Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 33
31 Jhering als met von Savigny, dat het recht niet in een valsch streven naar zelfstandigheid zich als een huwelijk op eigen hand formeeren moet, met streng juridische rechten en plichten tot inhoud. We hebben niet een juridisch èn een moreel èn een natuurlijk huwelijk. Eén is het huwelijk, doch ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 13
11 Met het door de zonde neergedrukte peil van Israels zedelijk leven was bij de wetgeving van Mozes rekening gehouden. De mogelijkheid van echtscheiding was Israels schande, gelijk het aannemen van het voorstel-Naquet, dat de behoefte in Frankrijk heette te eischen, grooter schade en erger schan ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 25
een gevaar, waarheen oppervlakkigheid dringt en een van de diepste philosophische of, in de taal van da Costa, waanphilosophische dolingen der Fransche revolutie, die metterdaad,' voor eene wijle afgezien van wat haar diepste zonde is, nauw beter gekenmerkt worden kan, dan als de in praktijk gebr ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 14
12 is daarmee niet gezegd, dat men, als de maatschappij in dezen leerde leunen op de overheid, deze zich desniettemin aanstonds zou hebben terug te trekken. Wie zich wende op krukken te loopen, kan die eerst allengs ontberen. De wetgever heeft acht te geven op den feitelijken toestand van de maat ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 15
13meer gewenscht maakt. In het tegemoet komen aan de zwakheid moet tevens, indien mogelijk, een prikkel liggen tot meer krachtsbetoon. En zoo ging dan ook Mozes, al verbood hij de veelwijverij niet uitdrukkelijk, haar toch veeleer tegen, dan dat hij haar begunstigde. Immers was bepaald, dat men a ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 34
32 gansch bijzondere, hetgeen hier alleen zich voordoet!'— dat men ook voor elkanders liooger welzijn zorgen moet. Maar ach! men speelt het spel van het kind, dat met de meeste zorg de twee stoelen telkens weer tegen elkander aanschuift om zijn schip te bouwen, ze met touwtjes vastbindt, maar eve ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 26
s personeel, dat straks met adellijken titel zal moeten worden aangesproken, en men tegenover de dienstboden zijn wil niet anders meer durft in te kleeden, dan als een vriendelijk verzoek. Onder den invloed van valsche gelijkheidstheoriën durft de rijke man schier niet meer rijk te wezen voor de ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 35
] 33 hij voor contractbreuk wel aansprakelijk, maar toch wordt hij niet wegens diefstal vervolgd. De echtgenoot echter, die aan den ander den steun niet geeft, den raad onthoudt, dien hij kon verleenen, is aan den dief gelijk; staat op ééne lijn met den eigenaar, die den mede-eigenaar de uitoefen ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 16
'U En wat van de veelwijverij onder Israël werd gezegd, geldt evenzeer met betrekking tot de echtschpding. Mozes had niet „geboden," zooals de Parizeen zeggen, der vrouw eenen scheidbrief te geven en haar te verlaten, maar dit toch wel, gelijk de Heiland hen verbetert, »toegelaten" ^). Nochtans, ...
Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 17
15 verscholen van meer dan nationale beteekenis. Intusschen laat het zich toch denken, dat ook aan de toepassing, die eenig beginsel destijds vond, eene algemeene bestemming niet raag worden ontzegd, en krachtens het gezag van Gods Woord mitsdien die bepalingen in haar geheel dienen te worden ove ...