GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De nieuwe Kerkorde van de Ned. Herv. Kerk in de praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe Kerkorde van de Ned. Herv. Kerk in de praktijk

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKELIJK LEVEN

Op 1 Mei zal het een jaar geleden zijn, dat in de Hervormde Kerk de Nieuwe Kerkorde werd ingevoerd, door zovelen begroet als het nieuwe, blijde lente-geluid. Heeft de voorlopige uitslag aan de verwachting voldaan?

Enkele reacties.

Dr G. P. van Itterzon schrijft in het blad der Confessionele Vereniging „Hervormd Weekblad" (13 Maart) in verband met de onzekerheid inzake bevoegdheid van de centrale kerkeraad in grotere gemeenten tegenover de door de synode geestelijk autonoom verklaarde wijkkerkeraden: „Als het die kant uitgaat, rijst de vraag of de nieuwe kerkorde, waarvoor ikzelf zo .enthousiast heb gesproken, toen de zaak aanvankelijk werd opgezet, nu niet zodanig is vervormd, dat zij voor de kerk geen zegen brengt, maar een vloek. Iiümers, als de partijstrijd er door wordt vermeerderd, — als alles „los komt" in dier voege, dat alle broederbanden worden verwoest, — als wanorde en onenigheid gaan hoogtij vieren en wij uit elkaar komen te liggeir zo ver, als dat onder de reglementen van 1816 nimmer het geval is geweest, — als wantrouwen en achterdocht schering en inslag gaan- vormen, gaan wij de verkeerde kant op. En dat in' een tijd, ' waarin ons volk vergaat, omdat het geen kennis heeft. In een tijd, waarin niet alleen de middenorthodoxie in de crisis is gekomen, maar onze gehele kerk. In een tijd, waarin wij het wel van de daken zouden willen schreeuwen, dat het zo niet door mag gaan en dat onze kerk niet nóg meer tot een aanfluiting mag worden dan zij al is. Als één bepaalde zienswijze, die enkele mannen propageren, als dé zienswijze der kerk wordt geproclameerd en alle andere opvattingen als niet volwaardig-Hervormd worden afgewezen, wordt er met etiketten gewerkt als neo-calvinistisch en kerkelijk gereformeerd, die alléén maar verbitteren kunnen en die verwijdering brengen. Onze kerk verkeert m.i. in een staat van partijschappen, die erger is dan tien jaar geleden. Wij komen niet dichter tot elkaar, maar raken hoe langer hoe verder van elkaar af. En wanneer men zich doof houdt voor wat er leeft in de gemeente, onder hen, die des Zondags nog ter kerk gaan, kan men koersen, zoa, Is men wil, maar de tijd zal uitwijzen, waar het schip strandt. Ons land en volk is niet gebaat bij het succes van één bepaalde partij, maar (als de gehele lading mag meevaren) bij een waarlijk Christus-belijdende volks k e r k." Deze cri du coeur is geen cri de guerre, gelijk b.v. blijkt uit het eind van de tweede zin, waar men na het voorgaande heel wat scherper uitdrukking zou verwachten. Maar wel is hier grote teleurstelling. Een staat van partijschappen, erger dan tien jaar geleden! Wij raken hoe langer hoe verder van elkaar af!

En dat ondanks het feit van de doorbraak. De antithese moest immers weg. En daarmee de „richtingen" in de Hervormde Kerk. Men moest voortaan spreken van modaliteiten. Men verschilde immers alleen maar in de wijze van voorstellen. Zeg nuanceringen, 't Ging om interpretatie-kwesties. Maar men was één. Men had immers in de nieuwe kerkorde zo fier uitgesproken: „Als Christusbelijdende geloofsgemeenschap gesteld in de wereld, vervult de Kerk haar apostolische opdracht "; „In dankbare gehoorzaamheid aan de Heihge Schrift als de bron der prediking en enige regel des geloofs, doet de gehele Kerk belijdenis van de zelfopenbaring van de Drieënige God."

