Voor Kinderen.
OOST EN WEST. XLIII. OP JACHT. Daar de heer De Cuyper geruimen tijd aan de Kaap vertoeven zou, was 't natuurlijk, dat men alles deed, om zulk een groot heer het leven aangenaam te maken. Dit was nu nie ...
Voor Kinderen.
OOST EN WEST. XLVI. EEN ONTDEKKING. Meermalen wanneer Karel des morgens zijn weg nam door de Doelenstraat, naar het Oost-Indische Huis, gebeurde het, dat hij een juffer tegenkwam, die hij meende meer g ...
Voor Kinderen.
OOST EN WEST. XLVII. (Slot). De beide dochters van den heer Van der Zaanden, wier moeder-reeds vroeger was gestorven, hadden nooit anders dan op grooten voet geleefd. Daar zij dit ook thans nog wilden ...
Voor Kinderen.
AAN VRAGERS. We moeten ook dezen weder een beurt geven. Allereerst dan deze vragen: 1. Men zegt wel: „Ik heb iets op het oog, " als men bedoelt ik wil iets uitvoeren, maar moet dat niet zijn: „Ik heb het oog op iets? "In een vers van Huyghens leest me ...
Voor Kinderen.
EEN LEVENSGESCHIEDENIS. I. ZWARTE EN BLANKE. Een ongewone drukte heerschte er op den vooravond van een Aprildag des jaars 1742 in de nabijheid van een der Gereformeerde kerken van Den Haag.Wel w ...
Voor Kinderen.
EEN LEVENSGESCHIEDENIS. II. HOOGER OP. De koopman, die in Den Haag woonde, en daar meer voor zijn genoegen dan voor zaken leefde, begon nu te overleggen, wat met zijn zwart knechtje aan te vangen. ...
Voor Kinderen.
EEN LEVENSGESCHIEDENIS. EEN SCHOONE TOEKOMST. III. De Latijnsche school was doorloopen, en weldra kon onze Jacob Eliza naar de hoogeschool vertrekken. Hij zou te Leiden studeeren, aan de hoogeschool, d ...
Voor Kinderen.
EEN LEVENSGESCHIEDENIS. IV. EEN HOORDER. De dienst was geëindigd, de hoorders gingen huiswaarts, en zeker maar weinigen waren er, die niet met verwondering en lof spraken over hetgeen zij gehoord hadde ...
Voor Kinderen.
EEN LEVENSGESCHIEDENIS. V. VERGETEN. „’t Is toch een wonderlijk gezicht, zoo'n zwarte dominee, " sprak de vrouw, onder het voortwandelen, „maar hij praat onze taal, dat je haast geen onderscheid hoort. ...
Voor Kinderen.
EEN LEVENSGESCHIEDENIS, VI. EEN STERKE VIJAND. Den volgenden morgen, zoo vroeg mogelijk, begaf zich de vrouw naar het kantoor, waar zij hoopte iets omtrent haar man te vernemen. Wat men haar daar vertelde echter, was wel gesch ...