want deze synode liet met opzet alle deuren en wegen open om tot hernieuwd samenleven te komen. Maar de persreacties uit de vrijgemaakte kerken stelden teleur: wantrouwen en achterdocht vieren hoogtij.

Wij laten nu daar, of inderdaad de Haagsche synode met opzet alle deuren en wegen heeft opengelaten (zie vorig artikel).

We houden ons aan de klacht die én ginds èn door sommigen van ons wordt geuit, en waarbij in groote eenstemmigheid het schild over de thans zittende vergadering der gebonden kerken wordt opgeheven: „wantrouwt toch de Haagsche synode niet".

DUBBBL SPEL. '

Wanneer iemand zegt: je moet in de verhouding tot en het verkeer met den naaste nooit beginnen met wantrouwen en achterdocht — dan knikken we allemaal bevestigend. Wantrouwen en achterdocht zijn ook woorden, die een heel onaanggnamen klank hebben: wie heet er nu graag, wantrouwend en achterdochtig? Ook als iemand zegt: wanneer er een „geschil" is, of. er is een „breuk" ontstaan, en een van beide partijen steekt de "andere de hand toe, dan mag de andere partij niet wantrouwend en achterdochtig die hand weigeren — dan knikken we, wordt het geval aldus in 't algemeen gesteld, misschien precies als zoo even, immers, denken we licht: waar twee kijven en je moet altijd vergevensgezind zijn.

Maar heel anders wordt het geval, als een rechter bij rechterlijke uitspraak, onder aanroeping van Gods Naam, een gedaagde vonnist, hem de zwaarste straf oplegt, hem stoot uit den dienst en wegjaagt, en daarna zegt: ik wilde toch nog wel graag eens met u praten — maar intusschen daden verricht, die met de vriendelijk klinkende uitnoodiging om tot overeenstemming te komen, in flagrante n s t r ij d z ij n. Ik denk hier o.a. aan de pas plaats gehad hebbende hoogleeraarsbenoemingen, waarvan één in „de vacatur e-Schilder", en aan de nooit stop gezette of afgelaste kerkelijke processen.

Men speelt aan den overkant dubbel spel. Dat deed men. En men doet het nog. Men deed het.

De Utrechtsche synode der gebonden kerken stelt ons voor, via deputaten te komen tot voorstellen, welke leiden tot overeenstemming. Daarop antwoordt onze synode, dat de Utrechtsche vergadering onvolledig was geweest in haar mededeeling aan ons inzake de beslissing die zij nam om te komen tot „herstel der kerkelijke eenheid": aan de „buitenlandsche kerken"

bijvoorbeeld was meegedeeld, wat ons niet werd bericht, n.l. dat deze Utrechtsche synode de kerkeraden van haar verband vermaand had, om een „breuk", die , , plaatselijk geslagen" mocht zijn, zoo mogelijk te heelen, terwijlzij den kerkeraden van haar vérosnd aanb& vai, daarbij in overleg te treden met dezelfde deputaten, die met de onze hadden samen te spreken over de „hereen i g i n g".

Kort en goed wordt dit onzerzijds genoemd 'n poging om 'n wig te drijven tusschen onze kerken en onze synode, „een doen, dat de voorgangster der Utrechtsche vergadering, toen zij het meende op te merken bij den door haar allereerst geschorsten ambtsdrager, een schorsingswaardige zonde noemde, en als zoodanig meende te moeten straffen".

In de daarop gevoerde correspondentie wordt door deputaten der gebonden kerken dit ernstig bezwaar genegeerd: men reageert er eenvoudig niet op. Onze synode van Amersfoort komt er op terug. Het rapport, dat aan de conclusies voorafgaat, quaUficeert de handelwijze der Utrechtsche synode als het willen eten van twee wallen: eenerzijds met onze synodale deputaten handelen over de vraag, of en hoe men zich tot de respectieve synoden zou kunnen wenden met voorstellen tot „hereeniging", en anderzijds dezen generalen handel doorkruisen met het ongecontroleerde geven van plaatselijke adviezen, die vooruit zouden loopen op wat nog in dis'eusisie zou staan. DIT IS ONEERLIJK. Wij willen niet, zoo besluit het rapport, aan de deputaten der synodocratie de mogelijkheid helpen schenken, nog S, nger het kerkelijk leven, dat God ons hergaf, te ondermijnen.

Fair, deze „hereenigings"-pogüig van de overzijde? Neen. Unfair. Zuiver spel? Neen. Dubbel spel.

VERTKOUWEN?

Als de dingen zóó liggen, mag ik dan verwijtend spreken over de crisis van het vertrouwen, die in de vrijgemaakte kerken zou heerschen? Ben ik dan gerechtigd den eisch tot vertrouwen te stellen jegens hen, die de verdeel-en-heersch-taktlek b 1 ij v e n toe­ passen? Mag ik het dan aandurven te schrijven: wantrouwen en achterdocht vieren hoogtij?