Wat nu nog maar alleen overbleef, zei de brede middenpartij, was „het gesprek" aan te vangen. Als men dit nu maar dporzet dan komt men er wel. Dat betekent: er zijn in de kerk nog velerlei theologische beschouwingen. Die hebben alle tot hiertoe hun éénzijdige dynamiek gehad in groep en organisatie en partijblad. Maar nu de doorbraak gekomen is, moet men van die eenzijdigheid afstand doen. En in de kerkelijke bladen moeten de monologen vervangen worden door dialogen. Men moet onderling de verschillen bespreken, elkaar trachten te begrijpen, met elkaar twee mijlen willen gaan, en zo komt tot stand de theologische overeenstemming.

Dr van Itterzon is teleurgesteld, en wij verstaan dat. Maar wat we niet verstaan is dit, dat hij uit de zwenking in de Confessionele Vereniging, die in meerderheid praktisch de Confessie heeft losgelaten door te gaan aan de leiband van Karl Barth, niet veel eerder de consequentie getrokken heeft. P. D. -

Boeken, geleend van Prof. Schilder

't Was meen ik Montaigne die eens opmerkte, dat de reden waarom men geleende boeken zo traag teruggeeft hierin gelegen is, dat het veel gemakkelijker is zulke boeken te houden, dan vast te houden wat er in staat.

Nu, dat zal wel zo zijn. Maar met dat al ontslaat dat toch niet van de verplichting, ze terug te bezorgen. Ik schrijf dit naar aanleiding van het feit, dat de familie van Prof. Schilder in diens bibliotheek boeken mist, die althans na de bezetting daar aanwezig waren en dus niet door de Duitsers zijn geroofd. Het vermoeden ligt voor de hand, dat Prof. Schilder ze uitleende, maar ze niet terug ontving. De familie verzocht mij, in „De Reformatie" even daarop de aandacht te vestigen. Mochten er onder onze lezers zijn, die boeken leenden en de teruggave tot hiertoe verzuimden, dan zal deze vriendelijk bedoelde wenk ongetwijfeld voldoende zijn om aan het rechtmatig verzoek der familie Schilder te voldoen.

P. D.

Orgelfands-Ereschuld

Iemand heeft eens gezegd, dat de meeste mensen meer plelzler hebben In 't geven van presentjes dan in 't betalen van hun schulden — indien dit zo zou zijn, en men neemt onder deze rubriek het woord , , schuld" niet al te stringent, daji hebben zij, die voor 't Orgelfonds bijdragen, dubbel plelzier: zij doen wat present, en minderen tegelijk de „ereschuld". En wat zijn er dan sinds de laatste versmtwoordüig weer een mensen-van-'t-dubbelepleizier!

Vrijdagmiddag moest ik afbreken, om de copie met 't oog op de feestdagen tijdig in Goes te hebben. De Zaterdagmorgen bracht per giro aan: f 2.— van dames B. te G.; f 1.50 van J. S. te A.; f3.— j/an F. J. te R.; f 2.— van A. P. v. E. te R.; f 4.50 van B. en W. en D. te H. (, , wat hadden we onze broeder Schilder toch lief!"). In mijn brievenbus vond ÖJ f2.50 van M. S.; Woensdagmorgen Week ik bij de girodlenst opnieuw heel wat „op mijn rekening" te hebben, want D. J. F. te 's-G. zond f2.50; Mej. A. V. met enkele leden te V. maakte f 5.— over; A. v. H. f 2.50 (jammer, dat Ie Grand Gueux hiervan niet meer genieten kon); R. B. te Z. f 5.— (hartelijk dank voor Uw goede wensen!); de kleine kerk te W. f4.65 (inderdaad, , , de ereschuld zmKt weer verscheiden toontjes lager!"); M. V. te H. i 1.—; C. v. T. te K. f 10.— („En zij zongen een nieuw lied ter ere van het Lam"); P. L. te R. f 5.— (met hartelijke wedergroet!); A. W. te A. f2.50; W. B. te S. f25.—. De post bracht van W. J. B. te C. een bemoedigend schrijven, waarvoor m'n bizondere dank; ingesloten was f 2.—. R. de R. te B. zond me, met een sympathiek briefje, f 10.—. En prof. Holwerda overhandigde me f 20.—, n.l. van B. M. f 10.— en V. D. te E. f 10.—. Dat was dus tot Woensdagmiddag f 110.65.

