GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De langzame haast des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De langzame haast des Heeren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(IV)

De vorige maal zagen wij: ls de Heere Kaïn vloekt, dan is Hij daarin maar niet de Verscherper van het algemeene vonnis van Gen. 3 : 17—19 in het individueele geval van Kaïn (Aalders), maar dan is Hij Jahve Excom. municator. Hoe gróót is het geweld, waarmee Hij vloekt, weg-vloekt van Hem als Bondsgod vandaan, weg-vloekt uit den Bondskring, uit de Bondsgemeenschap, waarin de zegen wordt genoten, de zegen van het leven tot in eeuwigheid (vgl. Ps. 133). En: it is de eerste maal, dat de ban voltrokken wordt. Nu houdt die ban a 11 ij d dezelfde, groote verschrikking. De tucht mag nooit, omdat ze vaak bediend moet worden, in haar ernst miskend worden. Maar wèl is zeker, dat voor degenen, die er door getroffen worden er wèl een zekere gewenning is veelszins. Wordt in een gemeente, waar nog nooit iemand is cifgesneden, voor het eerst voortgegaan tot „de tweede trap van de kerkelijke tucht", dan is, zelfs als er bij den zondaar geen spoor van werkelijk berouw of van werkelijke boetvaardigheid gevonden wordt, toch de „indruk", die deze tuchthandeling op "hem maakt veel meer, dan wanneer het tellkens voorkomt. De eerste maal zal er — en het is een puur-natuurlijk verschijnsel op zichzelf — weliicht bij dien zondaar nog een zekere verwarring zijn. „Wat beteekent dit? " „Wat is de inhoud en de draagwijdte ervan? " Maar komt het vaker voor, dan is er al weer direct de routine-houding heel vaak, als er geen berouw of boetvaardigheid is. Men heeft dan b.v. heel gauw de „tegenzet" klaar: Schrap me dan maar". Die routine zal een eerste maal ontbreken. Nog veel sterker is dat bij Kaïn het geval. Hij is de allereerste, die geëxcormnuniceerd wordt in het weggevloekt worden van den aardbodem-van-toen. Alle routine-in-afvalligheid mist Kaïn. Al brandt er in zijn hart een wilde haat tegen dien Jahve Excommunicator, hij heeft z'n „stijl" nog niet gevonden tegenover Hem, zooals wèl eens de Lamech uit zijn geslacht z'n „stijl" heeft in z'n afvalligheid en den God der excommunicatie in een rustig, wei-gecomponeerd lied bespotten durft (Gen. 4 : 23, 24). Over Kaïn valt alleen maai" een groote angst. Hij ziet den afgrond van den toorn van God. Hij hoort zichzelf weg-gevloekt worden uit de gemeenschap met den Heere. Maar dan denkt hij: ls er voor mij geen léven meer is — „leven" dan te nemen in dien vollen zin, dien dit woord in de Schrift zoo vaak heeft: et leven in de gemeenschap des Heeren —, dan is er voor mij óók geen bestaansmogelijkheid meer. Is er voor mij geen léven op den aardbodem, dan ook geen bestaan op de aarde. Zooals zoo juist al aangeduid werd: at is heelemaal niet verwonderUjk, dat Kaïn zoo denkt, want hij kent nog niet anders dan het léven met den Heere op den aardbodem. Nu wordt hij als eerste weg-gestuurd, verbannen. En dit is maar geen schijn geweest. Neen, even als een zich verhardend zondaar in de kerk eerst meenens aangesproken wordt als broeder en w e r k e-1 ij k uit de gemeenschap der heiligen wordt weggedaan — eerst écht een broeder en dan niet meer — evenals de afsnijding vandaag maar geen spelletje is, geen leege vertooning, maar bittere werkelijkheid, zóó mag ook niemand zeggen: u ja. Kaïn hoorde er toch niet echt bij, dus was het niet zoo' erg, dat hij van den Heere vandaan gestuurd werd. Neen: eel écht was hij opgenomen in de gemeenschap van het Verbond; heel echt wordt hij daar nu van afgesneden. Wederom: ls eerste: ij gaat een volstrekt onbekende toekomst tegen. Wat wonder dan, dat hij denkt: een leven meer voor mij, dan óók geen bestaan meer. En dan jammert hij het uit — maar zijn stem is de stem van één die spijt heeft, maar géén berouw! —: mijn schuld is te groot om ze te dragen". Want zoo luidt de vertaling, die