Allerminst. Ik mag dat alleen doen, wanneer ik heb aangetoond, dat voor wantrouwen en achterdocht geen reden bestaat. Of in het geval, dat iemand zich wel misgaan heeft, maar na erkentenis van schuld betering des levens belooft en bewijst.

Geschiedt dit niet (en het i s niet geschied, er wordt zelfs geen poging tot ontschuldiging gedaan, en er is geen zweem van schulderkentenis) dan mag ik niet zeggen: nu ja, zand er over: het is maar de vraag, of we weer kerkelijk kunnen samenleven, en bij die groote vraag zinkt al het andere in 't niet — neen, neen, niet alle weg leidt tot een van God gezegende oplossing, maar alleen de rechte weg. Dat is de weg, waarop we z e g g e n, z o o a 1 s 't i s, en we doen zooals 't moet. Men had daarom niet moeten schrijven over de crisis van het vertrouwen, maar over de crisis van het gewekte wantrouwen. En men had moeten zeggen tot de gebonden kerken: neemt de oorzaak van het wantrouwen weg, reinigt de door U bedorven sfeer, opdat we mogen komen tot contact-in-vertrouwen.

Is het zondig, als ik mij voor iemand, die herhaaldelijk het vertrouwen schendt, in acht neem, als ik tegenover hem op mijn hoede ben?

Zeker niet! In Jeremia's dagen is de samenleving corrupt. Rechtsverkrachting en ontrouw staan op de door den profeet genoemden zonden-catalogus bovenaan. In hoofdstuk 9 spreekt Jeremia van een troep trouweloozeii, die niet in oprechtheid heerschappij oefenen in het land. De een leidt den ander om den tuin. Met zijn mond spreekt men van vrede met zijn naaste, doch. in zijn binnenste legt men hem lagen. En nu verder? Zucht nu de profeet: menschen, menschen, 't is me een toestand, wantrouwen en achterdocht vieren hoogtij! Begint toch weer, elkaar te vertrouwen! Laat de crisis van het vertrouwen toch opgeheven worden! Gaat de Schrift ons zóó voor? •— Dit zegt de profeet: „N eemt u in acht elk voor zijn naaste, en stelt uw vertr. ouwen op g eene n broeder!" En inplaats dat eerst gezien wordt naar de menschen, om hen op te wekken, den ouderlingen vrede te zoeken en de verstoorde eenheid te herstellen, ziet de profeet op en doet hij opzien naar

Boven: „Zou Ik hierover aan hen geen bezoeking doen, luidt het Woord des Heeren, of zou aan een volk als dit mijn ziel zich niet wreken? " Dat is: als wie zondigden, weigeren zich op het Woord des Heeren te bekeeren, dan zullen ze zeker getroffen worden door des Heeren wraak.

BECIDTVE.

Verwacht had mogen worden, dat de synode der gebonden kerken, die thans te 's-Gravenhage samenkomt, de gesignaleerde oneerlijkheid had erkend en bekend. Is dat geschied? Niets daarvan. Geen woord daarover. Wat wel geschiedde? Men pleegde recidive, en zette het dubbel spel, eens zoo scherp afgekeurd onzerzijds, kalmweg voort. Het gaat er nu niet om, de k e r k e r a d e n los te weeken van onze synode, maar de kerkleden, die „bereikbaar" zijn. Men richt zich als synode tot onze , , kerken met verzoek om een samenspreking". Dat beteekent dus: van synode tot synode. Maar intusschen is men bezig een wig te drijven tusschen onze kerkleden en onze synode, men loopt op gevraagde synode-handelingen vooruit, door dezen generalen synode-handel te doorkruisen met onderhandelingen, die vooruit loopen op wat nog in discussie zou staan. Opnieuw is men bezig, het kerkelijk leven dat God ons hergaf, te ondermijnen —^alles precies als den voir|igen keer. Slechts speelt men nu niet de kerkeraden uit tegen de synode, maar een „bereikbare" oftewel begeerde groep kerkleden, en men onderhandelt niet met een synode, niet met een classis, niet met een kerkeraad, maar met één man, één lid onzer kerken, van wien een door de Acta van Amersfoort publiek gemaakt rapport getuigt, dat hij naar het oordeel der rapporteerende commissie aansprakeUjk is te achten voor „het scheppen van verwarring en van het door valsche situatieteekening helpen verhinderen van de rechte vrede en de zuivere strijd". Met hem maakt men alvast een afspraak. Achter gesloten deuren. Ziezoo. Nu mogen onze kerken volgen. Ziedaar de ernstige wil en de sterke begeerte der Haagsche synode om „tot hereeniging te komen".

De Haagsche parade.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

De Haagsche parade

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1949

De Reformatie | 8 Pagina's