Wat een rijke oogst! Maar er is nog meer te vermelden. Misschien heeft deze of gene bij zichzelf gedacht: en de studenten, voor wie het orgel toch mee in de eerste plaats bestemd is, steken die ook de hande'n uit? Zijn ze actief of passief, „statisch" of „dynamisch", toeschouwers of medespelers? Nu en wat dacht U? Daar kreeg ik Woensdagmiddag bezoek van één- hmmer, die er drie dagen van z'n vacantie op uit geweest was, en bij leden onzer kerken te K. en omgeving rondgegaan was. Toen hij „de kous" omkeerde, kwam er uit te voorschijn (was ik Hieronymus van Alphen geweest, dsm had ik allicht bij mezelf gezegd: „versterk u thans, mijn oogen!") de somma van f342.50 — zegge en schrijve: drie honderd twee en veertig gulden, vijftig cents! Hier volgt de nadere = specif leering:

f 1.— werd bijgedragen door: K. P., G. de W., J. v. B., D. de J., W. P., Ph. S., G. S., K. v. G., L. M., J. W., H. C. de J., J. P., K. D., A. L. de L., H. S., J. E., . R. D., O. G., T. V. d. H., P. P. Jr, J. B., W. N., Mevr. K., M. S. S., J. W., G. S., L. R., A. W., J. F., H. O., G. W., J. K., S. P., F. G., L. K., H. J. de K., D. de J., L. S., B. IJ., H. S., L. E. O., J. M., Z. H., A. P., R. R., H. M., J. V. V., J. B., J. H. S., D. J. M., W. S., G. J. V., H. V., H. G., J. G., dames G., J. v. D., T. S., M. J., N. J., P. S., D. E., T. S., S. T., P. K., R. M., M. J. S., W. B., W. K., S. de B., H. F. W. R., Mevr. D., J v. B., B. A. v. D., J. H., H. N., H. J. V. B., J. R. S., K. B. f 0.50 werd gegeven door J. H., v. D., H. G. M. B., P. S., L. V., R. T. en Mevr. K.

Verder gaven f2.—: T. v. d. W., C. K., W. S., G. C. V. G., H. R., Mevr. de H., W. B. K. en R. T.

Met f2.50 werden we verblijd door: H. H., J. B., G. H. V. D., H. V. Z., A. T. G., J. O. M., B. v. d. B., D. v. O., mej. C. W., T. S., Sj. P., H. v. E., H. S., C. H., L. de V., N. V. D., R. A., H. M. M., B. V. d. K., H. J. S., O. W. B., G. S., C. H. L., Tj. S., W. V. d. K., W. G. B., A. B., G. J. R., J. S., C. R., J. V. d. W., H. J. S., J. S., L. S., F. de J. en D. J. B.

Schenkmg van f 10.—< • geschiedde door: C. ten C, J. V. O., R. K. G., Ph. Z., G. V. D., W. C. v. D., P. P. Sr, P. V. V. en G. S.

Ten slotte droegen bij: J. v. W. f20.—, H. L. f7.—, W. P. K.-P. f5.—, H. V. d. S. f5.—, J. de W. f3.—, H. K. f5.50, G. ten C- f 1.50, Mej. D. f5.—, A. G. f5.—, P. J. S. f 5.-—, A. G. f 1.50 en M. D. N. f 1.50.