prof. Aalders geeft van Gen. 4 : 13. Niet zoo als de Staten Vertaling heeft: Mijn misdaad is grooter, dan dat zij vergeven wordt", maar: ijn schuld is te groot om ze te dragen. Het gaat hem niet om het récht van Gód, maar om zijn eigen kracht, om zijn uithoudingsvermogen. „Deze straf", zoo zegt Kaïn, „kan ik niet torsen. Daar bezwijk ik onder. Ontneemt ge me het léven, dan is óók m'n bestaan weg. Gij hebt mij rechteloos gemaakt, wel, nu zal ook ieder, die mij vindt, mij dooden". Wanneer in het oog gehouden wordt, dat het Kaïn hier om het naakte bestaan, om de bestaansmogelijkheid te doen is, dan treft De Graaf precies de roos als hij bij deze jammerklacht van Kaïn schrijft: Slechts bedelt hij om een brok van het leven nog"^). Nü kan ook het antwoord des Heeren gezien worden in de ontzaggelijke verschrikking daarvan: Daarom ieder die Kain slaat, zal zevenvoudig gewroken worden". En nu kan óók gezien worden hoe machtig van verschrikking het steUen van het teeken aan dien Kain is geweest èn hoe machtig van verschrikking de prediking daarvan nog altijd wezen wil voor ieder, die meer bezorgd iS voor z'n bestaan, dan voor z'n leven. De Heere zegt a.h.w.: Neen, Kaïn, als u het léven-in-het-Verbond ontnomen wordt, dan beteekent dat niet, dat er voor u geen bestaan meer wezen zal. Geen levensmogelijkheid, dat beteekent nog niet geen mogelijkheid van bestaan. Ik raap u niet weg en laat u ook niet wegrapen in drift, maar Ik bewaar u in lang-moedigheid. Er is wel haast de dreiging te volvoeren en den vloek te vervullen, maar het is „langzame haast". De haast is de beheerschte haast van den God van het vaste besluit". Dus is het veel verschrikkelijker als Kaïn dacht. Want zou zijn bestaan verbroken worden, doordat er één de handen aan hem sloeg, dan zou Gods vloek in zijn volkomenheid aan Kaïn niet vervuld worden. En dan stelt God aan Kaïn een teeken, opdat zijn bestaan verzekerd zal zijn en hij zóó in zijn verzekerd en veilig-gesteld bestaan onder de langmoedigheid des Heeren bewaard zou worden voor den vollen vloek van Jahve Excommunicator. Zijn geslacht moet ruimte hebben om zich te • ontplooien, opdat de God der gramschap zijn volkómen vloek bedienen zal. Iets hiervan heeft Otto Proksch gezien, toen hij schreef, dat Kaïns lot niet verzacht werd door de beschutting, die zijn leven krijgt, maar dat hier juist de zwaarste straf wordt toegedeeld. „Het vervloekte leven is absoluut waardeloos en nochtans onaantastbaar"^). „Iets daarvan", zoo zeggen we, ziet Proksch. Dat is dan, dat hij oog heeft voor het schrikkelijke, het „niunineuze" van den Jahve Excommunicator. Terecht is natuurlijk protest aan te teekenen te^en dat „absoluut waardeloos". Daartegenover kan Janse weer wijzen op de taak, die Kaïn te vervullen had: Toch — Kaïn heeft een taak. Daarom stelt de Heera zelf hem onder Zijn hooge bescherming. Wie Kaïn doodslaat zal zevenvoudig wraak ondervinden Maar God spaarde Kaïn en zou hem zevenvoudig wreken. Want Kaïn had i n en d o o r zijn geslacht een taak te vervullen'' ^). Maar als Janse hierin zou meenen uitputtend over 's Heeren bescherming van Kaïns leven te hebben gesproken, dan zou ook in zulk een verklaring de kracht van den vloek verzwakt worden. Dus blijven wij erbij: ver Kaïns gevloekt leven straalt de lang-moedigheid van God, die niet weg-raapt in een vlaag van drift, maar bewaren kan en wil voor eigen executie, opdat zijn gansche besluit — ook het besluit van Zijn toorn — volvoerd zal worden 4).

KAMPHUIS.


1) S. G. de Graaf, Verbondsgeschiedenis, I, Kampen, bl. 28.

2) D. Otto Proksch, Die Genesis übersetzt und erklart, 2, 3_ Leipzig, 1924, S. 49.

3) A. Janse, Eva's dochteren, Kampen, 1923, bl. 11.

*) Verg. ook „Adolphus Venator" in „De Reformatie", XXVI, bl. 294: , , Gananja in de woestijn".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

De langzame haast des Heeren

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's