UIT JUVENALIS.
Het vollek, vol hekommeringen Begeert slechts tweederhande dingen, Dat 's broot, tot voedzel van het lijf; En schouspd, tot sijn tijdt-verdrijf.
UIT HUGO DE GROOT.
Door-lees met yver reys op reys het heylig boeck. Dat klaar is voor een vroom en oprecht [.ondersoeck; Zie naerstig van onse eeuw terug, na d' oude [jaren. Toen d' eerste Godsdienst slecht en recht en [onervaren Noch geene konst verstrecte: Toen 's oorloogs lonbeseheyt En Helsche staat-sucht noch met geen [Godvruchtigheyt Verbloemt wiert: Toen Godts wet tot betring [kort begrepen. Alleen niet was bekent den Leeraar scherp [geslepen. Maar self 't gem, eene volck: toen 't vinnig [School-krakeel Geen zaat tot scheuring zaayde om noodeloos [verscheel; Maar elck om strydt beminde, en met een geest [gedreven. De waarheyt staande hielt, oock met gevaar van ['t leven, En niemant socht uyt haat te storten yemants [bloet.
J. V. d. VONDEL, Werken, Leiden, 1646-1947, blz. 259, 258.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 oktober 1950
De Reformatie | 24 Pagina's