GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER BRIEVEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uneven

Amice frater. Het grote kwaad van onze dag is, dat de mensen, ook wel die zich christelijk noemen, de heerlijkste, rijpgestoofde vruchten willen plukken en genieten voor gans het leven, terwijl zij de boom verwerpen, aan welke die vruchten alleen kunnen groeien.

Ik las een dezer dagen, nog wel van een calvinistisch geleerde, dat wij het politieke leven niet moeten willen gronden op bijbelteksten. De Schrift zou ons daarvoor niet gegeven zijn.

Zou het toch kwaad kunnen, als wij acht gaven, ook wat ons denken en handelen omtrent het staatsieven betreft, op wat de Schrift zegt ? Daar is een der moderne wijzen, die verklaarde: om de staat te verstaan, moeten wij weten wie en wat de mens is.

Zijn zeggen lijkt mij heel redelijk.

Maar wie weet zulks buiten het Woord Gods om? Zo doen wij goed, wat de boom en zijn vrucht betreft, psalm één te lezen. Welgelukzalig de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, wiens lust het is des Heeren wet te overdenken dag en nacht. Want hij zal zijn als een boom geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd en welks blad niet afvalt.

Daar hebben wij de boom, die goede vruchten geeft op z ij n tijd.

Wat ook zeggen wil, niet maar zo op onze tijd, naar onze wil.

Maar laten wij nu nemen de brief van de apostel Judas, die ons onze tijd kan leren verstaan. Hij gewaagt van mensen, die waterloze wolken zijn, van de winden omgedreven; bomen in het afgaan van de herfst, onvruchtbaar, tweemaal verstorven en ontworteld.

Daar hebben wij ook West-Europa, waar de democratie — waarlijk waterloze wolken en tweemaal verstorven boom — van de wereld een paradijs zal maken. En hoeveel mensen, die zeggen het' koninkrijk Gods te zoeken, vergapen zich aan dat vertoon.

Laat ik drie grote vijanden noemen van het huidige volkerenleven. Daar kan nog wel een vierde bij.

Daar is eerst de belofte van het geluk als het enige doel van het menselijk leven. De utilitariërs der vorige eeuw, die er veel van spraken, beperkten zich tot de grootst mogelijke meerderheid.

Men verwaarloost de minderheden, wat bijzonder wreed is.

En handelt dan bijv. van het algemeen belang, en het blijkt, dat het bijzondere, waarop het voor de mensen aankomt, geen grotere vijandin kent dan het algemene. Dat algemene kan maken, dat juist dat bijzondere met gemak wordt verwaarloosd.

En dan wordt de mens wreed als Mefistofeles, die Faust wil troosten over Gretchens val, welke Faust zelf veroorzaakt heeft, door te zeggen: zij is de enige niet.

Welnu — daar is het Atlantisch pact, dat ons een volksleven moet brengen zonder vrees en gebrek. Zo was de belofte.

Zelfs een Churchill, die anders niet vreest de werkelijkheid te doen zien, sprak een dezer dagen nog van een gouden eeuw, die ons zou kunnen wachten.

Gouden eeuwen zijn alleen maar minder gevaarUjk als zij ver in het verleden liggen. Wie ze voor het heden of de naaste toekomst verwacht of wil verwerkelijken, kan op minder nog rekenen dan op klatergoud.

Terecht schreef een dezer dagen een Engelse acteur, dat er geen gevaarlijker poUtiek ideaal is, dan dit, dat men een volk gelukkig belooft te maken.

Laat ons maar eens letten op de girondijnen, de halfzachte revolutionairen van onze tijd, die veelal de regeringsposten bekleden, en die al de dag bezig zijn het ganse leven gezond te maken, waarbij zij van te Voren de beloning reeds in ontvangst willen nemen.

Zij willen de vruchten, heerlijk rijpgestoofd, maar verwerpen de boom waaraan die vrucht alleen kan groeien; waarachtig geluk zelfs in de grootste nood.

Ik zei al in een vorige brief, dat ons niet als plicht is opgelegd om alles goed en gelukkig te maken. Wij hebben heel eenvoudig, elk voor zijn part, onze heel eenvoudige plicht te doen. Dat is al moeilijk genoeg.

Een mens, die het geluk zoekt, en daar alle dag mee bezig is in het opstellen van allerlei plannen, in diepe bezinning, zoals dat heet op honderden conferenties, liefst op eenzame plekjes der wereld, wil de maatschappij doen gelijken op de man, die al de dag bezig is met zijn gezondheid en daardoor juist ziek wordt.

Ik zat eens in mijn jonge jaren op een stembureau met een even jonge roomse dokter. Nadat honderden papiertjes, niet altijd even rein, door mijn handen waren gegaan, en wij daarna een broodje zouden eten, zeide ik: laten wij even onze handen gaan wassen.

Toen zei die dokter: och, eet maar eens gerust zo; je moest eens weten hoeveel gevaarlijke dingen je heel zo'n dag inademt. Ik zei: maar dokter, een mens moet toch zorgen voor zijn gezondheid? Wel, antwoordde hij, dat is ook zo, en laat ons daarom heel eenvoudig en strikt leven naar Gods geboden, in de weg des Heeren; daar vaart onze gezondheid het best bij. En voorts op God ons betrouwen stellen.