Hier is nog" aan toe te voegen, dat W. S. de eleetrische aansluiting van het pedaal-orgel gratis verzorgde — dit was zijn bijdrage; in grote dank aanvaard.

Donderdagmorgen (we stonden toen dus op f453.15) verraste mij de giro met: f5.— van de Fam. D. N. te R.; f 2.50 van W. de W. te Z.; f 14.20 van de Mannenvereniging te S.; f2.— van de B. te 's-G.; f2.50 van J. L. G. te A.; f2.— van H. 3. M. te D.; van C. K., J. K., L. K., J. R. en A. B. te D. H. elk f 1.—; van V. D. te K. f3.—; van W. B. te O. f 1.—; van C. V. te E. „nog een duwtje": f 1.—; van E. G. te D. f2.50; van S. N. te H. f 1.—; van C. C. V. te R. f 10.— („hij streed en kampte tot hij het volle accoord had gevonden"); van Gebr. V. te G. f3.—; van S. B. te C. f2.—; van W. de J. te R. f 1.—; van A. J. R. te A. f 2.50. Mee deze f 60.20 klom het bedrag tot f513.35.

Op de giro-rekening van" Prof. Schilder was bovendien nog binnengekomen: E. K. te A. f2.—; N. N. f2.— („geen toon zoo schoon bij mensch en go6n dan die het hart ontvllên"); H. J. L. te K. f 1.—; J. B. te Z. f 1.— („We, verlangen reeds naar de Schooldag en hopen dan ook het orgel te zien"); J. de R. te H. f 5.—; J. D. te B. f2.50; G. K. te A. f5.—; J. H. W.^S. f25.—; J. K. Jr

te V. f2.50; P. J. te L. f 10.—; C. H. te R. tl.—; R. W. te 's-H. fl.—; A. H. te G. fl.—; A. K. te H. f 1.50; Chr. LI. te Z. f 14.32 (avond Plantagekerk te Zwolle), 't Totaal bedrag f74.82; N. N. rondde het af op f 80.—. Daarmee waren we gekomen tot f 593.35.

De post bezorgde Donderdagsraiddags een brief van „Een van de kleine luiden" uit A.; ingesloten was f 1.— („meer kan Ik niet missen") een gave, die me zeer bizonder verblijdde, ook om de hartelijke liefde, die er uit het begeleidend schrijven sprak èn jegens Professor Schilder èn jegens de overgebleven hoogleraren, die mede hierdoor verzekering hebben dat hun verzoek: „broeders, bidt voor ons" in harten en smeekbeden plaats ontving.

Weer was Vrijdagsmorgens de girodienst op z'n post, of 't zo hóórde: G. D. te C. had f2.50 overgemaakt, M. v. d. G. te E. f 1.85 (ik heb zo'n vermoeden, dat dit een jongen is, die z'n spaarpot eens nagekeken heeft, want hij schrijft: „gespaard geld voor een goed doel"); G. de V. te A. f2.50, F. A. te B. f 1.— (bijschrift: En voorts 1 Joh. 4 : 19, 18a, 5 : 14); IJ. v. d. K. te H. f2.50 („Wat was hij ons allen dierbaar!"), Mej. J. R. te E. f5.—, Mej. L. V. te V. f5.—, Mej. E. v. d. G. te D. f2.— en N. N. te D. f 2.—.

Door bemiddeling van de familie van prof. Schilder ontving ik nog van E. F. te 's-G. f 0.30; met deze f25.65 was dus de stand: f G19.—.

We naderen zo langzaam aan de eindstreep. Zeer veel dank aan allen die bijdroegen voor dit prachtig week-

resultaat.

P. DEDDENS. Gironummer 106350.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

De nieuwe Kerkorde van de Ned. Herv. Kerk in de praktijk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1952

De Reformatie | 8 Pagina's