Hiermee was zeker niet gezegd, dat hij niet wist van heel secuur de hygiène te verzorgen, als dit zijn dure plicht was.

Ik was dankbaar voor zijn woord. En het geldt zeker niet minder ook voor het politieke en sociale leven.

De volken, geleid door de politieke gelukzoekers, zijn thans al maar bezig om in dit leven, want verder kijkt men niet, het geluk te bewerken en de plannen daartoe hjken groots en verheven, doch de vrees voor nood en ellende groeit met de dag. Het ene gevaar roept om het andere, de ene teleurstelling rolt over die er direct aan vooraf ging. Naar Groens woord komt alles precies anders uit dan men het zich dacht.

Welnu, als men zijn waarschuwing eens beluisterde en zich niet door allerlei luchtspiegelingen liet begoochelen, maar 't leven ging inrichten naar de werkelijke eis van onze dag, zich ging inspannen tot' beperking der begeerten, tot het laten varen van de pret die men elke dag zoekt, zijn kracht zocht in het doen van zijn werkelijke plicht zonder al maar aan zijn z.g.n. rechten te denken, hoe zouden de volken dan weer sterk kunnen worden, wat ook de kracht zou geven tot het weerstaan van die duistere machten, die het geluk beloven te brengen, zo voor als achter het ijzeren gordijn.

Dat mochten alle sociale en politieke hervormers en strevers naar federatie en dergelijke gevaarlijke dingen, hervormers, waarvan de wereld thans overvol is in allerlei machtige organisaties, wel eens bedenken. Men is al maar bezig zich tegen een kwade dag te verzekeren van de wieg tot het graf, maar brengt het leven zo in de war, dat wij geen goeden meer kennen.

Wat mij het meest verschrikt is thans de ontzaglijke pret en het gedurig vermaak, en de geweldige inspanning in het spel, een inspanning, die de arbeid zo best kon gebruiken; een gedurig vermaak, dat de mensen zelfs nagedragen wordt in de huiskamer, zo ' per radio en televisie.

Wat mij het meest verschrikt is het getuigenis van een vrijzinnig blad, dat de christelijke radio daarin alles overtreft, zodat de wereld met groot genoegen luistert. Het „christelijke" neemt hier dan de leiding.

Kent ook het christelijk gezin geen ernst meer?

De domino's vertellen haast elke Zondag, hoe zwaar en gevaarlijk en zorgvol onze dagen zijn. Geloven wij het waarüjk? Of lachen wij over onze bezorgdheden heen? Dat zou heel erg wezen.

De revolutionaire mens is een waterloze wolk, van de winden gedreven; zijn plannen zijn bomen, tweemaal verstorven, wortelloos.

En wat onderscheidt velen dergenen, die zeggen ook naar het Woord des Heeren te willen luisteren?

Ik kom tot de tweede vijand: het perfectionisme. Ja, nu er allerlei wezenlijke nood is en groot gevaar, beelden de mensen zich in, dat zij alles perfect in orde zullen maken. Nooit nog zo gezien. De staat zal nu eens goed worden, en de maatschappij meteen. Om van de kerk, in de oecumene, te zwijgen.

Men zou de werkloosheid bannen, zelfs zó, dat er niemand is die zonder de arbeid is, waarvoor hij 't meest geschikt is, en wat men doet brengt juist de werkloosheid.

Men zal een school bouwen, door vernieuwing; nee maar, dat zal men nog eens zien. De waterloze wol-, ken, die paedagogen en psychologen heten, vertellen er van in boek en blad. Nu eerst heeft men de mens tot in de diepste wortelen van zijn bestaan doorgrond. En het onderwijs kweekt niet dan persoonlijkheden, ware mensen, harmoijieuze mensen, het leven wordt er nog verlegen mee.

En dat alles terwijl men feitelijk het Woord Gods op zij zet en niet meer luistert naar de vermaning, dat er geen heil zal zijn voor het leven, als daar niet een weer horen komt naar het Woord dat ons alleen kan zeggen wie en wat de mens is.

Ik beroep mij hier maar weer op Groen van Prinsterer, van wie prof. van Niftrik heeft gezegd, dat, als men te zeer naar hem ging luisteren, hij uit zijn partij, de christelijk historische, weg zou lopen. Tot mijn spijt moet ik zeggen, dat hij er niet veel last van zal hebben.

Dit nu daargelaten: Groen waarschuwde altijd weer ernstig tegen het perfectionisme; één stuk menselijke hoogmoed.

En de school zou evenals de maatschappij er niet bij kunnen winnen als zij weer tot die eenvoud terugkeerde, die de boom wil kennen en eren, welke alleen goede vrucht kan geven. En dat is de waarachtige vreze des Heeren, die weet wat er in de mens is, en de weg wil leren uit Gods heilig Woord en de goede belijdenis, waarin de mens alleen zalig wordt voor dit en het eeuwige leven.

Ik kom nu tot de derde vijand, het pacifisme. Maar dat voor een volgende brief.

Met hartelijke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's